2004 - 2009

Vragen voor Vlaams Minister van minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, Katleen Van Brempt

20 November 2007

Schriftelijke vraag over grensoverschrijdend openbaar vervoer naar Nederland vanuit provincie Antwerpen

Vraag

Het mobiliteitspatroon van de Vlaming is niet gebonden aan grenzen en vooral in de grensgemeenten wordt zonder het nog te beseffen erg vaak de grens overgegaan.

Hierbij wordt gebruikt gemaakt van eigen vervoersmiddelen omdat er tussen de grensgemeenten aan Antwerpse zijde en de provincies Brabant en Zeeland weinig tot geen lokaal openbaar vervoer voorhanden is.

Zijn er gegevens over het huidig grensoverschrijdend mobiliteitspatroon in de Antwerpse grensgemeenten en zo ja, waar duiden ze op?

Kan U mij een overzicht bezorgen van het bestaande aanbod aan grensoverschrijdend openbaar vervoer met de verschillende stopplaatsen?

Is onderzocht of er een vraag bestaat bij de inwoners van de Antwerpse grensgemeenten om meer grensoverschrijdend openbaar vervoer te voorzien?

Zijn er plannen om meer grensoverschrijdend openbaar vervoer te voorzien?

Wat moet een grensgemeente ondernemen om bijkomend grensoverschrijdend openbaar vervoer te bekomen?

Antwoord

1. De volkstellingen leveren een zicht op het grensoverschrijdende woon-werkverkeer en woon-schoolverkeer (pendel naar Nederland). Uit de databanken van onderwijs kan men de gegevens putten van buitenlandse leerlingen (pendel naar Vlaanderen). Via kentekenonderzoek op de inkomende snelwegen kennen we een beeld van het verplaatsingsgedrag (frequentie, tijdstip) tussen Nederland en België op de hoofdwegen. En via een samenwerking tussen de Vlaamse en Nederlandse modelexperten wordt er gewerkt aan het modelleren van de grensoverschrijdende verplaatsingen. In een ver verleden werden telcampagnes aan grensposten in het Antwerpse uitgevoerd, recent werd er op grensovergangen in Limburg geteld. Uit deze waarnemingen blijkt dat er nog steeds sprake is van een vrij aanzienlijke 'grensweerstand'. Dit maakt dat de verwachte respons op grensoverschrijdend openbaar vervoer beduidend lager ligt dan voor analoge situaties binnen Vlaanderen.
2. In de ruime grensregio met Antwerpen bestaan grensoverschrijdende lijnen aan zowel Antwerpse als Oost-Vlaamse zijde.
In de entiteit Oost-Vlaanderen bestaan er momenteel volgende grensoverschrijdende verbindingen:
- De verbinding Antwerpen-Linkeroever - Zwijndrecht naar Zeeuws-Vlaanderen.
Deze verbinding wordt uitgevoerd door de Nederlandse vervoermaatschappij Connexxion.
- Aan Sint-Gillis-Waas kerk is er een onderlinge aansluiting tussen lijn 85 Antwerpen L0 - Beveren - Sint-Gillis-Waas en lijn 22 Lokeren - Sinaai - Belsele - Sint-Niklaas - Sint-Gillis- Waas - Jansteen (NL) - Hulst (NL). De lijn 22 bedient Hulst om de twee uur.
- De andere grensoverschrijdende buslijnen in de regio Waasland zijn:
- lijn 42 Sint-Niklaas - Kemzeke Paal - Hulst ;
- lijn 43 Sint-Niklaas - Stekene Hellestraat - Hulst ;
- lijn 44 Sint-Niklaas - Stekene - Koewacht.
In Antwerpen beperkt het huidig grensoverschrijdend trein- en busaanbod zich tot :
- De treinen tussen Antwerpen en Roosendaal (en verder naar Rotterdam en Amsterdam).
- De buslijn tussen Turnhout en Tilburg (halten: Goirle lijn 450 Turnhout-Tilburg heeft 7 halten en te Tilburg 10 halten, waaronder het stadion van Willem II en het station (tevens eindhalte).
- Turnhout en Reusel (halten: lijn 480 Turnhout-Reusel heeft 2 halten).
- Turnhout en Baarle (halten: lijn 460 Turnhout-Baarle heeft 9 halten. Deels liggen die wel binnen de enclavegemeente Baarle-Hertog).
- In de toekomst zou de NMBS ook nog een treinverbinding inleggen tussen Breda en Antwerpen.
3. Zie antwoord op vraag 1.
4. Als gevolg van exploitatieve en budgettaire beperkingen is De Lijn verplicht haar aanbod te richten naar die plaatsen en tijdsperiodes waar de vraag naar openbaar vervoer het grootst is en kan er momenteel geen extra grensoverschrijdend openbaar vervoer aangeboden worden.
De suggestie om de betrokken woongebieden grondiger te ontsluiten door het openbaar vervoer wordt opgenomen in het concept 'Netmanagement'. Uit de hiervoor nog te realiseren potentieelstudies zal moeten blijken of er voldoende interesse is voor een aanpassing van het openbaar vervoernet en welke rangorde in prioriteit hieraan kan gegeven worden t.o.v. andere dossiers.
Iedere gemeente en/of organisatie heeft uiteraard het recht initiatief te nemen voor het aanvragen van bijkomend openbaar vervoeraanbod. De Lijn zal het voorstel op zijn haalbaarheid onderzoeken (netmanagement) en hiervoor desgevallend een kostenverdeling uitwerken. Het besluit van de Vlaamse Regering betreffende het netmanagement stelt in ieder geval het afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst tussen De Lijn en de organisator c.q. operator van het stads- en streekvervoer aan de andere kant van de grens als voorwaarde voor mogelijke exploitatie.