Goeieavond dames en heren,
Het moge ondertussen duidelijk zijn dat het klimaat en onze samenleving ons voor een enorme uitdaging stelt. Deze boeiende en inspirerende dag afsluiten na die workshops en praktijkvoorbeelden, is dan ook geen eindpunt, maar veeleer een tevreden terugblik.
Als we onze concurrentiepositie in de wereld willen behouden en de welvaart en het welzijn van onze inwoners garanderen, dan zullen we ons energieverbruik enerzijds moeten vergroenen en anderzijds efficiënter aanpakken. Een transitie naar alternatieve energie dringt zich meer dan ooit op. We zullen onze economie moeten innoveren. Hierbij is het essentieel om de juiste keuze te maken, die niet alleen de concurrentie met andere regio’s kan aangaan, maar ook voldoende verankerd is in de regio. De weg naar decentrale energieopwekking is immers onafwendbaar ingezet.
Ook wijzelf zijn daar als provincie volop mee bezig. Ons nieuwe provinciehuis dat we bouwen, is de grootste passief bouw in ons land dat de warmte van de zomer opslaat om in de winter te verwarmen en omgekeerd. Daarnaast innoveren en besparen we in onze andere gebouwen ook. In plaats van dienstauto’s zetten we dienstfietsen in, enzovoort. Voor de evaluatie van het energiegebruik van onze activiteit is de energie die gebruikt wordt om van en naar de werkplaats te gaan, een van de belangrijkste factoren. In 2015 wonen we de Business Mobility Award. Omdat de vervoerswijze van onze medewerkers de hoogste toppen scoort qua duurzaamheid. 43% van het personeel van de centrale diensten gebruikt het openbaar vervoer, landelijk is dat 12%. 24% fietst naar het werk, ook hier is het cijfer landelijk 12%, terwijl slechts 32% de auto gebruikt, terwijl dit landelijk 70%. Maar ik moet toegeven dat dit komt omdat we van de nood een deugd gemaakt hebben. Op onze tijdelijke locatie is er nu eenmaal zo weinig parking dat we enkel een parkeerplaats kunnen bezorgen aan wie niet op een andere wijze de werkplaats kan bereiken.
Maar we doen dit niet alleen voor onszelf, we doen dit ook voor bedrijven. Werkgevers kunnen bij ons gratis advies krijgen over maatregelen die zij kunnen nemen om hun verplaatsingen en die van hun medewerkers te verduurzamen.
Daarbij kan het ook van belang zijn om samen te werken. Concreet ondersteunen we initiatieven om te komen tot het gezamenlijk aanpakken van het woon-werkverkeer op De Hulst in Willebroek, bij Campus Coppens in Brasschaat, en met Bewora in Wommelgem-Ranst.
Maar dit ondersteunen van de samenwerking tussen bedrijven met het oog op duurzaamheid beperkt zich niet tot het woon-werkverkeer. Zo begeleiden we de samenwerking om op het bedrijventerrein windmolens in te planten op de Hulst en in Mechelen Noord. In Mechelen Noord werken we ook aan een pilootproject voor het energie efficiënt maken van gebouwen via een Energy Service Company.
Die samenwerking is nog belangrijker als het gaat om het aanwenden van de belangrijkste energiebron waarover we zelf beschikken, warmte;
Tot voor kort werd er weinig aandacht besteed aan de rol van duurzame verwarming en koeling, ondanks het gegeven dat dit gaat om ruim 48% van ons primair energiegebruik. De combinatie van grote hoeveelheden restwarmte uit industrie en de potentie voor diepe geothermie, maakt dat de provincie Antwerpen een uniek kader biedt voor de ontwikkeling van warmtenetten. Maar dan moeten we met z’n allen over onze eigen grenzen en territoria kijken. Daarenboven zijn er naast industriële restwarmte en diepe geothermie nog andere potentiële warmtebronnen, zoals warmtekrachtkoppeling-installaties, afvalverbrandingsovens of biomassacentrales. Het provinciaal beleid heeft de ambitie om de optimale benutting van deze warmtebronnen en de uitbouw van warmtenetten te promoten en te faciliteren.
Laat ons eens concreet kijken naar de glastuinbouw, een voor de provincie Antwerpen belangrijke economische sector, want bijna de helft van het Vlaamse glastuinbouwareaal bevindt zich in onze regio. We willen die sector absoluut behouden en verduurzamen. Op het vlak van energie werd door de glastuinbouwsector een actieve omschakeling naar de WKK-technologie gerealiseerd. Door deze overschakeling van petroleum naar aardgas is de glastuinbouwsector een energieproducent geworden. Ook de restwarmte en CO2 worden zoveel mogelijk worden benut in de serre. Door deze toepassing van WKK heeft de glastuinbouwsector een aanzienlijke CO2-besparing gerealiseerd. Als gedeputeerde ben ik daar fier op!
Door glastuinbouwbedrijven die kort bij elkaar gelegen zijn te koppelen kan het glastuinbouwgebied verder geoptimaliseerd worden. Een warmtenet zorgt ook voor samenwerking met je buurman en maakt een koppeling met de omgeving mogelijk. Hierdoor kan de glastuinbouwsector aangesproken worden voor warmteafzet, maar ook als warmteleverancier. Zo blijkt uit haalbaarheidsonderzoek dat een koppeling tussen een glastuinbouwbedrijf met een WKK (warmtekrachtkoppeling) en een andere warmtevrager zonder WKK (zoals landbouw, industrie, zwembad, appartementsgebouw,…), economische en ecologische voordelen biedt voor beide partijen. Dergelijke koppeling kent geen juridische en wetgevende belemmeringen en kan zowel binnen als buiten de glastuinbouwsector toegepast worden.
Daarnaast zijn er ook tal van andere initiatieven en voorbeelden, waar we vaak op de ondersteuning van VITO kunnen rekenen. In Mortsel zijn er in de buurt van de AGFA-site enkele gemeentegrensoverschrijdende initiatieven. In Wilrijk ten zuiden van Antwerpen zal de ISVAG-verbrandingsoven restwarmte leveren aan bedrijven in het bedrijvenpark Terbekehof. Ondernemingen gebruiken die warmte dan voor hun productieprocessen, voor verwarming en sanitair water.
Ook de Kempen waren de voorbije zeer innoverend en ondernemend, zo hebben we intensieve samenwerkingen met interne drivers zoals VOKA Kempen (naar bedrijven), gemeenten (IOK) en kennisleveranciers (VITO, Thomas More, …).
De Kempische ondergrond blijkt rijk aan groene warmte. Geothermie, een onuitputtelijke bron, diep in de aarde, kan nieuwe woonwijken, de glastuinbouw en bedrijven van elektriciteit en warmte voorzien. Het is geen bevlieging, want gisteren was er in Mol de officiële eerstesteenlegging van de eerste Vlaamse geothermiecentrale voor zowel warmte als elektriciteit. Daar ligt nu ook al een warmtenet en de plannen voor warmtenetten in Mol en Dessel zijn in volle ontwikkeling. De Kempen mag hier terecht fier op zijn.
Naast de bezoeken met Kempische bedrijfsleiders aan centrales in Duitsland, hebben de voorbije jaren in samenwerking met Voka Kempen ook heel wat aandacht besteed aan de communicatie naar jongeren. Het project geothermie voor STEM brengt jongeren op de Balmat site, waar de proefboringen zijn gebeurd. We laten we hen er kennis maken met geothermie en warmtenetten. Met succes, want het eerste jaar werden 45 klassen ontvangen, vorig jaar 60. Dit jaar mikken we op 90 klassen, waarvan we nu al aan 78 zitten. De jeugd is in ieder geval enthousiast over de toekomstige mogelijkheden, waar ook heel wat jobs aan verbonden zijn voor deze regio.
Wij zijn dus zeker niet bij de pakken blijven zitten, en dit is ook niet het laatste dat jullie ervan zullen horen. Wij blijven onze kennisinstellingen, lokale overheden en bedrijven ondersteunen in het uitbouwen van innovatieve oplossingen om duurzamer te werken. Op die manier willen wij als provincie Antwerpen samen met jullie een centrale voortrekkersrol spelen in de energietransitie, vandaag en in de toekomst.
De innovatieve initiatieven en testcases moeten op termijn verder uitgerold worden over onze provincie, en zo al onze economische activiteiten te verduurzamen en veilig te stellen voor de toekomst. We zijn nog maar aan het begin van het baanbrekende werk rond energietransitie en dit is dus eerder de start van wat nog komen moet.