In de pers

6 February 2018

Gazet van Antwerpen en Het Nieuwsblad: Winkelclusters komen aan Fabiola en Lostraat, Gero Wonen in no-gozone

De provincie Antwerpen heeft samen met de betrokken gemeenten de gebieden afgebakend waarin op termijn nog winkels toegelaten worden langs de N10 van Aarschot naar Lier. Het grootste deel van de belangrijke verkeersas wordt winkelarm gebied, al is er ook plaats voor winkelclusters.

Met dit actieplan rond baanwinkels willen de provincie en de gemeenten de balans herstellen tussen grootschalige detailhandel langs de N10 en de detailhandel in de dorpen langs de gewestweg. De N10 is daarmee de eerste Vlaamse steenweg die op deze manier wordt aangepakt met een plan dat vooral op lange termijn vruchten moet afwerpen.

“De handelskernen in de dorpen dreigen leeg te lopen. Dat vraagt om een doordacht ruimtelijk-economisch beleid. De steenwegen moeten gesaneerd worden, zodat er meer open ruimte komt en de winkels die toch langs de N10 blijven meer geconcentreerd worden in clusters”, zegt gedeputeerde voor Economie LudwigCaluwé.

Ook op het vlak van mobiliteit moet er ingegrepen worden, vindt Luk Lemmens, gedeputeerde van Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit. “De groei aan baanwinkels zorgt ook voor een druk op de mobiliteit, met veel files tot gevolg. Ook de vele afslagbewegingen rond de N10 zorgen voor extra gevaar voor ongevallen”, klinkt het.

Samen betekent meer verkoop

Ten eerste zijn er drie zones aangeduid waar nieuwe winkelclusters kunnen komen. Naast eentje in Aarschot op het einde van de N10 gaat het in de provincie Antwerpen over het kruispunt met de Lostraat (nabij Slaapcomfort Bosmans) en het kruispunt van de vroegere dancing Fabiola, waar de terreinen van de leegstaande magazijnzone van Spar achter de dancing een zee van ruimte herbergen. “In deze clusters wordt grootschalige detailhandel geconcentreerd. Zo wordt elders op de N10 plaats vrijgemaakt voor open ruimte. Het is berekend dat zaken die zich clusteren meer klanten aantrekken dan dat ze ergens anders afgezonderd opereren. Het rendementsvoordeel kan oplopen van 3 tot 15%”, zo klinkt het bij de provincie.

Het centrum van Berlaar-Heikant is dan weer aangeduid als winkelrijk gebied, wat wil zeggen dat de detailhandel er gestimuleerd wordt in combinatie met de functie van wonen.

Langs de baan zijn ook drie zogenaamde 'no-go-zones' aangeduid, waarvan twee in de provincie Antwerpen. De eerste zone ligt tussen Berlaar-Heikant en Fabiola in het voornamelijk landelijke gebied. De tweede zone bevindt zich in het open gebied rond meubelwinkel Gero Wonen in Lier. Ook de bekende meubelzaak zelf ligt in de no-go-zone en moet dus ooit verdwijnen.

“De bedoeling is dat hier de open ruimte hersteld wordt. De bestaande handel wordt in een uitdoofscenario geplaatst. Als de uitbating dus ooit stopt, mag er geen nieuwe winkel komen. De winkel ligt midden in open agrarisch gebied. Er is bij de bouw indertijd wel juridische rechtszekerheid gegeven. Die halen we zeker niet onderuit. Als de winkel nog tientallen jaren wil voortdoen, dan kan dat. Niemand moet verplicht sluiten”, klinkt het bij de provincie.

Ander uitzicht tegen 2030

Al de rest, het grootste deel dus, wordt een zogenaamde winkelarme zone, wat erop neerkomt dat de aanwezige detailhandel kan blijven. Nieuwe zaken worden niet meer toegelaten, met uitzondering van detailhandel tot 100 vierkante meter. Bestaande zaken mogen maximaal met 10% uitbreiden. De bedoeling is dat winkels onder druk van die spelregels ooit beslissen om zich toch in zo'n cluster te vestigen of het centrum op te zoeken. “De afbakening in zones levert voordelen op voor de economische rentabiliteit van de winkels, verlaagt de filedruk op de N10, zorgt voor meer open ruimte, bewaart het agrarisch karakter van de omgeving en verhoogt de leefbaarheid van de omwonenden. Dat zonder aan de rechtszekerheid van bestaande ruimtelijke uitvoeringsplannen of vergunningen te tornen”, vatten gedeputeerden Caluwé en Lemmens nog samen.

Het project is gefinancierd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en het Hermesfonds. Tegen 2030 moet er duidelijk resultaat geboekt zijn en moet de N10 al deels een ander uitzicht hebben.

Bert Provoost