1999 - 2004

Vragen voor minister van Mobiliteit, Openbare werken en Energie, Stevaert

15 March 2001

Vraag om uitleg over de aanwerving van een gewestelijke havencommissaris

Vraag

De voorzitter :

Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Caluwé tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de aanwerving van een gewestelijke havencommissaris.

De heer Ludwig Caluwé :

Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, geachte leden, ik dank u voor het aanvaarden van het dringende karakter van deze vraag.

Het voorwerp van de vraag is immers de vacature voor een havencommissaris, en de kandidaturen daarvoor moeten morgen binnen zijn. Het lijkt dus gepast dat deze vraag nu wordt gesteld, en niet binnen enkele weken.

Op 3 maart verscheen in het Belgisch Staatsblad een vacature van Jobpunt Vlaanderen voor de aanwerving van een gewestelijke havencommissaris. Uiteraard is dit een positieve evolutie. We hebben reeds enkele malen gevraagd dat dit zo snel mogelijk zou gebeuren. Dit gebeurt twee jaar na het goedkeuren van het havendecreet, wat eigenlijk toch wel vrij laat is.

Als we echter de vacature in het Staatsblad lezen over de opdracht van de gewestelijke havencommissaris en de procedure die men terzake zal volgen, dan hebben we een aantal vragen.

Het havendecreet was een parlementair initiatief : het ging uit van een voorstel van decreet. Bij het opstellen hiervan heeft men ervoor gewaakt de bevoegdheidsomschrijving van de gewestelijke havencommissaris relatief beperkt te houden. In het decreet wordt de taak van deze commissaris in twee artikels genoemd, namelijk de artikels 22 en 25. De memorie van toelichting bij het oorspronklijk ingediende voorstel is duidelijk terzake : 'De havencommissaris heeft als taak na te gaan of de besluiten van de organen van het havenbedrijf in overeenstemming zijn met dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, met alle wettelijke regelingen die er bestaan inzake de financiering door het Vlaams Gewest van investeringen in de verschillende havens, en met de overeenkomst tussen het Vlaams Gewest en de havenbesturen.'

In de memorie staat ook uitdrukkelijk : 'Deze commissaris heeft dus geen opportuniteitstoezicht, en zal dus enkel nagaan of het gewestelijke belang niet geschonden is, dit door toetsing van de besluiten van de havenbedrijven aan voornoemde bepalingen en overeenkomsten, en enkel aan deze.' Ik wijs nogmaals op deze laatste zinsnede : '... en enkel aan deze.'

Er was immers enige vrees over de bevoegdheden die deze havencommissaris zou krijgen. Bij de parlementaire behandeling zijn diverse sprekers daar op teruggekomen. De heer Dumez, de oorspronkelijke indiener van het voorstel, stelde uitdrukkelijk : 'Het is de bedoeling dat deze functie ligt ingebed in de terzake bevoegde administratie van de Vlaamse Gemeenschap. Het mag dus geen bijkomend instituut worden waar maritieme know-how afzonderlijk wordt opgeslagen. Overigens wordt het ingrijpen van de havencommissaris beperkt tot het wettigheidstoezicht van dit decreet, en geenszins tot een opportuniteitstoezicht. Vanuit subsidiariteit en autonomie in de bedrijfsvoering is dit een logisch gevolg.'

De heer Beysen was even expliciet. Dit was immers - gelukkig - een initiatief dat de toenmalige grenzen tussen meerderheid en oppositie overschreed. Ik citeer de heer Beysen : 'Een derde element is de rol van de gewestelijke havencommissaris, die de heer Dumez terecht heeft beklemtoond. De gewes telijke havencommissaris mag in onze ogen geen neiging tonen tot enige vorm van centralisatie. Hij mag vooral geen aanzet geven tot een greep van de Vlaamse regering op het havenbeheer. Daarover zijn we het allen eens. We weten waartoe dit kan leiden. Bovendien moet de havencommissaris zich bewust hoeden van elke vorm van komma-neukerij. In andere organen zien we deze gewestelijke regeringscommissarissen soms optreden als echte voogden. Dit is niet de bedoeling van deze functie.'

De heer Voorhamme, ten slotte, stelde bij de parlementaire behandeling : 'Men heeft het ook gehad over de rol van de havencommissaris en de eventuele betutteling door de Vlaamse overheid. De commissaris is de onontbeerlijke sleutel voor een consequente toepassing van dit voorstel in alle havens. We hebben er uitdrukkelijk voor geopteerd één commissaris aan te stellen voor alle havens. Indien we dat niet hadden gedaan, zouden we verzeilen in de vroegere toestand. De commissaris is echter ook niet meer dan dat. Hij krijgt niet de rol van haven beheerder. Het essentiële punt van dit voorstel is dat de lokale rol wordt uitgetekend. Het is de taak van de havenbesturen om voluit een modern havenbeleid te voeren, in een geest van loyale concurrentie. '

Tegen deze achtergrond hebben we vragen bij de opdracht zoals die in de vacature van 3 maart wordt omschreven. Daar wordt die opdracht in wezen niet beperkt tot het toezicht op het naleven van de decretale bepalingen, van het verhoeden dat men met tarieven aan een concurrentiepolitiek gaat doen.

Men ziet de opdracht veel breder : er is de opvolging en evaluatie van vrijwel alle beleidsmaatregelen die een weerslag kunnen hebben op de onderlinge relaties, het stimuleren van de samenwerking tussen de havenbedrijven, het rapporteren over beleidsbeslissingen die in hun uitwerking effecten kunnen hebben die strijdig zijn met het algemeen belang. Dat laatste omvat eigenlijk alles.

We hebben vervolgens de profielbeschrijving die men doorgeeft aan de mogelijke kandidaten opgevraagd bij Jobpunt Vlaanderen. Daarin is men eigenlijk nog explicieter : er wordt gesproken van 'het opvolgen en evalueren van beleidsmaatregelen van de overheid'. Verder staat er ook nog uitdrukkelijk in dat de commissaris moet instaan voor het stimuleren van de samenwerking tussen de Vlaamse havenbedrijven, om een gemeenschappelijk Vlaams havenbeleid ten aanzien van het buiten land te bereiken. Blijkbaar is dat op het laatste ogenblik toegevoegd, want het staat in een ander lettertype.

Ik vraag me af of we op deze wijze toch niet de keizerkosterfunctie creëren die men oorspronkelijk wou vermijden. Kan de minister garanties geven dat dit niet het geval zal zijn ? Hoeveel personeelsleden zullen aan de havencommissaris worden toe gevoegd ? Dit is immers een zeer omvangrijke opdracht. Zal die persoon dit alleen moeten doen ? Op 3 maart is dit verschenen in het Staatsblad. De kandidaturen moeten binnen zijn voor 16 maart. Dit is toch een zeer korte termijn voor kandidaten om zich daarover te beraden. Waarom heeft men gekozen voor zo'n korte termijn ?

Antwoord

Minister Steve Stevaert :

Mevrouw de voorzitter, geachte leden, de Vlaamse regering verleende op vrijdag 9 februari 2001 haar goedkeuring aan een reeks wijzigingen van het Vlaams Personeelsstatuut van 24 november 1993. Dit gebeurde op voorstel van minister Sauwens, terwijl ik vanuit mijn bevoegdheid inzake havens mee ondertekende. Met deze beslissing hechtte de Vlaamse regering onder meer haar goedkeuring aan de functiebeschrijving en het competentieprofiel voor de gewestelijke havencommissaris. Dit vormt de basis voor de selectie en rekrutering. Door deze regeringsbeslissing kon de wervingsprocedure van de Vlaamse havencommissaris formeel van start gaan, in uitvoering van artikel 23 van het havendecreet.

De werving zal op het niveau van een directeur-generaal van de Vlaamse administratie gebeuren. Op dat vlak is ze vergelijkbaar met die van de bouwmeester. De aanstelling van de Vlaamse havencommissaris gebeurt via Jobpunt Vlaanderen, dat hier bij een headhunter inschakelt. Volgens deze procedure selecteert de headhunter potentiële kandidaten, en legt hij een selectie voor aan de opdrachtgever. Op 3 maart jongstleden verscheen in het Belgisch Staatsblad een advertentie met een oproep aan kandidaten. Deze gaat uit van Jobpunt Vlaanderen. De advertentie schetst onder meer het functioneringsprofiel. De omschrijving van het profiel is afgestemd op de opdracht zoals die in het decreet werd vastgelegd en door de Vlaamse regering ingevuld. De aankondiging in het Staatsblad moest toelaten aan geïnteresseerde kandidaten kennis te nemen van de vacature en zich kandidaat te stellen. Naar vorm en inhoud is de advertentie op deze doelstelling afgestemd. In het kader van de taakomschrijving zal de opdracht enerzijds binnen het regelgevend kader, en het havendecreet in het bijzonder, moeten worden uitgevoerd ten overstaan van de bestuursorganen van de havenbedrijven. Anderzijds houdt de taakomschrijving rekening met het feit dat van de havencommissaris wordt verwacht dat hij of zij kan functioneren in het publieke havenlandschap en een brug kan slaan tussen het publieke en het privé havenlandschap. Het wervingsprofiel van de betrokkene vereist dan ook kennis van het hele Vlaamse havenlandschap, en ook van de administratie waaraan hij of zij zal worden toegevoegd. Het vermogen via analyse en synthese beleidsprocessen correct in te schatten is mee daarom vereist.

Ik ben het dus volledig eens met de visie van de heer Caluwé op de havencommissaris. Wat we tot nu toe hebben gedaan, lijkt me daar helemaal niet mee in strijd. Alleen begrijp ik de kritiek niet wanneer het gaat over het beleid ten aanzien van het buitenland. We mogen niet in gespreide slagorde optreden ten opzichte van het buitenland. Het is een taak van de havencommissaris om daaraan mee te werken. Dat lijkt me een positief punt.

Het opstarten van de wervingsprocedure heeft enige tijd in beslag genomen, gezien de diverse administratieve vereisten, onder meer als gevolg van de regelgevingen inzake personeelsaangelegenheden en de tijd die nodig was voor de consultatie van de vereiste adviesorganen. Gezien de bijzondere positie van de havenbedrijven inzake toezichtregeling zal alles in het werk gesteld blijven om zo spoedig mogelijk een havencommissaris aan te werven. Het headhuntersbureau verwacht kandidaturen tot 16 maart, zoals voorzien. Ik kan momenteel niet vooruitlopen op de selectie, maar hoop dat deze spoedig zal worden afgerond.

Wat uw vraag over de staf betreft, het is de bedoeling dat die heel beperkt blijft : een economist van niveau 1, een jurist van niveau 1 en een secretariaatsmedewerker. Eventueel zou er ook administratieve ondersteuning zijn binnen de AWZ. Ik ben het dus totaal eens met u. Ik ben ervan overtuigd dat we de geest van het havendecreet, zoals die ook bleek uit de parlementaire besprekingen, volledig respecteren.

Repliek

De heer Ludwig Caluwé :

We zullen dit uiteraard nauwlettend volgen. Ik blijf vrezen dat, met het profiel dat wordt geschetst, de kans op centralisatie bestaat. Veel zal afhangen van de vraag of er nu ook een zeer uitgebreide dienst rond zal worden gecreëerd. Dit moet te allen prijze worden vermeden. Het decreet ging uit van vertrouwen in de havenbesturen, van de stelling dat zij hun zaken zelf goed kunnen regelen op een subsidiair niveau. Het ging ook uit van het vertrouwen dat ze beseffen dat er nood is aan een goede samenwerking, zonder dat dit van bovenaf moet worden opgelegd.

Minister Steve Stevaert :

Ik ben het volledig met u eens, mijnheer Caluwé, dat het decreet moet worden gerespecteerd. Het profiel is een andere zaak. Ik ben blij dat men deze profielschets breed opvat. Ik ben ook blij dat men heeft gekozen voor één havencommissaris het systeem van meerdere commissarissen is geen goed idee. Maar het is niet omdat er maar één commissaris is, dat die een totaal andere, nieuwe functie krijgt. Het gaat om een belangrijke functie, maar het is helemaal niet onze bedoeling dat dit een betuttelaar wordt. De Vlaamse regering wil helemaal niet opnieuw de havens naar zich toe halen, integendeel.