In de pers

8 December 2012

Gazet van Antwerpen: Ludwig Caluwé en Inga Verhaert verdedigen onze regio in de provincieraad.

Na 13 jaar, waarvan 8 jaar als CD&V-fractievoorzitter, verlaat Essenaar Ludwig Caluwé (CD&V) het Vlaams Parlement. Hij wordt als Antwerps gedeputeerde bevoegd voor economie, landbouw, innovatie en financiën. Inga Verhaert (Sp.a) uit Kalmthout, heeft ervaring met de overstap van parlementair naar het provinciale niveau. Vanaf 2006 is zij voor de SP-A bestendig afgevaardigde en ook in de nieuwe deputatie zal zij zetelen met als bevoegdheden onderwijs, jeugd, communicatie, ICT en de nieuwe bevoegheid energie.

Ludwig Caluwé (51) zegt terug te kijken op een zeer boeiende tijd als parlementlid. “Ik denk dat ik mijn steentje heb kunnen bijdragen in het realiseren van de staatshervorming en het op orde houden van de Vlaamse begroting, ondanks de crisis. Ook voor onze streek heb ik soms een duwtje kunnen geven, zoals met het busvervoer naar de scholen. Wat me begon tegen te steken was het voortdurend nalopen van de waan van de dag. Een of andere tweet of een verkeerd gezegd woord en iedereen moet alles laten vallen en daar holderdebolder commentaar op geven. Dat is niet mijn ding.”

Inga Verhaert (43) maakte zes jaar geleden dezelfde reis, van het parlement naar de provincie en geeft aan dat dit een wereld van verschil is. “Het verschil tussen wetgevend en uitvoerend werk is immens. Als backbencher in een parlement kan je je in een paar dossiers verdiepen en daar vragen over stellen en voorstellen doen. In een uitvoerend mandaat moet je over àlles een mening klaar hebben. Je werkt ook intensief samen met een team van de administratie wat als parlementair toch veel minder het geval is. En – belangrijk – je ziet ook vrij snel tastbaar resultaat van je werk. Nog één ding: de provincie Antwerpen is groot. Je bent veel op pad. Het idee dat je “dichter bij huis” komt werken is een illusie. Een typische dag? Afspraken in Kalmthout en Antwerpen, vergadering in Turnhout en bvb ook nog ergens een infoavond in Klein Brabant.”

Ludwig is tevreden dat hij mag meewerken aan het uitwerken van de nieuwe rol die de provincie krijgt. “Geen bestuur dat haantje de voorste speelt”, zegt hij, “maar wel ondersteunend werkt voor de Vlaamse Regering en de 70 gemeenten van onze provincie en dat zo ook ten dienste van de mensen staat. Met mijn bevoegdheden voor de financiën en het vastgoed van de provincie wil ik er voor zorgen dat de provincie een zuinige, efficiënt werkende overheid is. Ik ben ook blij dat ik met de bevoegdheid landbouw in de voetsporen treedt van Vital Van Nueten de vorige Essense gedeputeerde. Mijn twee grootvaders waren boeren, mijn vader slager. Dankzij hun noeste werk, kon ik als eerste van de familie studeren. De tijden zijn natuurlijk enorm veranderd, maar met economie en landbouw kan ik mensen zoals mijn vader en grootvaders een steuntje bieden. Dat doet me wel wat.”

Inga Verhaert is al 6 jaar lid van de bestendige deputatie. Ze vindt het belangrijk om veel te bekijken met eigen ogen om zo je mening te vormen. “De provincie levert fantastisch werk op tal van domeinen. In Kalmthout vind je de uitgebreide Arboretumtuin en het vernieuwde Suske en Wiske museum, het PITO in Stabroek met tal van technische en beroepsopleidingen die toeleiden naar knelpuntberoepen, een nieuw centrum voor deeltijds onderwijs in Kapellen, de fietsostrade tussen Essen en Antwerpen, een talentencentrum voor lagere school kinderen in het vormingscentrum in Malle, het Fransiscanessendomein in Wuustwezel en het domein van de Redemptoristen in Essen die we met de vzw Kempens Landschap veilig stellen voor de gemeenschap.

Ook al bevindt de nieuwe werkstek van Ludwig Caluwé vreest dat er je nieuwe werkplek is zich in Antwerpen en dus dichter bij huis, tijd voor meer vrije tijd zal er niet zijn. “Ik heb al gemerkt dat de agenda snel volloopt. En ook uit Brussel zal ik niet helemaal weg zijn. Voor veel dossiers die voor Antwerpen van belang zijn, moet er bij de Vlaamse of federale regering worden aangeklopt. Maar als er dan toch nog vrije tijd over is, kom ik wellicht goed terecht. Want nu gaat mijn vrije tijd vooral naar aandacht voor erfgoed, recreatief wandelen en fietsen of het proeven van een streekproduct, wat allemaal door de provincie actief bevorderd wordt. Misschien nog een extra reden waarom ik met veel plezier aan mijn nieuwe opdracht begin.”