1999 - 2004

Vragen voor de Minister-president en minister van Financiën, Begroting, Buitenlands beleid en Europese aangelegenheden, Patrick Dewael

7 February 2001

Actuele Vraag over een eventuele heronderhandeling van Lambermont-bis

Vraag

De voorzitter : Aan de orde is de actuele vraag van de heer Caluwé tot de heer Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden, over een eventuele heronderhandeling van Lambermont-bis. De heer Caluwé heeft het woord.

De heer Ludwig Caluwé (Op de tribune): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, u zal zich afvragen waarom ik u opnieuw ondervraag over het Lambermont-bis-akkoord, terwijl we er vorige week pas over hebben gedebatteerd.

Ik heb deze week echter vastgesteld dat uw stellige verklaringen over sommige zaken kunnen veranderen. Ik denk aan de extra middelen voor het onderwijs. U hebt steeds gezegd dat er geen bijkomende middelen konden komen zonder de loonstudie. Deze week hebt u deze stelling gewijzigd.

Daarom vraag ik me af of de stellige verklaring van vorige week, met name dat er niet opnieuw kan worden onderhandeld over het Lambermontakkoord, ook aan het veranderen is.

Ik hoop het in elk geval. Ik heb ondertussen de wetteksten beter kunnen bekijken. Het Lambermontakkoord op zich was al verschrikkelijk omdat we onze onderhandelingspositie volledig uit handen hadden gegeven. Het Lambermont-bis-akkoord daarentegen wordt nog veel erger. De fiscale autonomie stelt niets voor. Alles wordt in een keurslijf gegoten, niet alleen de kortingen maar ook de bijzondere aftrekken worden in de beperkingen opgenomen. Er wordt verder in een bijzondere voogdij voorzien via het Rekenhof, waarbij er opnieuw met de franstaligen moet worden onderhandeld als men zich niet houdt aan de fiscale loyaliteit.

Ten tweede is het duidelijk dat er een grote weerstand bestaat bij de publieke opinie. Er is niet alleen de uitspraak van de partijraad van de Volksunie, één van de coalitiepartners, over nieuwe onderhandelingen. Ook de verschillende delen van de Vlaamse beweging kanten zich een voor een tegen het akkoord. Gisteren heeft de raad van bestuur van het VEV het akkoord uitdrukkelijk afgewezen, en aangedrongen op nieuwe onderhandelingen.

Ik vraag u nogmaals of uw stellige verklaring van vorige week begint te veranderen, en of u het akkoord opnieuw op de onderhandelingstafel wilt brengen?

Antwoord

De voorzitter : Minister-president Dewael heeft het woord.

Minister-president Patrick Dewael (Op de tribune):

Mijnheer de voorzitter, dames en heren, ik leid uit de suggestieve vraag van de heer Caluwé af dat hij eigenlijk zou willen dat ik van mening verander. Ik zal dat echter niet doen. Er is in mijn ogen geen enkel nieuw element sinds het debat van vorige week.

Ik wil het nog eens herhalen: voor de Vlaamse regering is het Lambermont-bis-akkoord een goed communautair akkoord waarmee een heel stuk van de institutionele vernieuwing uit ons regeerakkoord wordt gerealiseerd. Ik heb vorige week tijdens het debat gezegd dat er nog een aantal ontbrekende elementen moeten worden ingevuld voor de eindstemming in het federaal parlement. Ik verwijs onder meer naar de zogenaamde samenwerkingsakkoorden. Ik heb vorige week verwezen naar de mini-Costa in Brussel. Ik heb toen gezegd dat het niet de bedoeling was om de positie van de Brusselse Vlamingen in de Lambermontonderhandelingen op te nemen, omdat die haar beslag moet krijgen in de mini-Costa. Het is dus fout dat men er nu van uitgaat dat dit allemaal aan elkaar moet worden gekoppeld. De mini-Costa is opnieuw gestart, en als we resultaten krijgen vooraleer de eindstemming er komt, dan moet men er bij de eindevaluatie uiteraard rekening mee houden in het federale parlement.

Er zijn blijkbaar een aantal organisaties die evolueren en van mening veranderen, zoals het VEV waar u naar verwees. Ik vind dat een zeer respectabele organisatie. Ik ben er trouwens begin januari 2001 gaan spreken en ik heb toen de nieuwjaarstoespraak van de voorzitter, de heer Roos, mogen aanhoren. Die zei : 'De stappen die vorig jaar werden gezet in de staatshervorming zijn belangrijk, maar ze zijn niet groot genoeg.' Vervolgens zei hij : 'Wij vragen ondertussen wel een snelle uitvoering van het Lambermontakkoord, zodat Vlaanderen vanaf 2002 met een nieuw fiscaal beleid van start kan gaan.' Mijnheer Caluwé, ik geef natuurlijk iedereen de kans en het recht om van mening te veranderen, maar dat heeft de heer Roos gezegd. Ondertussen is er natuurlijk een wijziging en stel ik vast dat de raad van bestuur van het VEV de voorzitter niet meer volgt. (Opmerkingen van de heer Eric Van Rompuy) Ik meng mij zeker niet in het interne debat van het VEV, maar voor de Vlaamse regering blijft het Lambermontakkoord een goed en evenwichtig akkoord. Het is een zeer belangrijke stap voorwaarts in de staatshervorming. (Applaus bij de meerderheid)

De heer Ludwig Caluwé : Mijnheer de minister-president, u citeert heel selectief. Ik was ook aanwezig toen u voor het VEV sprak, en ik kan u zeggen dat de toespraak van de voorzitter inderdaad een aantal beleefdheden ten aanzien van de gastspreker bevatte. Voor het overige bevatte ze echter ook heel wat kritiek op het gebrek aan ambitie van de Vlaamse regering in verband met de staatshervorming. Als u mij de toespraak bezorgt kan ik er een aantal andere citaten uit voorlezen. Mijnheer de minister-president, voorlopig vertoont u enige koppigheid en wilt u geen nieuwe onderhandelingen. We zullen dus moeten wachten op een verklaring van minister Stevaert. Als hij opnieuw wilt onderhandelen, zullen de minister-president en de Vlaamse regering misschien onderhandelingen starten. (Applaus bij de CVP)

De voorzitter : Het incident is gesloten.