1999 - 2004

Vragen voor Minister van Leefmilieu en Landbouw, Vera Dua

28 October 2017

Vraag om uitleg over de toekomst van het Natuureducatief Centrum 'De Vroente'

De heer Ludwig Caluwé : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, het NEC De Vroente, dat aan de toegang tot de Kalmthoutse Heide ligt, doet het goed. Sinds 7 jaar kent het een gewaardeerde en succesvolle werking. Het vormt de poort tot het grootste natuurreservaat van Vlaanderen en er worden op een creatieve en natuureducatieve wijze allerlei projecten ontwikkeld, zoals aangepaste wandelingen en educatieve pakketten, bedoeld voor verschillende doelgroepen. De aanpak is educatief verantwoord voor iedereen, van kleuter tot leerling van het secundair beroepsonderwijs.Voor iedere groep werd een correcte aanpak uitgewerkt.

De cijfers tonen het succes van de werking van het centrum aan. Steeds meer mensen bezoeken De Vroente. Dit jaar zal wellicht de kaap van 30.000 bezoekers per jaar worden overschreden. Mensen die een foldertje komen halen of een kaartje komen kopen, worden niet als bezoeker beschouwd, maar als mensen die een educatief project consumeren zoals een intensief bezoek aan een tentoonstelling of de deelname aan een educatieve wandeling.

De werking van De Vroente wordt verzekerd door 8 gedetacheerde leerkrachten vanuit het departement Onderwijs, maar over de toekomst van dit natuureducatief centrum bestaat grote onduidelijkheid. De afbouw is al begonnen. Sinds 1 september 2002 is er 1 medewerker minder en die werd niet ter plekke, maar in Brussel vervangen. De vrees bestaat dat dit het begin van de verdere afbouw inluidt. Er bestaan immers plannen om de werking van de natuureducatieve centra en bezoekerscentra drastisch te wijzigen. Zo zou de educatieve omkadering van de centra niet langer gebeuren door de Vlaamse Gemeenschap, maar bestaat de intentie om de taak via een samenwerkingsovereenkomst over te dragen aan de provincies. De educatie zou niet langer door gedetacheerde leerkrachten gebeuren, maar door vrijwillige natuurgidsen. Vanaf volgend schooljaar zouden daardoor nog slechts 3 medewerkers overblijven die moeten instaan voor de nascholing inzake het onderwijs.Gedetacheerde leerkrachten zouden niet langer zelf worden ingeschakeld. De leerkrachten van de scholen zouden zelf de educatieve taken op zich moeten nemen.

Mevrouw de minister, dit alles heeft geleid tot nogal wat protestacties.U hebt brieven ontvangen en een petitie, en ondertussen werd ter plekke de zwarte vlag opgehangen. De vrees bestaat immers dat het succesverhaal in de nabije toekomst zal ein- Ceysens digen ten gevolge van de plannen voor wijziging van de natuureducatieve centra.

Hoe concreet zijn de plannen om de werking van natuureducatieve centra van de Vlaamse Gemeenschap voortaan door provinciale diensten te verzekeren ? Wat zijn de specifieke vooruitzichten voor het personeel dat vandaag is tewerkgesteld in deze centra ? Werd met die mensen overleg gepleegd over de geplande wijzigingen ? Hoe staat het met de mogelijk op til zijnde wijzigingen aan het systeem van detachering ? In welke mate kan uw intentie om niet-gekwalificeerd personeel in te zetten voor de educatieve taken, het bestaande kwalitatieve aanbod van activiteiten op maat van de verschillende doelgroepen garanderen ? Zullen de individuele bezoekers hierdoor niet in de kou komen te staan als ze De Vroente en de Kalmthoutse Heide bezoeken ? Zal dit alles niet in strijd zijn met het huurcontract met de gemeente Kalmthout waarin het verzekeren van de bezoekersfunctie wordt gegarandeerd ? Betekent dit alles dat natuur- en milieueducatie en voorlichting door de Vlaamse regering niet langer als een belangrijke doelstelling worden beschouwd ?

De heer Koen Helsen : Mijnheer de voorzitter,mevrouw de minister, ook ik wil graag wat meer duidelijkheid krijgen over de toekomst van dit centrum dat gelegen is tussen Essen en Kapellen. Het is een heel gewaardeerd centrum voor natuur- en milieueducatie voor kinderen en jongeren, vlakbij de Kalmthoutse Heide.

Wat is de stand van zaken van de eventuele samenwerkingsovereenkomst met de provincie ? Wat is het takenpakket precies en waar kunnen we die het best onderbrengen ? Ik heb gemerkt dat een en ander tijdens het kerntakendebat aan bod is gekomen. In Antwerpen zou ook een Provinciaal Instituut voor Milieueducatie, PIME, bestaan. Waarschijnlijk overlappen een aantal taken elkaar.

Ik ben in het bezit van een kopie van het takenpakket van De Vroente. Het betreft 3 bladzijden die in het begin van het jaar naar u werd gestuurd. Ook ik stel me vragen over de huurovereenkomst met de gemeente Kalmthout. Ik vraag dan ook om wat meer transparantie en duidelijkheid te creëren. Volgens welke timing zullen de wijzigingen verlopen ?

De heer Johan Malcorps : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik sluit me aan bij de lovende woorden over de milieu-educatieve werking voor scholieren en bezoekers. Die werking moet zeker worden behouden. Ik ben ter plekke geweest en heb gezien hoe klassen worden opgevangen. De manier van werken is indrukwekkend en staat model voor mensen uit het buitenland.We moeten zeker garanties bieden voor het voortbestaan van dit soort educatieve werking.

De provincie is in het licht van het kerntakendebat bijzonder goed geplaatst om de milieueducatie in de toekomst te stroomlijnen. Een van uw kabinetsmedewerkers heeft in de vakantie al gezegd dat de huidige werking behouden moet blijven. De samenwerkingsovereenkomst tussen het departement LIN en het departement Onderwijs heeft te maken met de detachering van de 8 leerkrachten en loopt af op 31 augustus 2003.Wat komt daarna ? Er zijn scholen die zich wegens het grote succes al willen inschrijven voor het volgende schooljaar. Het centrum moet die scholen nu echter op hun honger laten. Welke overgangsmaatregelen zijn er ? De provincie doet alsof zijn neus bloedt, en wil nog niets zeggen over een toekomstige samenwerkingsovereenkomst. De mensen zijn onzeker. Ik zal dezelfde vraag ook stellen aan minister Vanderpoorten, want de 8 gedetacheerde leerkrachten vallen vooral onder haar bevoegdheid.We hebben de indruk dat zij de zaak veeleer wenst af te bouwen. Ook dat zou een probleem zijn.

Mevrouw de minister, wat gebeurt er met de samenwerkingsovereenkomst ? Het gaat over een heel goed draaiend natuureducatief centrum. Het is dan ook van belang de continuïteit te verzekeren tot de discussie met de provincie is afgerond.

Minister Vera Dua :Mijnheer de voorzitter, collega's, vooraf wil ik stellen dat ik Natuur- en Milieu- Educatie (NME) een belangrijke taak vind voor de overheid. Het is dus niet de bedoeling dit onder de mat te vegen. De discussie gaat veeleer over wie wat doet, dan over de vraag of het wel belangrijk is.

We hebben in deze commissie al vaker over NMEcentra gesproken. Ik heb altijd gezegd dat eerst en vooral de goed werkende NME-centra goed moeten blijven werken. Daarom is de aandacht de voorbije jaren vooral uitgegaan naar de centra die niet goed werkten. De Vroente behoort gelukkig tot de categorie van de goed werkende centra. De voorbije maanden ging het vooral over De Nachtegaal in De Panne en over De Otter in Woumen-Diksmuide, waar de zaken intussen zo goed lopen dat de problemen er van de baan zijn.

Er is nog geen enkele beslissing genomen over veranderingen voor De Vroente. Ik heb dat de betrokkenen al gemeld, maar blijkbaar raken ze door mijn brieven niet overtuigd. In elk geval blijven ze waar ze zijn, en zal de werking verder worden gegarandeerd.

Daarnaast is er uiteraard de discussie in het kerntakendebat. Daar zal wel wat ongerustheid over zijn. Zelf ben ik van mening dat de typisch schoolse NME, die zich richt op het opvangen van klasgroepen, niet behoort tot de kerntaken van de Vlaamse administratie, maar tot die van de provincies. In bijna elke provincie zijn er immers centra die dat bijzonder goed doen.Wij daarentegen kunnen dat slechts hier en daar doen. De overheid moet zich concentreren op andere doelgroepen, en moet zorgen voor de ondersteuning van de mensen die aan NME doen, van experimenten, enzovoort. Het is niet haar taak ervoor te zorgen dat elke klas kan worden opgevangen in een NME-centrum.We zullen dat nooit voor het hele gebied goed kunnen doen.

Er is zeker nog geen definitieve tekst voor het kerntakendebat, maar ik heb wel de indruk dat de provincies zich geroepen voelen daar een rol in te spelen. Dat neemt echter niet weg dat er omtrent een aantal centra nu al contacten zijn met de provincies. Dat geldt niet voor De Vroente, maar bijvoorbeeld wel voor het centrum in De Panne, waar we concreet bezig zijn met een concessieovereenkomst om de werking van het centrum over te dragen aan de provincie.Trouwens niet alleen de provincies, maar ook de lokale besturen en de NGO's kunnen hier een grotere rol in spelen dan voordien.

Een van de belangrijke vragen was die naar de implicaties voor het personeel. Belangrijk is dat de continuïteit van de huidige staf zo veel mogelijk gegarandeerd blijft. Er is me niets meegedeeld over een wijziging. Ik ga er dus van uit dat de personeelsbezetting behouden blijft. Om die reden heb ik de minister van Onderwijs gevraagd de detachering van het personeel voor 3 jaar te verlengen, zodat er een zeker perspectief is. Minister Vanderpoorten heeft er echter voor geopteerd de detachering jaarlijks te herzien. Ik denk evenwel niet dat er daardoor jaarlijks een probleem is.

Het is de bedoeling de kwaliteit van het NME-aanbod over het hele Vlaamse grondgebied en voor alle scholieren en andere doelgroepen te verbeteren door het organiseren van opleidingen, onder andere voor vrijwilligers, onderwijsmensen en personeel van intermediaire organisaties.

De opdracht en de taak van het huidige NME-personeel waarover we op het ministerie beschikken, en dat al heel wat ervaring heeft, houdt vooral in de organisatie van die opleiding te verzorgen, er inhoud aan te geven, en te zorgen voor een multiplicatoreffect, zodat de eerstelijns-NME beter kan worden uitgebouwd met de steun van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.We zitten misschien niet helemaal op dezelfde golflengte, maar het is belangrijk dat wij een centrale rol spelen, en de lokale besturen een gedecentraliseerde rol.

Als er ooit sprake zal zijn van een eventuele samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot De Vroente, dan moet de bezoekerscentrumfunctie ten volle worden ingevuld door één of meerdere partners, om zodoende het onthaal en het NME-aanbod te optimaliseren. Het is dus zeker niet de bedoeling de individuele bezoekers in de kou te laten staan, letterlijk noch figuurlijk.We zullen zorgen voor een betere opvang dan momenteel het geval is. Het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap kan niet voorzien in een zeer grote permanentie in al die centra. Als we dat aan de NGO's en de provincies overlaten, zal het gemakkelijker gaan.

Het huurcontract blijft, en we doen wat erin staat. Het kerntakendebat zal nog moeten worden gevoerd. Het is zeker de bedoeling het NME-aanbod ruimer te maken, en niet het in te krimpen. Het blijft een van de hoofddoelstellingen van het milieubeleid daar voldoende aandacht aan te besteden.

De heer Ludwig Caluwé : Mevrouw de minister, u spreekt relatief geruststellende woorden. Relatief, omdat er inderdaad een belangrijk meningsverschil over is of gedetacheerde leerkrachten ook kunnen worden ingeschakeld in de begeleiding van klassen. Ik begrijp dat we dat niet voldoende voor het hele gebied kunnen doen, maar er wordt op dat punt wel prachtig werk geleverd. Het is dan ook de vraag of dat in De Vroente bij de Kalmthoutse Heide niet kan worden voortgezet. Ik vrees immers dat het anders niet zal gebeuren. Degenen die in vervanging zullen moeten voorzien, zullen dat niet op dezelfde kwaliteitsvolle wijze kunnen doen.De discussie in het kerntakendebat is niet afgerond - daarom kunnen we er natuurlijk in het parlement nog over discussiëren -, maar ze is wel heel ver gevorderd. Tenzij u uitdrukkelijk zegt dat u het anders wil aanpakken, gaat het overduidelijk in de richting dat nog slechts één centrum, De Helix, door het gewest zal worden gehouden. In Kalmthout, en in andere centra zal het dus worden afgebouwd.

Minister Vera Dua : Die centra blijven. Ik wil tot een overeenkomst komen met de provincie. Elementen van de overeenkomst zullen onder andere zijn dat de personeelsbezetting moet blijven, dat de dienstverlening moet blijven, en dat er een soort samenwerking komt voor de exploitatie van zo'n centrum.

De heer Ludwig Caluwé : Ze blijven echter achter zonder educatief personeel van het gewest. (Opmerkingen van minister Vera Dua) U hebt een half jaar geleden duidelijk gezegd dat het NME-personeel één ploeg vormt en dat de tewerkstelling in Kalmthout nog slechts voorlopig was, en zou worden afgebouwd. Het personeel zou dan naar andere plaatsen worden overgeheveld. Er waren acht mensen, waarvan er één om persoonlijke redenen zijn detachering heeft opgezegd. De vervanger van die persoon is niet naar Kalmthout gegaan, maar naar Brussel. Er zijn twee systemen van detachering. In het ene systeem blijft de anciënniteit in het onderwijs tijdens de detachering doorlopen. In het andere systeem gaat het veeleer om een verlof met behoud van wedde, maar zonder anciënniteit.Wie zo'n detachering opneemt, benadeelt zichzelf financieel. Het is blijkbaar uw intentie het personeel van het ene systeem over te hevelen naar het andere. Dan kunt u evengoed de mensen vragen terug te keren naar het onderwijs, want ze zouden zichzelf loonverlies aandoen door te blijven.

Minister Vera Dua : Ik zal de problematiek van de detachering aankaarten bij minister Vanderpoorten.

De heer Ludwig Caluwé : Het belangrijkste probleem lijkt me dat het hele systeem wordt gewijzigd naar aanleiding van het kerntakendebat, terwijl er met de betrokken personeelsleden nog geen enkel overleg is gepleegd. Ze vernemen er niets van. Ze zien alleen af en toe een brief,maar een gesprek over hoe zij het zelf zien, ontbreekt. Dat geeft aanleiding tot grote ongerustheid en onzekerheid.