2009 - 2014

21 October 2009

Tussenkomst tijdens het Actualiteitsdebat over de gevolgen van de Antwerpse volksraadpleging van 18 oktober 2009 voor de verdere aanpak van de mobiliteitsproblematiek in en rond Antwerpen

De heer Ludwig Caluwé: Mijnheer de voorzitter, leden van de regering, waarde collega’s, dit debat gaat over de gevolgen van de Antwerpse volksraadpleging voor de verdere aanpak van de mobiliteitsproblematiek in en rond Antwerpen. Laten we eerst, voor een goede situering van het debat, nog even opmerken in welk decretaal kader we ons bevinden. Op <?xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />28 maart 2009 heeft de Vlaamse Regering de BAM verzocht een bouwvergunning aan te vragen voor de bouw van de Oosterweelverbinding. Hierdoor loopt er een procedure van ruimtelijke ordening. Naast andere instanties zijn twee gemeenten op decretale grond gevraagd om een advies te formuleren. Het advies van de gemeente Zwijndrecht is binnen. Het luidt positief. Het schepencollege van de stad Antwerpen zal vrijdag zijn advies formuleren. Aangezien er zestigduizend handtekeningen verzameld waren, werd er voorafgaand aan dit advies een adviserende volksraadpleging gehouden. <?xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het is voor het eerst dat er een volksraadpleging wordt gehouden door één bepaalde gemeente, de grootste stad van ons land, ten aanzien van een beslissing die definitief wordt genomen door een andere overheid. We moeten dat in de toekomst, wanneer het stof zal zijn neergedaald, eens grondig evalueren, want dit zal in de toekomst door andere gemeenten worden nagevolgd. Ik zie de minister van Binnenlands Bestuur ja knikken. Dit is een precedent. Wij moeten er eens goed over nadenken hoe we daar in de toekomst mee zullen omgaan. Dat is echter niet het bestek van dit debat. Het lijkt mij wijs dat nu niet tot voorwerp van het debat te maken en het daar eens op een rustiger moment over te hebben.
Decretaal gaat het dus over een advies voor een advies. Uiteraard kan de politiek niet om het feit heen dat een op vijf inwoners een nee-stem heeft gegeven ten aanzien van de bouwvergunning. Nadat er zestigduizend een volksraadpleging hadden gevraagd, hebben er 78.955 mensen een deel van hun zondag besteed om naar het stemhokje te komen om daar te komen zeggen dat ze geen voorstander zijn van de voorliggende bouwvergunning. Ik had, zoals velen, een hogere opkomst verwacht, maar dat doet niets af van de indrukwekkendheid van dit aantal. Er wordt binnenkort een nieuw voetbalstadion in Antwerpen gebouwd. Als je alle nee-stemmers bij elkaar wilt krijgen, moet je twee voetbalstadions bouwen. Misschien is dat ook een oplossing voor de discussie die in dit moment in Antwerpen wordt gevoerd. Maar goed, dit om aan te geven dat het gaat om een groot aantal.
Die 79.000 nee-stemmen zijn een noodkreet waarmee hoe dan ook rekening moet worden gehouden. Ongetwijfeld heeft deze nee-stem vooral te maken met de uitwerking van de plannen in Merksem en Deurne. De opkomst bij de volksraadpleging lag daar hoger. Het vormde ook het voornaamste punt van kritiek van Arup-Sum op het BAM-tracé. Het is mijn aanvoelen dat dit niet alleen een reactie is ten aanzien van de plannen maar dat dit ook in grote mate te maken heeft met de huidige situatie van de leefbaarheid. Er werd gesproken over de achttien rijstroken ter hoogte van Merksem. Wie vandaag kijkt naar het gebied tussen Schijnpoort en Sportpaleis, ziet eerst de afrit, vervolgens de twee keer vier rijstroken van het viaduct, dan de afrit, dan de twee keer twee rijstroken van de Singel en de Slachthuislaan, en daarbovenop nog eens het viaduct van het ringspoor. Dat is ook al veertien rijstroken. Deze situatie kun je moeilijk leefbaar noemen.
Ik begrijp dan ook ten volle dat men vreesde dat het nog erger zou worden. En het is niet voldoende duidelijk geworden dat het BAM-tracé ook sluipverkeer uit Merksem weghaalt, dat de voorziene geluidsschermen de geluidsoverlast zullen doen dalen, dat het alternatief voor het Oosterweeltracé, namelijk de tunnel van Arup-Sum, de aanleg van de A102 noodzakelijk maakt waardoor het laatste stukje groen in Merksem zou verdwijnen en Merksem en Deurne-Noord gekneld zouden zitten in een vierkant van autowegen. Dat heeft allemaal niet opgewogen tegen de vrees in Merksem en Deurne dat de leefbaarheid niet zou verbeteren, maar zou verslechteren.
Ik ga hier nu niet improviseren, maar we hebben krantenartikels gelezen over mogelijke verbeteringen, over mogelijke plannen. Ze moeten grondig worden bekeken, en ik denk dat de regering zich daaraan zal wijden. Als we de buurt Schijnpoort, Sportpaleis, Lobroekdok en het Albertkanaal kunnen saneren, dan is dat een belangrijke verbetering.
Ik wil dus gerust zeggen dat als we het Masterplan uitvoeren – en dit betekent een belangrijke verbetering voor de leefbaarheid en de mobiliteit in heel Antwerpen –, er ook overduidelijk een verbetering moet zijn in de buurt van de huidige ring.
Maar ik betreur dat die noodkreet nu pas komt. Nu, na jaren van studiewerk. Nu, nadat er al ettelijke miljoenen werden uitgegeven aan voorbereidingen. Nu, op het moment dat de onderhandelingen met een aannemer zijn afgerond en er een bouwaanvraag voorligt. Waarom hebben we dat niet eerder gehoord? De beslissing om dit tracé te volgen, het sluiten van de ring, werd genomen op 15 december 2000. We hebben daarover onmiddellijk hier in het parlement gediscussieerd nadat er duidelijke bezwaren kwamen uit Linkeroever en Zwijndrecht met betrekking tot het voorliggende tracé. We deden dat samen met de regering, met het gemeentebestuur van Zwijndrecht en met de actiecomités op Linkeroever en in Zwijndrecht. Men heeft toen, op een tijdig moment, het tracé aangepast. Men is toen, op het juiste moment, overgegaan op het middentracé. Waarom hebben we toen niets van de andere zijde gehoord?
Mijnheer de voorzitter, ik denk dat het best is om mevrouw Vogels nu het woord te geven.
Mevrouw Mieke Vogels: Omdat, mijnheer Caluwé, voor de andere kant de plannen nooit duidelijk zijn geweest. Dit parlement en de actiegroepen hebben jarenlang gevraagd hoe het zat ter hoogte van het Sportpaleis. BAM heeft daarover nooit gecommuniceerd. Pas te elfder ure werd met mondjesmaat duidelijk welk ‘disaster’ men daar aan het aanrichten was. Komt daar nog bij dat nog niet zo lang geleden Noriant heel fijntjes kwam zeggen dat daarvoor eigenlijk geen oplossing was. Hoe zou het dan komen dat een aantal mensen zo laat hebben gereageerd?
Het gaat erom dat BAM veel geld verspeeld heeft. Het zou inderdaad interessant zijn – anderen hebben dit ook al gezegd – om te weten wie allemaal in de loop van de ontwikkeling van het dossier in die achterkamertjes is geweest om het dossier aan te passen. Ik denk dat bijvoorbeeld het Havenbedrijf daar een aantal keer is langs geweest en dat dat een van de redenen is waarom het zo lang heeft geduurd om het knooppunt aan het Sportpaleis naar buiten te brengen. Iedereen wist dat het onmogelijk was. Vroeger was het meer ten noorden gepland, maar dat was niet naar de zin van de haven en niet naar de zin van het Eilandje.
Dat, mijnheer Caluwé, is de reden. Komt u ons dus niet verwijten dat we te laat gereageerd hebben, maar steekt u eens de hand in eigen boezem: hoe komt het dat BAM zo lang heeft gewacht om duidelijkheid te creëren?
En nogmaals: ik zou echt graag hebben dat ook u, als echte democraat, die onderzoekscommissie steunt zodat we eens kunnen bekijken wat er de voorbije tien jaar met belastinggeld gebeurd is om te komen tot wat we hier vandaag vinden, namelijk een draak van een oplossing.
De heer Ludwig Caluwé: Mevrouw Vogels, u was op het ogenblik van de beslissing over het tracé de vertegenwoordiger van de stad in de Vlaamse Regering, u kwam uit het schepencollege en u bent in 1999 minister geworden. (Opmerkingen van mevrouw Mieke Vogels)
U was de vertegenwoordiger van de stad in de Vlaamse Regering! U had, zoals uw collega die ik ten zeerste waardeer, de burgemeester van Zwijndrecht, aan de noodrem moeten trekken. U had op dat ogenblik moeten reageren, toen u deel uitmaakte van de regering en toen iedereen kon zien waar het tracé liep en waar de aantakking zou gebeuren!
U had dat op dat ogenblik moeten aankaarten. Wat u hebt gedaan, is schuldig verzuim. (Applaus bij CD&V en het Vlaams Belang)
Mevrouw Mieke Vogels: Mijnheer Caluwé, ik ben absoluut niet onder de indruk van uw betoog. Ik ben in 2003 uit de Vlaamse Regering gestapt.
De heer Ludwig Caluwé: Toen waren de discussies met Zwijndrecht al afgelopen.
Mevrouw Mieke Vogels: Neen, die waren toen nog niet afgelopen. Toen was er al wel duidelijkheid over hoe het er op Linkeroever zou uitzien. Er was toen nog sprake van drie tracés. Pas veel later, ongeveer negen maanden geleden, is duidelijk geworden welke draak men voor Rechteroever naar voor schuift. Kom me dus niet steeds opnieuw zeggen dat ik erbij was. Het is juist: ik was erbij. Maar is het niet bij uitstek democratisch dat men van idee verandert als mensen argumenten aanbrengen die duidelijk maken dat men slecht bezig is? Dat is toch het wezen van de democratie? Mijn inzichten zijn er al lang: ik ben al vier jaar heel consequent tegen het voorstel van de BAM.
Mijnheer de voorzitter, ik zet een beetje recht wat u in de krant hebt gesteld. Mijn collega Rudi Daems, was de afgelopen vier jaar een van de meest actieve en kritische volksvertegenwoordigers om de BAM onder de aandacht te houden. Houd dus alstublieft op met te verwijzen naar wat wij in het verleden hebben gedaan. Ik vraag u wat uw oplossing is. U en ook de minister-president willen gaan van de BAM naar de DAM; dan gaan we naar Duurzame Antwerpse Mobiliteit. Maar als ik u goed bezig hoor, dan komt de DAM neer op enkele kleine correcties: bloemetjes onder de brug, wat schilderwerk, en misschien ook een geluidspaneel. Als u dat wilt, dan zeg ik: nee, bedankt daarvoor. Dat heeft de Antwerpenaar niet gewild.
Ik wacht ook op de uitleg van de vertegenwoordiger van sp.a. Ik wil vernemen wat de betekenis is van de woorden “Het huidige BAM-tracé is niet zo evident.” Ik vind dat allesbehalve duidelijk. Ik hoop voor de Antwerpenaren dat er vandaag duidelijkheid komt. Het BAM-tracé is verworpen; er moeten andere oplossingen komen.
De heer Jurgen Verstrepen: Ik volg dit debat en het is waanzinnig boeiend om mevrouw Vogels bezig te horen. Ik stel vast dat er geen sprake is van 'vooruitschrijdend inzicht' maar wel van 'achteruitschrijdende geheugencapaciteit'. Groen! en sp.a waren jarenlang voorstanders van het hele verhaal. Jarenlang pleitten ze voor de uitvoering van het project. Om dan nu plotseling voor het referendum van mening te veranderen en na het referendum te zeggen dat het allemaal slecht is, is toch erg goedkoop.

De heer Ludwig Caluwé: Ik blijf erbij, mevrouw Vogels, u had tijdig moeten reageren. Op dat ogenblik kwamen vanuit Rechteroever enkel stemmen die pleitten voor een tracé dat meer naar het noorden ligt, zo ver mogelijk weg van het Eilandje. Dat laatste is trouwens terecht. Maar dat laatste was de enige bedenking die men had, naast opmerkingen over de esthetiek van de brug. Over de aansluiting in Merksem en Deurne is nooit gesproken, en dat had u op dat ogenblik wel moeten doen.
Ondertussen is er verschrikkelijk veel werk gepresteerd. Wij willen dat al dat werk en die geïnvesteerde miljoenen niet zomaar in de vuilnisbak terechtkomen. Dat laatste zou getuigen van onbehoorlijk bestuur. Dat is niet wat de 54.000 ja-stemmers – die vorige zondag net zo goed uit hun bed zijn gekomen – willen. Dat is niet wat volgens peilingen 61 percent van de Vlamingen wil. Dat is ook niet wat een belangrijk gedeelte van de nee-stemmers wil. Elk jaar dat we wachten, is een jaar dat we in de files tijd verliezen.
Als Geert Noels na gesprekken met het management van General Motors tot de conclusie komt dat Open Antwerpen punten verliest wegens het probleem van de files, dan weten we het wel. Het BAM-tracé realiseren betekent volgens Arup-Sum 6,8 miljoen voertuiguren minder file.
Mevrouw Mieke Vogels: U moet de heer Noels correct citeren. Hij zegt ook dat het geen zin heeft om almaar verder te gaan met de uitbreiding van de containertrafiek rond Antwerpen. Dat betekent immers alleen maar meer verkeer. We rijden onze wegen zodanig dicht dat we riskeren om de basisindustrie te verliezen. We riskeren bijvoorbeeld dat Opel Antwerpen auto’s blijft produceren, maar ze niet meer kan transporteren.
Als u nu aan Vlaanderen zegt dat de Oosterweelverbinding alle fileproblemen rond Antwerpen gaat oplossen, dan is dat op zijn minst oneerlijk, maar het is eigenlijk een brute leugen. De laatste weken heb ik mensen gehoord die dagelijks met de auto over de E19 naar Brussel rijden. Zij denken dat de Oosterweelverbinding die files gaat oplossen. Dat is dus niet waar! Als u nog meer containertrafiek en vrachtwagenverkeer naar Vlaanderen blijft trekken, dan zal de ring rond Antwerpen binnen de kortste keren opnieuw dichtslibben. De eerlijkheid gebiedt om die nuance ook aan de rest van Vlaanderen mee te delen. Ik zeg hier aan de rest van Vlaanderen: beste mensen, als de Oosterweelverbinding er ligt, zal het fileprobleem rond Antwerpen niet opgelost zijn. Het zal wat beter zijn voor diegenen die van de kust komen en onder de Schelde door moeten, maar voor de rest blijft het fileprobleem hetzelfde. Zolang we niet fundamenteel durven nadenken over mobiliteit, komen we er nooit. Misschien moet de regering daarover eens een werkgroep oprichten. We gaan ringen blijven verbreden en meer rijstroken aanleggen en we gaan ons permanent vastrijden.
De heer Dirk Van Mechelen: Mevrouw Vogels, in 2007 heeft de Vlaamse Regering het gewestelijke RUP goedgekeurd voor de bouw van de spoortunnel Liefkenshoek. Die wordt momenteel geboord en kan binnen een jaar geopend worden. Zo krijgen we voor de afvoer van containers in de Antwerpse haven een volledig nieuwe infrastructuur, namelijk een spoorinfrastructuur.
De heer Ludwig Caluwé: Ik citeerde alleen maar uit de cijfers van Arup-Sum. Misschien liegt het bureau volgens mevrouw Vogels. Dat is op sommige punten misschien wel het geval, maar niet op dit punt. 6,8 miljoen voertuiguren minder file betekent 57 miljoen euro. Daarom willen wij doorgaan met het masterplan en de beslissing van 28 maart. Dat betekent inderdaad, mevrouw Vogels, niet alleen bijkomende wegen. Dat betekent ook verbetering van de sluizen, verhoging van de bruggen aan het Albertkanaal en tramverlengingen.
Dat betekent de aanleg van de stedelijke ringweg en de groene Singel. Dit houdt in – en dat is al beslist op 28 maart – dat we ook het voorstel van de Wase burgemeesters uitvoeren. Dat voorstel helpt een beetje, maar het is geen mirakeloplossing. Dat zegt burgemeester Willockx trouwens ook niet. Ik heb gisteren goed naar hem geluisterd. Dat kan volgens hem de verkeersproblematiek een beetje milderen, maar een oplossing is het niet.
De capaciteit van de Liefkenshoektunnel is hoe dan ook beperkt door de capaciteit van de Tijsmanstunnel. Bovendien kan de Liefkenshoektunnel maar een beperkt gedeelte van het doorgaand verkeer aantrekken. Dat zal iets toenemen – we hebben nog met onze collega’s uit Nederland gepraat – als men tussen Rotterdam en Antwerpen de A4 die uitkomt op de A12, helemaal sluit. Dat is rond in 2013. Hoe dan ook trekt men met de Liefkenshoektunnel alleen maar het verkeer uit de onmiddellijke omgeving van Rotterdam aan dat naar het zuidwesten moet. Dat helpt iets, maar dat is geen oplossing. Naast al deze maatregelen blijft er een grote nood bestaan aan bijkomende rijvakken om de Schelde te kruisen. Vandaag zijn er drie in de Kennedytunnel en twee in de Liefkenshoektunnel, of beter gezegd één door de Tijsmanstunnel, en nog eens één in de Waaslandtunnel waarvan we er ’s morgens en ’s avonds telkens twee maken. Wat men in en om Antwerpen ook doet aan verkeersmaatregelen, zonder bijkomende capaciteit om de Schelde te kruisen, dat zal geen oplossing zijn.
Ik geef u één citaat: “De nieuwe Scheldekruising vormt een belangrijk onderdeel van de ontwikkeling van het Antwerpse wegennetwerk waarbij de kruisingscapaciteit met 35 percent toeneemt. Deze capaciteitstoename is nodig, laat daarover geen twijfel bestaan.” Dit citaat komt niet uit een document van de BAM of van Noriant, nee, dit citaat komt uit de vervolgstudie die de stad heeft gevraagd aan Arup-Sum. Men zegt overduidelijk dat er dringend nood is aan bijkomende capaciteit om de Schelde te kruisen. Voor ons – en we zijn daarin gesterkt door de hoorzittingen die we de voorbije weken in de commissie ad hoc en de Commissie voor Openbare Werken hebben gehouden – gebeurt dit het best door de aanleg van het Oosterweelknooppunt. Dat is vorige week nog eens uitdrukkelijk bevestigd door de vertegenwoordiger van het Vlaams Verkeerscentrum. Het is de beste manier om de haven een bijkomende ontsluiting te geven, het is ook de beste manier om de binnenstad een bijkomende ontsluiting te geven zodat we de binnenstad verder autoluw en toch bereikbaar kunnen maken.
Wij horen dat de regering hier verder aan werkt, dat ze geen enkele oplossing uitsluit. Wij weten dat men vandaag niet onmiddellijk kan beslissen, dat er gewacht moet worden op de procedure die loopt bij de Raad van State met betrekking tot het GRUP, dat er moet gewerkt worden aan de omwerking van de BAM omwille van de ESR-neutraliteit. De regering werkt hieraan. Ze heeft onze steun. (Applaus bij CD&V en de N-VA)