2004 - 2009

Vragen voor minister- president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Kris Peeters

23 April 2008

Actuele vraag over de behandeling van het dossier inzake de geplande nieuwe btw-regeling voor de aankoop van gronden en panden op het Overlegcomité van 23 april 2008 (voorlopige versie)


Actuele vraag van de heer Jan Peumans tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over de behandeling van het dossier inzake de geplande nieuwe btw-regeling voor de aankoop van gronden en panden op het Overlegcomité van 23 april 2008

Actuele vraag van de heer Dany Vandenbossche tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over de behandeling van het dossier inzake de geplande nieuwe btw-regeling voor de aankoop van gronden en panden op het Overlegcomité van 23 april 2008

Actuele vraag van de heer Ludwig Caluwé tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over de behandeling van het dossier inzake de geplande nieuwe btw-regeling voor de aankoop van gronden en panden op het Overlegcomité van 23 april 2008

De heer Jan Peumans:

Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, het is de derde keer dat u wordt ondervraagd over de btw en de registratierechten. Deze morgen is het Overlegcomité bijeen gekomen. Op 9 april, twee weken geleden, hebben we een voorstel van resolutie aangenomen. Daarin stond dat als het overleg van vandaag niet tot resultaat zou leiden, het Vlaams Parlement zou aandringen op het inroepen van een belangenconflict. Dat zou de procedure in gang zetten en minstens drie maand duren.

We begrijpen dat dan de begroting in het federale parlement niet kan worden goedgekeurd en dat heeft allerlei gevolgen. Mijnheer de minister-president, wat is het resultaat van punt 9 van het Overlegcomité? Wij hebben het antwoord via het persagentschap Belga, dat veel sneller is dan het licht, al vernomen. Strookt het met de resolutie van het Vlaams Parlement? Dat is toch een aanbeveling aan de Vlaamse Regering.

Acht u een belangenconflict wenselijk? Heel waarschijnlijk is dat achterhaald door de feiten die deze morgen bekend raakten. De heer Dany Vandenbossche:

Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega's, de saga over artikelen 73 tot 79 van de programmawet is in het Vlaams Parlement al in gang gezet door de heer Sannen op 18 maart 2008. Mijn twee vragen sluiten aan bij die van de heer Peumans.

Het Overlegcomité heeft deze ochtend vergaderd. De media hebben erover bericht. Klopt die berichtgeving? Zal de federale regering advies vragen aan Europa? Wat zullen we precies vragen aan Europa? Dat is niet uw zaak, mijnheer de minister-president, dat is voor hiernaast.

Zal de federale regering de artikelen 73 tot en met 80 uit het ontwerp halen? In het kader van de discussie die we hier hebben gehad en een mogelijk belangenconflict is dit een belangrijke vraag. De heer Ludwig Caluwé:

Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega's, in de maand februari besliste federaal minister Reynders om btw te heffen op gronden die met gebouwen op worden verkocht. Dat werd voorgelegd aan het Overlegcomité van begin maart. Daar hebt u toen akte van genomen, u hebt het niet goedgekeurd.

U hebt er terecht slechts akte van genomen, aangezien deze maatregel in grote mate door onze bevoegdheden fietst. De maatregel zou een belangrijke minderinkomst voor de Vlaamse overheid betekenen, maar nog belangrijker is dat hij voor de Vlaamse burgers die eraan onderhevig zijn, een belangrijke belastingverhoging tot gevolg heeft en dat het beleid dat wij hebben ontwikkeld om het bezit van de eigen woning aan te moedigen via sociale clausules en de meeneembaarheid, onderuit wordt gehaald.

Mijnheer de minister-president, u hebt daar in de loop van de weken terecht verzet tegen aangetekend. Het parlement heeft de zaak gevolgd en de fractieleiders van de meerderheid hebben een resolutie ingediend die aanleiding gaf voor de beslechting deze morgen op het Overlegcomité. Van dat Overlegcomité hing voor het parlement veel af. We hebben via de media vernomen in welke richting het besluit gaat. Die richting betekent een heel belangrijke realisatie voor ons, want de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement hebben gezegd dat iets voor ons echt niet kan, en daardoor moet minister Reynders toegeven en wordt het uit de federale programmawet geschrapt. Dit is een belangrijk precedent. Ik herinner me dat we tijdens de vorige legislatuur, 2002, verbolgen waren omdat dezelfde minister Reynders de milieuheffingen voor de vennootschapsbelastingen niet meer aftrekbaar maakte. Alle fracties reageerden verbolgen, maar toch ging de federale regering door en werd de maatregel doorgevoerd. Vandaag zie ik dat de kwestie uit de federale programmawet wordt gehaald.

Mijnheer de minister-president, kunt u dit resultaat bevestigen? Kunt u vertellen wat de verdere procedure zal zijn, welke vragen concreet gesteld zullen worden aan Europa, en hoe dit verder zijn beslag zal krijgen? Minister-president Kris Peeters:

Mevrouw de voorzitter, dames en heren, over dit thema werd hevig gedebatteerd, onder meer door de vraagstellers van vandaag en door de heer Sannen, die nu afwezig is. Vanuit het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering hebben we heel duidelijk gemaakt dat wat voorlag in het ontwerp van programmadecreet, voor ons niet aanvaardbaar was. De redenen daarvoor zijn hier uitdrukkelijk aan bod gekomen.

Mijn collega, minister Van Mechelen, heeft in eerste instantie in de commissie een aantal antwoorden gegeven op die vragen. Wij hebben binnen de Vlaamse Regering eensgezind gezegd dat we in overleg zouden gaan en we zijn met de steun van dit parlement het overleg aangegaan. Sommigen denken dat de Vlaamse Regering niet eensgezind is, maar we hebben deze zaak heel duidelijk en aan de hand van argumenten bepleit bij de federale regering. Zeker in dit dossier, maar het zal niet het enige zijn, hebben we er met onze argumenten voor gezorgd dat vanmorgen het Overlegcomité een notificatie deed met vier punten. Minister Van Mechelen was aanwezig en heeft samen met mij en de rest van de Vlaamse Regering tal van technische en andere argumenten aangehaald. Dat is volgens mij de juiste manier om dergelijke zaken aan te pakken: met de nodige rust en vastberadenheid en aan de hand van argumenten.

Vanmorgen werd genotuleerd: "Ten eerste, de federale regering zal de bewuste artikelen 73 tot en met 80 schrappen uit het ontwerp van programmadecreet 2008." Wij hebben die schrapping gevraagd en die wordt nu uitgevoerd. (Opmerkingen van de heren Eric Van Rompuy en Joris Van Hauthem)

Volgens mij is de heer Van Hauthem in stilte aan het genieten. (Gelach/Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)

Ik vervolg: "Ten tweede, dat men aan de Europese Commissie een verzoek zal richten inzake de toepassing van de btw-richtlijn betreffende de verkoop van nieuwe gebouwen en bijhorende grond. De inhoud van dat verzoek zal in overleg tussen de federale regering en de gewesten worden opgesteld en zal ten laatste op 15 mei worden overgemaakt aan de Europese Commissie." Dit is heel belangrijk. Ik kom er straks nog op terug.

"Ten derde: dat alle betrokken regeringen zich engageren om het antwoord van de Europese Commissie te implementeren. Ten vierde: dat het overleg rond de mogelijke impact op de begrotingen van de gewesten zal worden geïntegreerd in het algemene debat over de financiering van gemeenschappen en gewesten." Dat, mevrouw de voorzitter, collega's, is de notificatie die vanmorgen goedgekeurd is.

De schrapping, die in dit parlement gevraagd is, is dus duidelijk gebeurd. Er zijn daarnaast hevige debatten geweest over het arrest-Breitsohl. De federale collega's vonden dat wij verplicht waren om dat bij urgentie in te voeren. Wij waren daar niet van overtuigd, wij stellen dat wij op Belgisch niveau kunnen genieten van een standstill en dat onze wetgeving van voor 1978 onverkort kan worden doorgetrokken zolang de overgangsperiode loopt. Die overgangsperiode is nog niet afgelopen, dus wij zitten in een andere situatie.

Wij zullen in de eerste plaats aan de Europese Commissie vragen of er in de gegeven omstandigheden wel een aanpassing van de Belgische wetgeving nodig is. Minister Reynders heeft in februari 2001, naar aanleiding van de uitspraak van het Hof van Justitie, gezegd dat er voor hem geen aanpassing nodig was. We zijn dus niet alleen overtuigd door de argumenten die we hebben gekregen van de juristen, maar ook door het antwoord van de minister van Financiën. Wij zijn er dan ook van overtuigd dat de Europese Commissie zich ook in die richting zal uitspreken.

Indien men toch zegt dat er een aanpassing nodig is, is de vraag welke aanpassing we moeten doen. Die brief wordt in overleg met ons opgemaakt.

Ik neem de resolutie van het Vlaams Parlement er nog eens bij. Het Vlaams Parlement heeft een bijsturing gevraagd van de artikelen 73 tot en met 80. Welnu, die artikelen worden geschrapt. Daarnaast vroeg het parlement een integratie van de problematiek in het algemene debat over de financiering van gewesten en gemeenschappen. Ook dat is nu uitdrukkelijk opgenomen.

De resolutie van 9 april is dus meer dan ingevuld. Het is de verdienste van de hele Vlaamse Regering, en in het bijzonder van minister Van Mechelen, dat we dit, met uw steun, hebben kunnen realiseren. (Applaus bij de meerderheid/Opmerkingen van de heer Jos Stassen) De heer Jan Peumans:

Dit was geen getelefoneerde vraag, mijnheer Stassen.

Bedankt, mijnheer de minister-president. In de vier jaren dat ik in het Vlaams Parlement zit, heb ik nog nooit meegemaakt dat een resolutie zo snel werd uitgevoerd. Deze resolutie is nauwelijks twee weken geleden goedgekeurd, en is nu al op alle onderdelen uitgevoerd. Als alle andere resoluties van dit parlement ook zo snel uitgevoerd worden, zijn wij binnenkort werkloos.

Ik wil u bedanken, mijnheer de minister-president en mijnheer de viceminister-president. U hebt duidelijk laten zien dat dit onaanvaardbaar was. De Vlaamse Regering, en u in het bijzonder, heeft hier bijzonder goed werk geleverd. Met felicitaties van onze fractie. De heer Dany Vandenbossche:

Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, ik sluit mij graag aan bij de heer Peumans. De discussie over dit dossier was voor ons een princiepskwestie geworden. Ik wil de Vlaamse Regering feliciteren voor het resultaat op het Overlegcomité.

En, mijnheer Stassen, dit was geen getelefoneerde vraag. (Gelach) De heer Ludwig Caluwé:

De uitleg van de minister-president geeft aan dat het gaat om een foutloos parcours. Het gaat over een schrapping, niet over een latere inwerkingtreding.

De brief die naar Europa zal worden opgestuurd, zal in overleg met de federale overheid worden opgesteld. In die brief kan dus niets worden opgenomen zonder het akkoord van de Vlaamse Regering. Proficiat dus.

De heer Felix Strackx:

Mijnheer de minister-president, ik sta perplex, en dat is niet omdat ik vind dat dit een fantastisch, geweldig, schitterend resultaat is. Ik sta wel perplex over de manier waarop men dit weer eens heeft aangepakt. Niet langer dan een week geleden, mijnheer de minister-president, hebt u hier zelf toegegeven dat het Europese Breitsohl-arrest hier in feite niets mee te maken heeft, en dat het dus niet moest worden uitgevoerd. Minister Reynders heeft u in deze zaak voorgelogen. We hebben hier voldoende aangetoond wat de ware reden is waarom minister Reynders deze btw-maatregel per se wilde doordrukken. De ware reden is de sanering van de Waalse fabrieksterreinen.

Het was niet nodig om dit aan Europa te vragen. Dat weet u, maar u doet het toch maar voor alle zekerheid. Daarmee hoopt u voorlopig van dit probleem verlost te zijn. Op die manier willen de meerderheidspartijen het probleem over de verkiezingen van 2009 te tillen - handig. Het had echter getuigd van politieke moed om in te gaan tegen minister Reynders. Minister-president Kris Peeters:

Het wordt toch geschrapt. De heer Felix Strackx:

Nu is het probleem even uit de belangstelling, maar het is niet verdwenen. U schuift de hete aardappel voor u uit, maar u riskeert dat die hete aardappel als een boomerang terug in uw gezicht terechtkomt. U zegt dat u er gerust in bent. Welnu, ik ben dat niet. Onder meer het dossier van de zorgverzekering heeft ons geleerd dat Europa maar weinig affiniteit heeft met de Belgische situatie. De Walen slagen er meestal in om het laken naar zich toe te halen.

Mijnheer de minister-president, de meerderheid vindt dit een foutloos parcours en triomfeert. Ik vind dit een bijzonder zwak resultaat. U had op uw strepen moeten staan en moeten ingaan tegen minister Reynders. De heer Eric Van Rompuy:

Het is geschrapt. Het kan toch niet duidelijker zijn dan dat. Wat moesten we anders doen? Er zijn vragen gesteld aan de Europese Commissie. Als oppositie moet u ook kunnen toegeven wanneer er iets positiefs gebeurt. De heer Felix Strackx:

Mijnheer Van Rompuy, ik wil u geruststellen: onze fractie zal dit dossier op de voet blijven volgen.

Mevrouw Dominique Guns:

Ik vind het merkwaardig dat deze vraag nog wordt gesteld aangezien we het antwoord reeds hadden vernomen via de radio. Ik wil minister-president Peeters en minister Van Mechelen feliciteren. Zij hebben een goed resultaat behaald.
De heer Bart Caron:

Mijnheer de minister-president, mijnheer de minister, ik wil u ook gelukwensen met de bereikte oplossing.

We hebben hier te maken met een Europees gerelateerd dossier. In het federale België is het nog niet zo veel vertoond dat we Europa als arbiter inschakelen om op die manier oplossingen te vinden. Het zegt iets over onze federatie.

Ik heb nog een andere bedenking. Als Vlaanderen ruimere fiscale bevoegdheden zou hebben, dan zouden we ter zake een coherent beleid kunnen voeren.

U hebt een goede oplossing bedongen. Maar mijn buurvrouw begrijpt die discussie niet. Het probleem is zeer technisch en ingewikkeld. Als we in bestuursvormen terechtkomen die we niet meer aan de mensen kunnen uitleggen, dan zijn we fout bezig.

De richting die we moeten bewandelen, is duidelijk aangegeven. Er moet samenhang zijn tussen fiscale, financiële en inhoudelijke bevoegdheden. De heer Jan Peumans:

Mijnheer de minister-president, u hebt een duidelijk antwoord gegeven.

Mijnheer Strackx, ik stel voor dat u de resolutie nog eens duidelijk leest. Daarin wordt namelijk gevraagd hoofdstuk 2, artikelen 73 tot en met 80 te schrappen uit de programmawet. Dat is wat nu gebeurt.

We vragen ook heel duidelijk dat de bijsturing tot gevolg moet hebben dat de resultaten van het tot nu toe gevoerde Vlaamse beleid inzake eigendomsverwerving gewaarborgd blijven en dat deze problematiek geïntegreerd wordt in het algemeen debat over de financiering van de gewesten en de gemeenschappen dat de volgende maanden zal plaats hebben. Dat is toch heel duidelijk.

Ik heb steeds het gevoel dat u steeds een verrottingsstrategie wilt voeren. Als er successen worden behaald, slaagt u er toch in de zaak een zodanige draai te geven dat ze negatief uitvalt. Dat valt me bij uw partij altijd op. Toen we over BHV hebben gestemd, was het ook weer niet goed. Dergelijke aanpak is een constante in uw partij. (Applaus bij de meerderheid) De heer Ludwig Caluwé:

Ik heb er nog weinig aan toe te voegen. Toch wil ik even ingaan op wat de heer Strackx heeft gezegd. Men moet niet altijd zo argwanend staan ten aanzien van Europa. Het Vlaams Belang volgt bijvoorbeeld de interpretatie die de Franstalige media aan de uitspraak over de zorgverzekering hebben gegeven. We moeten erop letten dat we de Europese Commissie en het Hof van Justitie niet door elkaar halen. Het arrest volgt juist niet de thesis van de Walen. Het Hof van Justitie stelt dat de zorgverzekering niet slaat op de inwoners van Wallonië die in Vlaanderen komen werken. Mijnheer Strackx, het hof zegt net het omgekeerde van wat u hier stelt. De voorzitter:

Het incident is gesloten.