In de pers

24 February 2016

Gazet van Antwerpen: Baanwinkel is niet meer van deze tijd

De provincies Antwerpen, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant en een aantal gemeenten slaan de handen in elkaar om het aantal baanwinkels terug te dringen. De maatregel moet de leegstand in gemeentekernen doen afnemen.

Tussen 2008 en 2014 nam het winkeloppervlak langs grote wegen toe met 170%. Tegelijk nam de leegstand in winkels in gemeentekernen toe met 70%. Die trend houdt aan: in 2015 kwam er in België 150.000 vierkante meter winkeloppervlakte bij, waarvan 41% of 60.000 vierkante meter in shoppingcentra en grote winkels langs steenwegen (cijfers van onderzoeksbureau Locatus).

“We moeten terug naar een evenwicht”, zegt Ludwig Caluwé (CD&V), gedeputeerde economie van de provincie Antwerpen. Hij stelde gisteren samen met zijn Oost-Vlaamse collega Geert ­Versnick (Open Vld) een experiment voor rond twee steenwegen: de N70 Antwerpen-Zwijndrecht-Beveren-Lokeren-Gent en de N10 Aarschot-Putte-Berlaar-Lier. “We willen daar de komende twee jaar bekijken op welke manier we selectiever kunnen zijn in het toelaten van nieuwe baanwinkels en hoe gemeenten hun beleid op elkaar kunnen afstemmen.”

Het probleem is namelijk, zo legt retailexpert Gino Van Ossel uit, dat gemeenten elkaar nu beconcurreren en dat de winkelketens daarvan profiteren. “Liever een baanwinkel in de eigen gemeente dan bij de buren, dan heb je tenminste nog de belastingopbrengst ervan, ook al zuigen ze klanten weg uit de centra. Dat is dan de redenering.”

Uitrollen

Vooral kleding-, schoenen- en voedingswinkels moeten weg van de steenwegen en vestigen zich liever in de kernen. “Wij geven er in de regel geen vergunningen meer voor in de periferie”, zegt Filip Kegels, schepen in Beveren. “Die handel willen we bij ons in het centrum concentreren. We zijn hier al een paar jaar mee bezig. Het is goed dat de provincies en andere gemeenten nu mee de kar trekken.”
De bedoeling van de twee testcases is over twee jaar tot een aanpak te komen die voor heel Vlaanderen kan worden uitgerold.

Gino Van Ossel heeft begrip voor de verzuchtingen. “Je moet realistisch blijven. De winkels vestigen zich daar waar de klanten zijn. Gezinnen met kinderen uit de middenklasse wonen in de periferie, niet in de centra.” Volgens hem is de tijd van de baanwinkels in lintbebouwing wel voorbij. “Met winkel na winkel, telkens met eigen parking. Dat is niet praktisch voor de consument en het zorgt voor problemen in het verkeer. De trend nu zijn retailparken: een aantal zaken rond één parking, zoals bij de Ikea aan de Boomsesteenweg en wat verderop aan de Decathlon.” Maar dat is dan juist weer scherpere concurrentie voor de kernen. Er is nog werk aan de (baan)winkel.

Dirk Hendrikx