Geachte heer de minister,
Mijnheer de burgemeester, beste schepenen,
Geachte genodigden,
Als voorzitter van het gebiedsprogramma Rupelstreek bij de provincie Antwerpen sluit ik graag aan bij de woorden van dank van collega Helsen.
In 2016 heeft de provincie Antwerpen 336.000 euro vrijgemaakt voor een zestal belangrijke verwervingen om een boost te geven aan de verdere ontwikkeling van deze regio, met als hefboom een aantal gemeenschappelijk thema’s:
- Natuur en landschap,
- Streekbeleving,
- Economie,
- Ruimtelijke ordening en mobiliteit.
We hebben het dan over
- landbouwgebied in Reet,
- poldergebied in Rumst,
- percelen van Interbeton in Hemiksem,
- de gronden van Prayon in het ontginningsgebied Boom-Rumst,
- enkele percelen aan de Gamsterstraat in Boom
- en last but not least deze visvijvers aan de Walenhoek in Niel, waar wij nu staan.
Zoals collega Helsen net zei, is dit een fraai stuk industrieel erfgoed. De verlaten kleiputten hebben hier dankzij de hengelsport een waardevolle recreatieve invulling gekregen, máár ook een belangrijke sociale functie.
De clubs die in dit gebied actief zijn, tellen samen meer dan 600 leden. Dat zijn allemaal mensen die elkaar ontmoeten, die niet thuis zitten te verzuren, maar hier samenkomen om in volle natuur te onthaasten. Het belang daarvan valt in deze hectische tijden vol burn-outs en andere stresssyndromen niet te onderschatten.
Door de realisaties die Kempens Landschap en de gemeente Niel hier op touw staan hebben, zullen straks nóg meer mensen van dit landschap kunnen genieten. De maatschappelijke meerwaarde van deze investering staat dus buiten kijf.
Om in de terminologie van deze omgeving te blijven, meneer de minister, het doet ons plezier dat we daarvoor in de grote vijver van de Vlaamse verwervingssubsidies hebben mogen vissen.
Het dossier heeft enige tijd aangesleept. Maar wie vist, moet geduld hebben. Dat weten ze hier maar al te goed. Dat geduld wordt vandaag beloond. De toekomst zag er al goed uit, maar oogt nu nog beter.
Deze visvijvers zijn immers een onderdeel van het tweede landinrichtingsplan ‘openruimteverbindingen in de Rupelstreek’ van de Vlaamse Landmaatschappij. De verwerving en het openstellen van het gebied zijn essentieel om gebruik te kunnen maken van de instrumenten en de middelen die de VLM daarvoor ter beschikking heeft.
Ik heb het volste vertrouwen in het sterke partnerschap voor deze zone. Wanneer Kempens Landschap, het gemeentebestuur van Niel, het regionaal landschap, de VLM, ANB én Natuurpunt samen hun schouders zetten onder een project als dit, dan weet je dat er resultaatgericht en efficiënt gewerkt zal worden.
Als provinciebestuur werken wij daar bovendien actief aan mee. Onze provinciale Dienst Milieu en Natuur investeert 10.000 euro in één van de deelprojecten, waarbij het de bedoeling is om de stroming van het water zodanig te beïnvloeden dat we voor de waterhuishouding van dit gebied straks nog maar één pomp zullen nodig hebben, in plaats van verschillende pompen nu.
En ook de POM, de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij, zal haar steentje bijdragen de plannen voor dit gebied, zoals die daarnet door mijn collega zijn geschetst.
Mijnheer de minister, niet alleen de vissers van de Walenhoek, maar de hele Rupelstreek hebt u vandaag blij gemaakt. Wij zijn u daar zeer erkentelijk voor.