De voorzitter:
Aan de orde is het actualiteitsdebat over de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. De heer Joris Van Hauthem: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega's, dit actualiteitsdebat komt op tijd, zeker na de beleidsverklaring gisteren van premier Verhofstadt. In het licht van het regeerakkoord van de Vlaamse Regering moeten we toch een stand van zaken opmaken en vragen wat het standpunt is van de Vlaamse Regering.
Ik zal niet meer uitleggen waarom heel politiek Vlaanderen van oordeel is dat de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde noodzakelijk is. Ik wil wel een aantal citaten uit het verleden aanhalen, om dan te verwijzen naar het regeerakkoord en de huidige situatie te bespreken.
Mijnheer de minister-president, als toenmalig oppositieleider in de Kamer hebt u ooit gezegd dat er maar 5 minuten politieke moed nodig zijn om de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde te splitsen. We zijn verder dan ooit verwijderd van die 5 minuten; we zijn zelfs verder dan ooit verwijderd van het 'onverwijld' uit het regeerakkoord. Ik verwijs naar de verklaring van de voorzitter van het Vlaams Parlement en gewezen ministerpresident Somers van 27 mei 2004. Zij stelden toen dat de splitsing niet voor de verkiezingen kan gebeuren, maar dat het na de verkiezingen bijzonder vlug moet gebeuren.
Ik verwijs naar de voorzitter van sp·a, die voor de verkiezingen zei dat het een rechtmatige eis is die niets met extremisme te maken heeft en dat we het desnoods in het federaal parlement op een eenzijdige manier moeten doen.
Ik wil wat er over deze zaak in het regeerakkoord staat, in vier punten samenvatten. De Vlaamse partijen engageren zich om een wetsvoorstel in te dienen, wat ondertussen is gebeurd, en dat onverwijld goed te keuren. Dit moet los van het forum gebeuren, wat nogal wiedes is, anders kan het niet onverwijld. Er moet geen tegenprestatie tegenover staan ten aanzien van de Franstaligen. De minister-president zal in het kader van het coöperatief federalisme - dat is een term die nergens staat, noch in de Grondwet, noch in bijzondere wetten - de maatregelen nemen die nodig zijn om die splitsing door te voeren. Mijnheer de minister- president, ik zal u straks vragen wat u precies bedoelt met dit coöperatief federalisme.
Vorige week hebt u op deze tribune gezegd dat er qua eensgezindheid in de Vlaamse Regering over de te volgen strategie geen probleem was. De Vlaamse Regering was eensgezind, is eensgezind en zal eensgezind blijven, terwijl we toen al wisten dat zowel qua timing als qua strategie de oneensgezindheid hoogtij vierde. Er was toen al debat over het feit of we het moeten doen in overleg met de Franstaligen en dus met hun goedkeuring of dat we het parlement zijn rol moeten laten spelen en desnoods eenzijdig te zaak in Kamer en Senaat goedkeuren.
Vorige zondag kwam de oneensgezindheid nog eens aan bod in het tv-programma 'De zevende dag', waar uw partij samen met de N-VA zei dat ze er niet over zouden spreken of onderhandelen, want het is zelfs geen extremistische eis, en we het federaal parlement zijn rol zouden laten spelen terwijl VLD en sp·a zeiden dat eerst moet worden getoetst bij de Franstaligen of het in feite wel kan. Er was dus grote verwarring en geen eensgezindheid. Tot ieders verbazing komen 24 uur later, deze week maandag, de vijf Vlaamse partijen samen en ondertekenen ze een wetsvoorstel, dat overigens qua inhoud onze goedkeuring kan wegdragen.
Nadien begint opnieuw de onenigheid over wat men met het wetsvoorstel gaat doen. Ik denk dat CD&V en N-VA een beetje gepakt zijn want uiteindelijk was het een bijzonder belangrijke symbolische daad. De vraag is wat er zal gebeuren met het wetsvoorstel in het licht van het Vlaams regeerakkoord. Een eerste gevolgtrekking van de indiening van het wetsvoorstel afgelopen maandag is dat ze premier Verhofstadt uit de wind hebben gezet, wat schitterend is gezien van de VLD en sp·a. Premier Verhofstadt moest gisteren in Kamer en Senaat niet met een oplossing voor Brussel-Halle-Vilvoorde komen want er was een wetsvoorstel, terwijl het regeerakkoord zegt dat men het zou doen vanaf het begin van het regeerakkoord. Weet u nog, op 'De zevende dag' werd gezegd: we zullen zien wat premier Verhofstadt zegt en als hij niet met een oplossing kan komen, zullen we een wetsvoorstel indienen. Ook uw partij, mijnheer Van Dijck, heeft gezegd het voor de beleidsverklaring van premier Verhofstadt te doen, en daarmee hebt u hem uit de wind gezet. Dat is een symbolische daad die waarschijnlijk, en ik ben er zelfs van overtuigd, als een boemerang in uw gezicht zal terugkeren.
Dan is er de beleidsverklaring van premier Verhofstadt. Hij zegt dat hij geen oplossing heeft voor Brussel-Halle-Vilvoorde. Dat klopt, maar hij zegt ook veel meer dan dat. Daar zit de adder in het gras. Ik citeer hem: 'De institutionele structuur van ons land is zo opgebouwd dat het onmogelijk is om in het parlement welk voorstel dan ook goed te keuren dat manifest ingaat tegen de wil van een van beide grote taalgemeenschappen in ons land. Bovendien is dat ook niet wenselijk. Integendeel, een oplossing moet worden gedragen door een brede consensus in beide grote gemeenschappen. Met andere woorden, er moet een duurzame en doorzichtige oplossing worden uitgewerkt, die zowel door een ruime meerderheid in het parlement als door de betrokken taalgemeenschappen in ons land kan worden onderschreven. De gewesten en de gemeenschappen zullen in de komende dagen worden uitgenodigd om aan zo'n regeling deel te nemen.' Ik moet dan even denken aan het vreemdelingenstemrecht: daarvoor was ook geen meerderheid en geen draagvlak in een van beide taalgemeenschappen. Het is de Vlamingen wel via het parlement door de strot geduwd. Een dossier als Francorchamps is op 24 uur geregeld. Dat was allemaal geen probleem. Nu gaat het evenwel over Brussel-Halle-Vilvoorde, en geeft de premier in feite een sneer aan dit Vlaams Parlement en aan u, mijnheer de minister-president. Het kan volgens hem niet dat een gewone parlementaire meerderheid in de federale Kamer en Senaat dit probleem oplost. Dit moet de goedkeuring hebben van de Franstaligen. Dat is wat premier Verhofstadt gisteren in de Kamer en de Senaat is komen vertellen.
Als ik daarop afga, mijnheer de minister-president, dan kunt u uw regeerakkoord wat dat betreft dus in de prullenbak gooien. Dit komt er immers nooit. Het is een sneer aan de Vlamingen waaruit blijkt dat hij eigenlijk toegeeft aan de chantage van de Franstaligen, die snel een aantal - laten we eerlijk zijn - ridicule wetsvoorstellen hebben ingediend. Het ene voorstel wil terugkeren naar de oude arrondissementen, waarbij Brussel-Halle-Vilvoorde zou blijven bestaan. Het andere voorstel, van de Franstalige liberalen, wil de oude provincie Brabant opnieuw in ere herstellen en als kieskring gebruiken. Dat is te gek voor woorden. Maar, mijnheer de minister-president, belangrijk is dat premier Verhofstadt dat daar niet namens zichzelf heeft gezegd. Hij sprak namens de federale regering en dus ook namens de VLD en de sp·a. De VLD en de sp·a hebben dus ingestemd met het feit dat premier Verhofstadt in de Kamer komt zeggen dat men er eenzijdig niet in zal slagen. Voor hem mag men het wetsvoorstel indienen en alles doen wat men wil, maar dit wordt niet zonder meer goedgekeurd.
Verder kondigt hij aan een soort mini-forum te zullen organiseren. Het tweede punt van uw regeerakkoord was dat het probleem Brussel- Halle-Vilvoorde los van het forum moet worden opgelost. Na de indiening van het wetsvoorstel deden allerlei ideeën de ronde. Zo werd gesteld dat dit op de agenda van het Overlegcomité moest komen, dat er over onderhandeld moest worden. Ik heb eerlijk gezegd in 15 jaar in het parlement nog nooit meegemaakt dat wetsvoorstellen worden overgeheveld naar het Overlegcomité.
Maar goed, de premier heeft dat gisteren in het midden gelaten. Hij nodigt wel de gemeenschappen en gewesten uit om daarover te discussiëren. In wat dan? Niet in het forum. Misschien ook niet in het Overlegcomité. Dan misschien in een soort gremium dat officieel eigenlijk nog niet bestaat. Ik noem het een mini-forum. Dat is vrij surrealistisch. U kunt dan zeggen dat er voldaan is aan uw regeerakkoord. U kunt zeggen: 'Ceci n'est pas un forum.' Natuurlijk is het wel een forum. Premier Verhofstadt ging immers verder. In het overleg waarop u wordt uitgenodigd, zo stelt hij, moet niet alleen over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde worden gesproken. Ik citeer hem: 'Het zou ook wenselijk zijn verder te werken aan de versterking van de samenwerking tussen Nederlandstaligen en Franstaligen binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals de modernisering van de taalwetgeving, de constitutieve autonomie en de rechten van de Franstaligen en de Vlaamse minderheid.' Hij bedoelt dan dat daarover moet worden gesproken binnen het overleg.
Met andere woorden, mijnheer de minister-president, u wordt uitgenodigd op een onderonsje van alle mogelijke regeringen in het land, en dat niet alleen om over Brussel-Halle-Vilvoorde te spreken. Ik vraag me trouwens af wat daarover gezegd moet worden. Laat het parlementair proces in Kamer en Senaat maar zijn normale verloop kennen. De andere wetsvoorstellen komen echter mee in de pot, alsook de rechten van de Franstaligen in de Rand, althans dat zegt de heer Verhofstadt.
Wat moet ik me daar bij voorstellen? Komen dan de rondzendbrief Peeters op tafel, het Minderhedenverdrag, en de modernisering - zoals dat heet - van de taalwetgeving in Brussel? En wat is dat laatste dan? Dat is natuurlijk de eis van de Franstaligen om ze te laten vallen, of tenminste te versoepelen. Verder krijgt ook de constitutieve autonomie van het Brussels Gewest, die eerst in het forum zat, in dat mini-forum een plaats.
Het is niet alleen surrealistisch omwille van de reacties van de heer De Crem, uw fractieleider in de Kamer, die niet wil onderhandelen, en van de heer De Wever in De Morgen en in een persbericht van de Nieuw-Vlaamse Alliantie. Helemaal hallucinant is de suggestie van de premier om de behandeling van de voorstellen tot splitsing van de kieskring Brussel-Halle- Vilvoorde te koppelen aan een ruimere bespreking van andere voetangels die nu al decennialang de communautaire pacificatie in de weg staan.
We moeten weten wat dat betekent. De heer Verhofstadt wil de dingen aan elkaar koppelen in een vergadering waarop u als minister-president wordt uitgenodigd. Vandaag nog zei de heer De Wever in De Morgen: 'Overleg in alle gremia van het parlement en geen misbruik door de oppositie van het wetsvoorstel, tot daar aan toe. Als dat evenwel betekent dat gewesten en gemeenschappen mee aan tafel moeten gaan zitten om te onderhandelen, dan zeg ik nee. No way.'
U zit dus alweer, zoals we hebben voorspeld, met een coalitie die intern compleet verdeeld is over de timing en de strategie. U zit met onbetrouwbare coalitiepartners. Vorige week hebt u hier op de tribune gezegd dat u niets wist van gemarchandeer en gesjacher. Gisteren echter werd u uitgenodigd door de heer Verhofstadt om te gaan marchanderen en sjacheren. Dat is de betekenis van de beleidsverklaring van premier Verhofstadt, ook mee goedgekeurd door uw coalitiepartners in de regering, de VLD en de sp·a, die op dit ogenblik uw geloofwaardigheid als minister- president bijzonder zwaar op de proef stellen.
Ik heb meer en meer de indruk dat de passage in het regeerakkoord dat de splitsing van Brussel- Halle-Vilvoorde onverwijld moet worden goedgekeurd, er in is gekomen na lange onderhandelingen om de N-VA aan boord te krijgen als kartelpartner in deze Vlaamse Regering. De andere coalitiepartners ondermijnen nu echter uw geloofwaardigheid.
Mijnheer de minister-president, u moet een keuze maken. U hebt een Vlaams regeerakkoord. Leg me nu eens uit wat het coöperatief federalisme betekent. Betekent het, zoals minister Bourgeois stelde, die nu - toevallig of niet - afwezig is, dat het Overlegcomité wordt lamgelegd als de splitsing er niet komt? Is die term de stok achter de deur om de splitsing alsnog door te voeren?
Ook moet u me eens de betekenis van 'onverwijld' uitleggen. Als u uw geloofwaardigheid wilt behouden als minister-president van de Vlaamse Regering in dit dossier, in het licht van wat premier Verhofstadt gisteren heeft verklaard en waarmee hij duidelijk de bal naar u en uw kartelpartner doorspeelde, dan kunt u niet op deze uitnodiging ingaan.
Ik zou graag hebben dat u op deze tribune komt vertellen dat u er niet heen gaat en dat u wenst dat het ingediende wetsvoorstel een normale parlementaire behandeling krijgt in zowel de Kamer als de Senaat.
Mijnheer de minister-president, als u hier iets anders komt vertellen, dan zit u met een groot politiek probleem. (Applaus bij het Vlaams Blok)
De heer Ludwig Caluwé:: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega's, op 13 mei van dit jaar zijn de burgemeesters van Halle-Vilvoorde naar de toenmalige minister-president en naar diverse partijvoorzitters getrokken. Ze kregen er de belofte dat men zich zou engageren om het kiesarrondissement te splitsen.
Dit engagement werd gespecificeerd en opgenomen in het regeerakkoord. Dat regeerakkoord werd goedgekeurd tijdens de diverse congressen van de partijen die deel uitmaken van de regering, zowel door mensen met Vlaamse verantwoordelijkheid als door mensen met federale verantwoordelijkheid. Ik kan me niet voorstellen dat een dergelijk engagement, dat korte tijd geleden werd aangegaan, niet zou worden nagekomen.
Ik geef toe dat ik vorige week omwille van een aantal verklaringen, bij momenten even heb getwijfeld. Om mijn bekommernis te kunnen uiten heb ik hier vorige week het woord even gevoerd. Ik heb begrip voor mensen die federale verantwoordelijkheid dragen en in hun verwoordingen rekening houden met een aantal gevoeligheden die leven aan de andere kant van de taalgrens.
Maar niet wat men zegt of welke bewoordingen men gebruikt is belangrijk, wat telt is wat men effectief doet. Gelukkig maar hebben we kunnen vaststellen dat men zich de voorbije dagen scrupuleus aan het regeerakkoord heeft gehouden. Zoals werd opgenomen in dat regeerakkoord, werd door de federale vertegenwoordigers van de partijen die hier de meerderheid vormen, een voorstel ingediend. Het zal worden behandeld en dat zal niet gebeuren in het forum. We vrezen immers dat een behandeling in het forum gelijk staat met een langere behandelingstermijn en met een koppeling met andere zaken. In het regeerakkoord staat uitdrukkelijk dat de kwestie niet kan worden besproken in het forum. De voorbije dagen hoorden we allerlei verklaringen van Franstaligen dat de zaak zou worden toegewezen aan het forum, maar we stellen gelukkig vast dat dat niet het geval zal zijn.
Even terzijde, in het regeerakkoord hebben we het ook over het forum in verband met de integrale agenda en de resoluties die door ons werden goedgekeurd in 1999. Die moeten allemaal op de agenda van het forum worden geplaatst. Bovendien mogen de mensen die erheen gaan niet gebonden zijn aan de afspraak van de federale meerderheid van 26 april 2002, want die zou een paritaire Senaat inhouden. Daarmee kunnen we het uiteraard niet eens zijn.
De agenda van het forum moet dus al onze verzuchtingen die in het regeerakkoord werden opgenomen, omvatten. De resoluties van 1999 moeten integraal deel uitmaken van die agenda. Als we dit forum willen laten slagen, moeten we kijken naar de samenstelling ervan. Het verleden heeft bewezen dat de samenstelling het best kan gebeuren op basis van delegaties van de partijen die ergens in dit land regeringsverantwoordelijkheid dragen. In 1993 vonden gesprekken van gemeenschap tot gemeenschap plaats. De vorige staatshervormingen zijn steeds geslaagd omdat we op basis van partijdelegaties werkten. In elk geval moeten ook federale parlementsleden die daar tot de oppositie behoren maar hier tot de coalitie, deelnemen aan het forum. Zij moeten immers de bijzondere meerderheid leveren om een wet goed te keuren.
De heer Joris Van Hauthem: U hebt het over het forum. Het forum moet dit, het forum moet dat, maar in de beleidsverklaring van premier Verhofstadt lees ik dat de constitutieve autonomie niet meer op het forum wordt behandeld, maar in het orgaan waarvoor de minister-president is uitgenodigd.
De federale parlementsleden moeten naar uw forum komen. De beleidsverklaring van de federale regering is nochtans zeer duidelijk: het zijn de vertegenwoordigers van de regeringen.
De heer Ludwig Caluwé: U moet die beleidsverklaring goed lezen. Er staat in dat de federale regering de deelnemers zal aanduiden. Ze zal toch geen acht ministers van de federale regering aanduiden?
De heer Joris Van Hauthem: Het staat er letterlijk in: ook nog vier van de Vlaamse Regering en twee van de Franse Gemeenschap en twee van het Waalse Gewest. (Rumoer) Verdrink de vis niet. Het gaat hier vandaag niet over het forum, maar over Brussel-Halle-Vilvoorde en de houding van de Vlaamse Regering terzake in de huidige stand van zaken.
De heer Ludwig Caluwé: Daar gaat het inderdaad over.
Ik kom terug bij het wetsvoorstel. Het is een goede zaak dat dit niet in het forum wordt besproken, en dat het zijn normale parlementaire weg kan volgen. Intussen kunnen, zoals in het regeerakkoord staat, de mechanismen van het coöperatief federalisme werken. Iedereen kan zaken op de agenda van het Overlegcomité plaatsen. Daar kan over alles worden gesproken, maar niet om enige toegeving te bekomen.
De heer Van Hauthem had het over het Minderhedenverdrag. In ons regeerakkoord staat uitdrukkelijk dat we dat niet zullen goedkeuren, onder geen enkel beding. Over de taalwetgeving in Brussel staat er uitdrukkelijk dat we ijveren voor tweetalige ambtenaren, niet voor tweetalige diensten. Ik ben ervan overtuigd dat onze vertegenwoordigers zich - net zoals in het verleden - aan het regeerakkoord zullen houden. Er kan natuurlijk wel een klimaat worden geschapen waardoor het wetsvoorstel voor de splitsing met meer spoed kan worden gerealiseerd en goedgekeurd. Het is bijvoorbeeld een goede zaak dat de Vlaamse Regering zich strikt houdt aan de strengste normen van de Hoge Raad voor Financiën. Daardoor krijgen we ruimte om onze eigen schulden af te betalen. Ik weet dat het Vlaams Blok het daar niet mee eens is. Ik heb in een communiqué van het Vlaams Blok gelezen dat het eigenlijk niet kan dat Vlaanderen zo'n groot overschot creëert. (Opmerkingen van het Vlaams Blok)
Ieder moet zijn verantwoordelijkheid nemen. We moeten eerst aantonen dat we ons aan ons engagement kunnen houden. Dat precies heeft de Vlaamse Regering gedaan, en dat wordt bekritiseerd door het Vlaams Blok. Er wordt zogezegd te veel bespaard. Het Vlaams Blok wil dat we potverteren, dat we de Vlaamse schuld niet afbetalen. Daardoor wordt een groter draagvlak gecreëerd om de splitsing van dat kiesarrondissement federaal goed te keuren. Op dat vlak ben ik het eens met de federale premier als hij zegt dat het wenselijk is dat de goedkeuring wordt gedragen door een zo groot mogelijke meerderheid. Waarschijnlijk is hij wel geleerd door het gemeentelijk stemrecht voor migranten, waar een Franstalige meerderheid slechts de steun had van een Nederlandstalige minderheid.
Als dat echter niet lukt, ben ik ervan overtuigd dat de meerderheid in het Vlaams Parlement, en de partijen van deze meerderheid in het federale parlement, zich zullen houden aan het Vlaams regeerakkoord en nadat het voorstel, zoals gisteren werd afgesproken, is ingediend, dat ook zullen goedkeuren als de tijd daar rijp voor is. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Patricia Ceysens : Mijnheer de voorzitter, leden van de regering, collega's, op 15 juli 2004 bereikten de onderhandelaars van de Vlaamse Regering een akkoord over het communautaire hoofdstuk in het Vlaams regeerakkoord. In dat hoofdstuk werd ook de problematiek van de splitsing van Brussel-Halle- Vilvoorde opgenomen.
Het regeerakkoord stelt letterlijk dat uiterlijk voor de start van het parlementair jaar wetsvoorstellen tot splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde worden ingediend en onverwijld worden goedgekeurd. Vorige maandag werd dit wetsvoorstel ingediend. Wat men waar ook suggereert, de VLD en de Vlaamse Regeringspartijen hebben woord gehouden, en zo hoort het ook.
Het komt er nu op aan het wetsvoorstel onverwijld goedgekeurd te krijgen. Dit is ons menens. De vraag waarover we ons vandaag moeten buigen, is hoe we dat moeten doen. Er zijn twee mogelijke strategieën. De eerste strategie is het destructieve federalisme, de andere is het constructieve federalisme. Toegegeven, de eerste strategie is op het eerste gezicht de eenvoudigste en komt erop neer dat de Nederlandstaligen in de Kamer gebruik maken van hun meerderheid en het wetsvoorstel tegen de wil van de Franstaligen doordrukken. Dat is niet moeilijk. We weten allemaal wat daar het gevolg van is: de Franstaligen maken gebruik van hun democratisch recht dat is opgenomen in de Grondwet en stellen de alarm belprocedure in werking. Daardoor belandt het dossier op de tafel van de federale regering waar over dit voorstel wellicht geen akkoord bestaat. Het gevolg daarvan is een diepe regeringscrisis. Ik betwist of een dergelijke crisis in het belang is van Vlaanderen op een ogenblik dat we alles in het werk moeten stellen om aan te sluiten bij de economische heropleving, te meer omdat aan het eind van de rit Brussel-Halle-Vilvoorde niet gesplitst zal zijn. De strategie van destructief federalisme leidt tot niets. Daarom is de VLD voorstander van de tweede strategie, die van het constructief federalisme.
Die strategie staat met zoveel woorden in het Vlaams regeerakkoord: 'Om de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde te realiseren zal de Vlaamse Regering parallel en tegelijk alle institutionele middelen aanwenden waarover ze in het kader van het coöperatief federalisme beschikt.' Mijn fractie roept de Vlaamse Regering op deze middelen onverwijld aan te wenden.
De strategie van het constructief federalisme vertrekt vanuit het basiskenmerk van onze federale structuur. Geen enkele taalgroep kan iets tegen de wil van een andere taalgroep doordrukken. Beide taalgroepen beschikken over een wederzijds feitelijk vetorecht. We zijn gedoemd om met elkaar te praten en akkoorden te sluiten waar we het allebei over eens zijn. Dit miskennen is de Vlamingen bedriegen, maar daar doen wij niet aan mee. Welke oplossing wij in dit halfrond ook mogen bedenken voor de splitsing, we zullen altijd het akkoord van de Franstaligen nodig hebben.
De heer Joris Van Hauthem: Mevrouw Ceysens, uw argumenten lijken logisch, maar zijn dat niet in het licht van het Vlaams regeerakkoord. Als ik uw definitie hoor van destructief federalisme, dan is dat de definitie die ik terugvind in het Vlaams regeerakkoord. Dat is de definitie die ik voor de verkiezingen en tijdens de regeringsonderhandelingen heb gehoord en die ik nu in het Vlaams regeerakkoord terugvind. Constructief federalisme is volgens u datgene wat premier Verhofstadt zegt, namelijk dat er in dit land geen wet kan worden goedgekeurd die enkel een Vlaamse en geen Franstalige meerderheid achter zich krijgt. In tegenstelling tot wat de heer Caluwé net zei, heeft premier Verhofstadt niet gezegd dat het wenselijk is dat dat zo gebeurt. Hij heeft letterlijk gezegd dat het onmogelijk is om in het parlement een voorstel goed te keuren dat manifest ingaat tegen de wil van beide grote taalgemeenschappen in ons land.
Heel politiek Vlaanderen staat achter het wetsvoorstel over de splitsing, en we zijn het er allemaal over eens dat het geen extremistisch voorstel is. Mevrouw Ceysens, u zegt dat de Franstaligen de alarmbelprocedure zullen inroepen. Welnu, dat is een argument dat ik niet neem.
(De voorzitter: De vergadering is geschorst. - De vergadering wordt geschorst om 16.10 uur. - De vergadering wordt hervat om 16.14 uur.)
De heer Joris Van Hauthem: Mijnheer de voorzitter, ik zal mijn redenering afmaken.
Mevrouw Ceysens, u zegt dat de economische toestand zodanig is, dat we ons niet met 'futiliteiten' moeten bezighouden. U zegt dat de Franstaligen voor die futiliteit de alarmbelprocedure zullen opstarten en dus een regeringscrisis veroorzaken. Ik vraag me dan af hoe het staat met hun belangstelling voor de sociaal-economische toestand, hoe het staat met hun belangstelling voor de toekomstige problemen zoals de vergrijzing. We weten allemaal wat de economische toestand van Wallonië is. Ik moet u niet zeggen wat het percentage werklozen is. Toch vinden ze dit geen futiliteit. Ze vinden het probleem over een rechtmatige eis zelfs zo belangrijk dat ze er een regeringscrisis voor over hebben.
Mevrouw Ceysens, dit zou u toch eens aan het denken moeten zetten. Zo zit België in elkaar. (Applaus bij het Vlaams Blok)
Mevrouw Patricia Ceysens: Mijnheer Van Hauthem, niemand van ons vindt dat die splitsing een futiliteit is. Het regeerakkoord leidt ons wel naar wat ik een constructief federalisme noem. Er staat expliciet dat we willen dat de splitsing wordt gerealiseerd.
In 1985 werd een keer de alarmbelprocedure opgestart. De regering is snel daarna gevallen. Een dergelijke procedure opstarten is geen goede zaak. In het Vlaams regeerakkoord wordt gekozen voor een constructief federalisme. Er staat dat we de splitsing zullen realiseren.
De laatste vraag gaat over waar we met de Franstaligen moeten discussiëren. De aangewezen plaats daarvoor is wellicht het Overlegcomité. Daar ontmoeten de verschillende regeringen van dit land elkaar. Daar moet worden getracht een consensus te bereiken. Mijn fractie roept de Vlaamse Regering dan ook op om via het constructief federalisme binnen een institutioneel orgaan een akkoord te bereiken over een probleem dat al meer dan 40 jaar op de politieke agenda staat en dat onverwijld een oplossing verdient. (Applaus bij de VLD)
Mevrouw Caroline Gennez: Mijnheer de voorzitter, leden van de Vlaamse Regering, geachte collega's, er moet me iets van het hart. Ik heb de afgelopen weken en ook vandaag communautaire scherpslijperij van de minst productieve soort horen belijden. Als ik van sommige collega's de verbale krachtpatserij hoor, dan lijkt het wel of ze een aantal Vlaamse varkentjes hier wel zullen wassen. Dat zou een nobele doelstelling zijn als dat mogelijk was.
De splitsing van het kies- en gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde moet onverwijld worden gerealiseerd. Als Vlaamse socialisten zijn we het daarmee eens. In tegenstelling tot wat voor sommige mensen in het Vlaams halfrond geldt, is hét conflict voor ons niet de motivatie. Sp·a-spirit wil een splitsing om inhoudelijke redenen. Het gaat om een kwestie van rechtvaardigheid en het wegwerken van ongelijkheid.
In de Vlaamse Rand rond Brussel moet het goed zijn om samen te leven. Dit houdt in dat iedereen respect voor elkaar opbrengt en aanvaardt dat Halle-Vilvoorde tot het Vlaamse Gewest behoort. De Franstaligen in de Rand rond Brussel moeten, net als iedereen die er zich komt vestigen, bereid zijn een inspanning te leveren om zich te integreren. Men moet zich in Halle-Vilvoorde niet gedragen alsof men in het tweetalige Brussel woont. Om dit tegen te gaan moet de kieskring inderdaad worden gesplitst.
Bovendien hebben we als ernstige politici nog een reden om de splitsing te realiseren. We hebben de plicht om de uitspraken van het Arbitragehof ernstig te nemen. Het hof heeft geoordeeld dat de bestaande toestand in Brussel-Halle-Vilvoorde niet langer houdbaar is. In zijn arrest heeft het hof de ongelijkheid aangeklaagd dat de andere federale kieskringen samenvallen met de provincies, terwijl dit niet zo is voor Vlaams-Brabant. Dit betekent dat kandidaten van de provincie Vlaams-Brabant anders worden behandeld dan kandidaten uit andere provincies. Het Arbitragehof heeft in zijn arrest de federale wetgever tot 2007 de tijd gegeven om deze ongelijkheid ongedaan te maken. Maar geen nood, na meer dan veertig jaar hoeven we echt niet meer zo lang te wachten. De splitsing moet er onverwijld komen en dat betekent zo snel mogelijk. Alleen weten de meesten onder ons dat we in ons coöperatief federalisme alleen maar regionale vooruitgang hebben geboekt en bevoegdheden naar de deelstaten hebben overgeheveld in dialoog met de verschillende regeringen, met de andere taalgemeenschap en met de betrokkenen op het terrein. Sp·aspirit wil de dialoog continu en constructief voeren.
We treden in dialoog met de burgemeesters. We nemen ons engagement van 13 mei ernstig. We gaan voor de splitsing zonder compensaties en zo snel mogelijk. We treden in dialoog met onze partners in de Vlaamse Regering. We dienden eergisteren nog voor de start van het parlementaire jaar in de Kamer het wetsvoorstel inzake de splitsing in. We doen daar niet stoer over, want we hadden dit afgesproken in het Vlaams regeerakkoord. De dialoog met de federale regering en de andere taalgemeenschap willen we ook voeren. We hoeven het voorstel over de splitsing niet te behandelen, uit te stellen of te begraven in een overladen forum en zelfs niet in een miniforum. We kunnen het gerust behandelen in het Overlegcomité, een bestaande structuur dat gerust wat gedynamiseerd kan worden. Ik heb ooit in de Senaat gediend en zolang die niet is hervormd, is dé ontmoetingsplaats tussen de gemeenschappen en de federale regering het Overlegcomité. (Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)
Uiteraard zal het achteraf in het parlement de normale procedure volgen. Mijnheer Van Hauthem, ik vraag me af wat uw doelstelling is. (Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)
Uw doelstelling is een snelle splitsing. Het gebeurt uiterst zelden, maar voor een keer zijn we het eens. Ik garandeer u dat die splitsing er na veertig jaar komt. Het zal me worst wezen of dat morgen of overmorgen is.
De heer Joris Van Hauthem: Tegen welke prijs?
Mevrouw Caroline Gennez: Met uw strategie komt de splitsing er nooit.
De heer Joris Van Hauthem: Er wordt bijzonder creatief omgesprongen met de instellingen in dit land. Er worden wetsvoorstellen ingediend en 'men' beslist dat die in het Overlegcomité worden behandeld. Wie is 'men'? Als ik een wetsvoorstel indien, dan kunnen de regeringen beslissen om het nog even niet te behandelen in het parlement, maar wel op het Overlegcomité.
Waar zijn we in godsnaam toch mee bezig! De indiening van het wetsvoorstel is een louter symbolische daad. Ik wil enkel weten wat het verdere verloop is. Volgens u moet het dossier naar het Overlegcomité. Ik ben het er niet mee eens, maar uw standpunt is tenminste duidelijk.
Mevrouw Caroline Gennez: Ik ben niet de enige die dat heeft gezegd. Het is toch maar normaal dat wij, als constructieve, coöperatieve federalisten die zaken willen realiseren, de dialoog voeren. Wij willen ook dialogeren met de federale regering en de andere taalgemeenschappen. U wilt de dialoog niet voeren. Dat is voor uw rekening. In elk geval is er met uw methode nog nooit iets in dit land gerealiseerd. Laten we aan u vooral geen voorbeeld nemen. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Joris Van Hauthem: Dat is een applaus op alle banken. U vergeet wel dat uw eigen voorzitter voor de verkiezingen heeft gezegd dat de splitsing desnoods eenzijdig en zonder overleg zou gebeuren, maar dat vergeet u even. (Applaus bij het Vlaams Blok)
Mevrouw Caroline Gennez: Het is de eerste keer dat de heer Stevaert van uw fractie applaus krijgt, waarvoor dank. In elk geval zal de splitsing er komen.
Wat de opmerkingen in het arrest van het Arbitragehof betreft, moet ik de federale collega's er toch voor waarschuwen te vermijden dat er een tweede vernietiging komt. De splitsing van de kieskring moet dusdanig gebeuren dat de politieke rechten van de Vlamingen in Brussel en de politieke vertegenwoordiging van de Brusselse Vlamingen in het federale parlement worden gevrijwaard. Daarom kiezen we samen met onze Vlaamse partners in de Kamer voor de horizontale splitsing van het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde. Er moeten twee kieskringen komen: een kieskring Vlaams-Brabant en Brussel voor de Nederlandstaligen en een kieskring Waals-Brabant en Brussel voor de Franstaligen.
Ik wil besluiten met een constructieve oproep aan onze federale collega's en aan dit parlement. We moeten ermee ophouden de super-Vlaming uit te hangen. We moeten elkaar niet meer overtuigen. Iedereen is ervan overtuigd dat de splitsing er moet komen. Na veertig jaar is het echt wel tijd om resultaten te boeken. We moeten eindelijk deze historische kans grijpen, en dat kan alleen als we in dialoog onze verantwoordelijkheid nemen. Want veel geblaat en gebrul is het werk van een Vlaamse nul, en nullen realiseren zelden iets. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Eloi Glorieux: Mijnheer de voorzitter, geachte collega's, de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde staat al veertig jaar op de agenda van de Vlaamse beweging. De afgelopen anderhalf uur doen me hopen dat de eensgezindheid waarmee alle Vlaamse partijen voor de verkiezingen achter het standpunt van de burgemeesters van de Vlaamse Rand stonden, vandaag onverminderd geldt. Ik geef toe dat in mijn partij, zoals in andere partijen waarvoor communautaire thema's niet echt de grote bestaansreden uitmaken, niet iedereen per se ervan overtuigd is dat van de splitising zo'n belangrijk politiek breekpunt moet worden gemaakt.
Ik ben zelf inwoner van Hoeilaart, een mooie Vlaamse randgemeente. Hoeilaart zit geprangd tussen Brussel in het noorden en Wallonië in het zuiden. Hoeilaart is het dunne strookje grond waar Vlaanderen slechts één gemeente dik is. In het zuiden grenzen we aan La Hulpe, in het westen aan de faciliteitengemeente Sint-Genesius- Rode en in het oosten aan de Vlaamse gemeente Overijse waar ondertussen al 30 percent van de inwoners Franstaligen zijn. U zult begrijpen dat ik er mij bewust van ben dat zo'n splitsing er wel degelijk moet komen.
Al zijn communautaire thema's traditioneel geen speerpuntactie voor de groenen, toch staat Groen! duidelijk achter het standpunt van de burgemeesters van de Vlaamse Rand en dus achter de splitsing van zowel het politieke als het gerechtelijke arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde. Deze splitsing moet er zowel vanuit een politieke als een juridische logica komen, maar evenzeer vanuit de principes van beter bestuurlijk beleid.
De splitsing is in de eerste plaats een logisch gevolg van de staatshervorming die van het toenmalige unitaire België een moderne federale staat maakte en door een meerderheid van zowel Franstalige als Nederlandstalige partijen is goedgekeurd.
De splitsing wordt ook opgelegd door de rechtspraak van het Arbitragehof, dat in een arrest van 26 mei 2003 het volgende bepaalde. Als de huidige indeling in provinciale kieskringen gehandhaafd blijft, moet de wetgever binnen een termijn van 4 jaar de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde splitsen en na de splitsing moet het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde deel uitmaken van de kieskring Vlaams-Brabant. Dit arrest laat niet veel ruimte over voor interpretatie.
De splitsing van zowel het politieke als het gerechtelijke arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde is ook logisch vanuit de principes van beter bestuurlijk beleid. Ik geef een concreet voorbeeld. Als er een overtreding plaatsvindt in het Pajottenland, gebeurt het vaak dat de rechter in Brussel de zaak seponeert of niet prioritair behandelt omdat hij door zijn prioriteiten, namelijk de criminaliteit in Brussel, andere katten te geselen heeft. In die context is de splitsing ook logisch.
Groen! blijft dus voorstander van de splitsing Brussel-Halle-Vilvoorde, maar heeft wel vragen bij de politique politicienne die hier wordt opgevoerd. In de eerste plaats wordt een daadwerkelijke splitsing op die manier veeleer gesaboteerd dan bespoedigd. Er is in het Vlaams regeerakkoord, wat niet erg gebruikelijk is, ingeschreven dat de Vlaamse partijen in de federale Kamer een wetsvoorstel zouden indienen als er bij de start van het federale parlementaire jaar geen oplossing uit de bus was gekomen. Iedereen keek reikhalzend uit naar de beleidsverklaring van premier Verhofstadt. Zelf had hij ze nog niet lang geleden aangekondigd als de moeder van alle regeringsverklaringen die alle problemen van het land, zoals DHL of de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, zou oplossen.
Maar de federale regeringsverklaring heeft de facto weinig problemen opgelost. De premier en de federale regering hebben als struisvogels hun kop in het zand gestoken. Intussen hebben de Vlaamse democratische partijen in het federale parlement hun wetsvoorstel ingediend, wat prompt werd gevolgd door een wetsvoorstel van de PS, CDH en MR. Dat betekent dat er willens nillens moet worden gepraat met de Franstalige partijen. Een volgende probleem is waar dat moet gebeuren, in het parlement of in het forum. Het gekissebis begint dus opnieuw.
Er is nog een ander heikel punt dat zonet even door de vorige spreker is aangehaald. Wat moet er gebeuren met de effecten van een eventuele splitsing voor de Nederlandstalige Brusselaars? Vlaanderen laat Brussel niet los. Dat was nog niet lang geleden een wijd verspreide en gedragen slogan. Vandaag is er zelfs een voorzitter van een vooraanstaande regeringspartij die dreigend stelt dat Vlaanderen Brussel financieel zou moeten droogleggen. Dat verwondert mij. Ik pleit ervoor dat wij erop toezien dat er een oplossing wordt uitgewerkt voor de Vlamingen in Brussel, die als gevolg van de splitsing wel eens de rekening zouden moeten betalen. Wij roepen alle partijen in het federale parlement op om hier rekening mee te houden.
Ten slotte moeten we er allemaal bewust van blijven dat de beste garantie voor het bewaren van het Vlaams karakter van Vlaams-Brabant berust in het bewaren van het groene karakter van de Vlaamse Rand. Om dit te doen moet de stadsvlucht worden gestopt. De stadsvlucht zorgt voor een steeds grotere verstedelijking van de Vlaamse Rand. De verdere industrialisering van de groene gordel rond de hoofdstad moet een halt worden toegeroepen. Hoe meer bedrijven zich in de Vlaamse Rand vestigen, hoe meer niet-Nederlandstalige werknemers zullen worden aangetrokken. Op termijn zullen deze werknemers zich op hun beurt in de Vlaamse Rand vestigen. De horecazaken die rond deze nieuwe bedrijven hangen, zullen zich tot de Franstalige klanten richten. Op die manier zal de streek bij beetje verfransen en zullen de Nederlandstaligen in hun eigen gemeenten in de verdrukking terechtkomen.
Groen! staat volmondig achter de eis om de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde te splitsen. We roepen de verschillende regeringen in dit land en de Vlaamse Regering in het bijzonder op om in een versterking van het groene karakter van de Vlaamse Rand te investeren. We moeten meer bossen en open landschappen verwerven en vrijwaren. We moeten de stadsvlucht stoppen en de industrialisering, zoals in het geval van DHL, inperken.
De Vlaamse Rand zal tevens een groene rand moeten zijn of ze zal stoppen een Vlaamse rand te zijn. (Applaus bij Groen! en bij Spirit)
De heer Mark Demesmaeker: Mijnheer de voorzitter, tot spijt van wie het benijdt is de eerste stap in het Vlaams regeerakkoord alvast uitgevoerd. Uiterlijk bij de start van het federale parlementaire zittingsjaar is een wetsvoorstel tot splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde ingediend. We zitten, met andere woorden, nog steeds op koers.
De N-VA is tevreden dat de Vlaamse regeringspartijen als één front een wetsvoorstel hebben ingediend dat de snelle splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde mogelijk maakt. Voor de verkiezingen was deze snelle splitsing een van onze belangrijkste programmapunten. Na de verkiezingen is dit voor ons het geval gebleven.
Het Vlaams regeerakkoord stelt zonneklaar hoe het nu verder moet: het wetsvoorstel moet onverwijld worden goedgekeurd. Het moet niet in een of ander forum, overlegcomité of mini-forum worden behandeld, maar moet de normale parlementaire behandelingen krijgen. Dit is niet meer dan normaal. Afgelopen maandag hebben de voorzitters van de Vlaamse meerderheidspartijen dit tijdens een overlegvergadering bevestigd. Concreet betekent dit dat het wetsvoorstel door de bevoegde parlementaire commissies zal worden besproken.
Om deze doelstelling te realiseren, zal de Vlaamse Regering, parallel en tegelijkertijd met deze besprekingen, alle institutionele middelen aanwenden waarover ze in het kader van het coöperatief federalisme beschikt. Deze cruciale passage is op vraag van de N-VA in het Vlaams regeerakkoord opgenomen. (Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)
Mijnheer Van Hauthem, ik zal u onmiddellijk uitleggen wat dit precies inhoudt. Voor ons kan deze passage slechts een enkele betekenis hebben. Dit is tijdens de regeringsonderhandelingen trouwens duidelijk gebleken.
Indien de Franstaligen doelbewust blokkeringsof vertragingsstrategieën hanteren, zal de Vlaamse Regering alle mogelijke middelen gebruiken om druk uit te oefenen. De Vlaamse Regering heeft immers een stok achter de deur. Om welke middelen het precies gaat, blijkt uit een interview met minister Bourgeois en minister-president Leterme dat op 17 juli 2004 in De Standaard is verschenen. Tijdens dit interview heeft minister Bourgeois het duidelijk over 'samenwerkingsakkoorden die afgesloten moeten worden in het Overlegcomité van de Regio's of afspraken in verband met het Stabiliteitspact'.
Wat dit niet inhoudt, is al even duidelijk. Over de splitsing van de kieskring zal geen onderhandelingsronde worden georganiseerd. (Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)
Dat is ons standpunt niet. Ik verwijs hier nogmaals naar de verklaringen die minister Bourgeois en minister-president Leterme hierover in De Standaard hebben afgelegd.
De heer Joris Van Hauthem: Mijnheer Demesmaeker, ik heb in mijn uiteenzetting gevraagd wat de inhoud is van het coöperatief federalisme. Ik heb van twee meerderheidspartijen heel duidelijke, maar heel verschillende antwoorden gehoord.
Voor mevrouw Ceysens betekent het coöperatief federalisme dat dit dossier naar het Overlegcomité moet. Mijnheer Demesmaeker, ik heb begrepen dat u zegt dat het Overlegcomité moet worden lamgelegd. Dat is een groot verschil, maar jullie zitten wel samen in de regering. Ik hoop straks van de minister-president te vernemen wat nu het antwoord is.
De heer Mark Demesmaeker: Mijnheer Van Hauthem, wij hebben ervoor gekozen - en ik weet dat u een andere strategie hebt - om resultaat te behalen. We willen de splitsing van Brussel- Halle-Vilvoorde doorvoeren.
Natuurlijk willen we op een constructieve manier verder werken aan het uitvoeren van een Vlaamse eis die al meer dan 40 jaar oud is. Constructief betekent zonder spelletjes te spelen.
Mijnheer Van Hauthem, wij willen dit dossier niet misbruiken om de federale regering te laten vallen. De bespreking zal niet gevoerd worden vanuit de tegenstelling tussen federale oppositie en meerderheid. Wij streven één welomschreven doel na: de splitsing van de kieskring Brussel- Halle-Vilvoorde. Het komt er enkel en alleen op aan eindelijk resultaat te boeken. Dit moet de bezorgdheid zijn van alle partijen, meerderheid en oppositie. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
De meerderheidspartijen hebben een duidelijk akkoord en een duidelijke strategie. We gaan er nog altijd van uit dat de afspraken worden nageleefd. Dan zullen we ook resultaat boeken, en worden de wetsvoorstellen onverwijld goedgekeurd. Er is veel te doen over het woord onverwijld, maar er is maar één interpretatie: onverwijld betekent zo snel mogelijk. Dat wil zeggen dat de wetsvoorstellen onmiddellijk ontvankelijk worden verklaard en de besprekingen in de commissies onmiddellijk aanvangen. Natuurlijk worden de normale parlementaire procedures in acht genomen. Natuurlijk gaan we een gesprek niet uit de weg. Waarom zouden we? We weten allemaal dat veel en geduldig overleggen soms kan helpen.
We willen praten, maar we moeten wel weten waarover. Vlaanderen vraagt enkel dat de Grondwet wordt toegepast, in overeenstemming met het arrest van het Arbitragehof. Dit moet nog eens duidelijk worden gemaakt, maar het is voor ons uitgesloten dat er communautaire toegevingen gebeuren. Er komt geen 'pakkettering'. Dat de Belgische premier daarover gisteren in zijn beleidsverklaring iets anders zou hebben gesuggereerd, namelijk om de behandeling van de splitsing te koppelen aan een ruimere bespreking van andere voetangels die al decennia lang de communautaire pacificatie in de weg staan, laten we volledig voor zijn rekening. De realiteit is op dit ogenblik nog altijd anders.
De Vlaamse Regeringspartijen hebben zich geëngageerd niet te morrelen aan de taalwetgeving, geen uitbreiding van de faciliteiten toe te staan en nooit het minderhedenverdrag te ratificeren. Dit staat met zoveel woorden in het regeerakkoord.
Ik wil er ook op wijzen dat de passage over de splitsing als volgt begint: 'De Vlaamse Regering en haar regeringspartijen nemen het engagement, zoals verwoord in de verklaring van 13 mei 2004 ten overstaan van de burgemeester van het arrondissement Halle-Vilvoorde, over.' We mogen niet vergeten wat toen is gebeurd. Op uitnodiging van toenmalig minister-president Somers overlegden de partijvoorzitters Sterckx, Stevaert en Van Weert met de vijf burgemeesters van het uitvoerend comité van de Conferentie van Burgemeesters van Halle-Vilvoorde. Ook toenmalig minister van Binnenlandse Aangelegenheden Van Grembergen nam deel aan het overleg. Na dit overleg ondertekenden de partijvoorzitters, toenmalig minister-president Somers, toenmalig minister Van Grembergen en de burgemeesters een gemeenschappelijke verklaring. Daarin engageerden de partijvoorzitters zich niet enkel om de splitsing op de federale agenda te plaatsen, er staat ook in dat Vlaanderen daarvoor geen prijs hoeft te betalen.
Ik zit nog niet lang in deze assemblee. Tot voor een half jaar was ik als journalist wel een bevoorrecht waarnemer. Het was mijn opdracht om het publiek in te lichten. Ik weet dan ook een en ander over perceptie. De Vlaamse partijen hebben in de aanloop naar de jongste verkiezingen de boodschap gebracht dat ze de burgemeesters steunen, de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde willen splitsen - want dit is een grondwettelijk recht - en er geen enkele prijs voor betalen. Dat is hun belofte, dat is wat de mensen onthouden hebben en dat is wat de mensen nu verwachten, namelijk splitsen, nu en zonder prijs.
Het is dan ook bijzonder jammer dat de afgelopen weken allerlei proefballonnetjes zijn opgelaten over mogelijke compensaties aan de Franstaligen: uitbreiding van de faciliteiten, goedkeuring van het minderhedenverdrag, kiesrechten in Brussel of Wallonië, afwijkende regelingen in rechtszaken. Alleen al het idee dat sommige Vlaamse politici nog maar aan toegevingen durven denken. Dat iedereen goed beseft wat er de volgende dagen en weken op het spel staat: onze geloofwaardigheid in dit dossier, en bij uitbreiding in de politiek in het algemeen. Het gaat om de vraag of politici menen wat ze zeggen en doen wat ze beloven.
Wie zegt dat niemand wakker ligt van de splitsing, wil ik wel eens uitnodigen zijn oor te luisteren te leggen in mijn geboortestad Halle of elders in de streek. We zien al tientallen jaren de inmenging van Franstalige politici en de verfransing toenemen. Mensen willen dat dit stopt en daar kan de splitsing precies toe bijdragen. Dit is het dossier waar alle Vlaamse partijen hun eensgezindheid kunnen tonen en hun geloofwaardigheid kunnen herwinnen. Ik herhaal: wij zitten wat dat betreft volledig op koers, laten we die koers alstublieft aanhouden.
In december 2003 heeft het Vlaams Parlement unaniem een resolutie goedgekeurd over de splitsing. Ze was trouwens ook opgenomen in het vorige regeerakkoord 'Een nieuw project voor Vlaanderen', bij de noodzakelijke hervormingen. Het parlement, met de steun van alle Vlaamse partijen, heeft toen de Vlaamse Regering met aandrang gevraagd het regeerakkoord op dit punt uit te voeren en ervoor te zorgen dat de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde en het gerechtelijk arrondissement Brussel zouden worden gesplitst voor de volgende Europese verkiezingen. Die Europese verkiezingen zijn ondertussen achter de rug en de kieskring is niet gesplitst. We zijn dus al lang over tijd.
Mag ik tot slot nog even verwijzen naar het opiniestuk in De Standaard van 27 april 1995, geschreven door de heer Achten, die ondertussen een mooie carrière heeft opgebouwd bij de VLD? Men zou kunnen denken dat het een zeer recente tekst is, maar hij is niet de voorbije dagen geschreven, wel een kleine tien jaar geleden.
Ik citeer: 'Er is al zoveel gepraat en gezeurd dat het oud en versleten lijkt. Maar ondanks de vele communiqués en de vermelding in redevoeringen is het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde nog steeds niet gesplitst. Dat betekent dat inwoners van bijvoorbeeld Londerzeel de lijsten van alle Franstalige Brusselse partijen onder hun neus krijgen. Dat betekent dat een Franstalige die in Asse woont, het bestendig gevoel krijgt dat dit een Brusselse achtertuin is, waar hij voor dezelfde Franstalige politici kan stemmen dan in de 19 Brusselse gemeenten en waar het bijgevolg niet dringend is om zich aan te passen aan zijn nieuwe Vlaamse omgeving. Resultaat: een hoogst bevreemdende situatie in dit formeel federale koninkrijk, want de begrenzing van Vlaanderen wordt hierdoor een nogal relatieve zaak. ( ) Dus is de splitsing, de snelle splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde een noodzaak. En een prioriteit.' Dit is dus geschreven in 1995. Ik sla een passage over om tot zijn besluit te komen: 'Best is ( ) om vervolgens de zaak op de politieke agenda te plaatsen. Trouwens dat had al moeten gebeuren, want dit probleem is overrijp.'.
Collega's, als dit probleem 10 jaar geleden al overrijp was, wat is het dan nu? Door en door verrot natuurlijk. Dat maakt het misschien wel moeilijk om het op te lossen, maar moeilijk gaat ook. We staan al verder dan we ooit hebben gestaan. Laten we ervoor gaan. (Applaus bij de meerderheid)
De heer André Denys:: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, geachte leden, toen ik maandagavond het journaal bekeek, was ik een bijzonder gelukkig man toen ik de CD&V-fractieleider, de heer De Crem, hoorde zeggen dat dit een historisch ogenblik was. Hij verwees naar het feit dat de grootste Vlaamse politieke fracties eensgezind een wetsvoorstel hadden ondertekend over deze aangelegenheid.
Ik was gelukkig omdat de voorbije dagen de sfeer was ontstaan dat de VLD een onbetrouwbare partij is en dat wij dat wetsvoorstel niet mee zouden indienen. In naam van alle VLD-fractieleden zeg ik: de VLD is een betrouwbare partij, en in dit dossier zal de VLD ook betrouwbaar zijn. Er is echter één grote voorwaarde: dit dossier mag niet worden misbruikt om een putsch te plegen op de federale regering. Dat moet iedereen zeer duidelijk weten.
De heer Joris Van Hauthem: Uw vertrouwen in de minister-president is zeer groot.
De heer André Denys: We hebben in deze zaak vertrouwen in de minister-president, maar in het verleden hebben een aantal eminente CD&Vfractieleden al te veel verklaard dat dit dossier een breekijzer wordt tegen de federale regering. We hebben dus vertrouwen, maar willen toch waarschuwen. Dat is onze houding.
Het verheugt me ook dat er een Vlaams front is ontstaan. Er is gewag gemaakt van de democratische partijen, maar ik maak een ander onderscheid. Er is een Vlaams front ontstaan tussen partijen die een oplossing willen zoeken voor communautaire problemen via een dialoog tussen Franstaligen en Vlamingen. Er is één partij die geen oplossing wil zoeken op basis van dialoog: dat is het Vlaams Blok. Deze partij wil de communautaire problemen oplossen door een conflict. (Rumoer/Opmerkingen bij het Vlaams Blok)
Ik heb u nooit een strategie horen bepleiten waarbij u wilt gaan spreken met de Franstaligen. Het Vlaams Blok wil de conflictstijl en geen dialoog.
De heer Joris Van Hauthem: Dat staat ook niet in het regeerakkoord! Zowel vorige week als vandaag verwijs ik alleen naar het Vlaamse regeerakkoord, dat ik zelfs niet mee heb goedgekeurd, maar dat u hebt goedgekeurd. Als parlementslid mag ik dat toch wel?
De heer André Denys: Ontken uw eigen natuur niet! U wilt niet praten met de Franstaligen. Dat betekent dat u een conflictstijl wilt. Is een dialoog met de Franstaligen nu zo verkeerd met betrekking tot dit probleem, waarvan iedereen beaamt dat het al 40 jaar de verhoudingen tussen Franstaligen en Vlamingen bemoeilijkt?
De heer Filip Dewinter: Mijnheer Denys, het Vlaams Blok wil met de Franstaligen praten, maar niet zoals u dat nu al zovele jaren doet en ook deze regering dat opnieuw blijkbaar zal gaan doen. We willen met de Franstaligen praten vanuit de meerderheidspositie waarover we als Vlamingen beschikken, met 60 percent van de bevolking, terwijl zij 40 percent uitmaken. We willen met de Franstaligen praten zonder op voorhand uit te sluiten dat we desnoods kiezen, indien de Franstaligen niet willen ingaan op onze terechte verzuchtingen, voor Vlaamse onafhankelijkheid. Dat is het uitgangspunt van een gesprek dat het Vlaams Blok met de Franstaligen wil voeren. U moet de zaken dus niet anders voorstellen dan ze zijn.
U gaat praten met de Franstaligen met in uw achterhoofd de absolute zekerheid dat u hoe dan ook tot toegevingen bereid bent. Welnu, wij zijn dat niet. En mocht u ooit met de Franstaligen willen praten zoals wij dat doen, dan zou u voor de eerste keer misschien een aantal punten scoren, en erin slagen binnen te halen wat we rechtmatig mogen en durven eisen in Vlaanderen. Dat is de essentie van ons uitgangspunt in ieder gesprek met Wallonië en met de Franstaligen. (Applaus bij het Vlaams Blok)
De heer Bart De Wever: Mijnheer de voorzitter, ik zou even het geheugen van de fractieleden van het Vlaams Blok willen opfrissen. Collega's, ik herinner u aan 22 januari 2004, toen u de federale kieshervorming op Europees en Vlaams vlak hebt helpen goedkeuren in de Kamer, ondanks het feit dat daarbij niet werd voorzien in de splitsing van het kiesarrondissement. Ik herinner u aan de dag dat u een amendement van de heer Bourgeois over de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde niet mee goedkeurde, en de dag dat u zelfs een meerderheid hebt helpen leveren voor een herfederalisering - het opnieuw unitair Belgisch maken - van de aanduiding van de provinciehoofdplaatsen van de kieskringen.
Daarmee hebt u heel trouw de kiespropaganda uitgevoerd die u in Brussel hebt verspreid: 'rien changer au statut de Bruxelles'. Als we spreken over geloofwaardigheid, dan moeten we weten waarover we spreken. (Applaus bij CD&V, de NVA en de VLD/Opmerkingen bij het Vlaams Blok)
De heer Joris Van Hauthem: Mijnheer De Wever, we hebben die mythe al 580 keer weerlegd, maar u kunt ze natuurlijk in leven proberen te houden.
De heer Bart De Wever: Mijnheer Van Hauthem, in uw kiespropaganda stond letterlijk dat het Vlaams Blok de enige partij was die inzake Brussel nooit de Vlaamsgezinde kaart heeft getrokken. Ik zeg het in het Nederlands, maar het stond er wel in het Frans. Hou u dus aan uw kiesbelofte en zwijg over dat dossier, want u bent niet geloofwaardig. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
De heer André Denys: Het was mijn bedoeling een sereen betoog te houden. Ik heb één keer het Vlaams Blok een concreet voorstel weten doen om een communautair probleem op te lossen, namelijk het voorstel van de heer Tastenhoye om een oplossing te geven aan het probleem van Brussel. Hij stelde voor de Brusselaars uit te roken, als ze zich niet zouden bekennen tot Vlaanderen. Iedereen weet dat als u de zaken concreet moet invullen, u alleen maar een conflictstijl hanteert, en niet de dialoog.
Collega's, is een aanpak door middel van dialoog slecht voor Vlaanderen? Het hangt ervan af welk soort Vlaanderen we willen. Willen we een open Vlaanderen, dat niet bang is om te praten met andere culturen?
Mijnheer de minister-president, ik heb deze week in De Standaard uw standpunt gelezen over de hoofddoeken. U zei daarin openlijk aan de migrantengemeenschap dat we bereid moeten zijn in de Vlaamse samenleving om te gaan met andere culturen en hun identiteit te respecteren. Als we bereid zijn met de allochtone gemeenschap en met andere culturen om te gaan op een open wijze, waarom kunnen we dat dan niet met de Franstaligen in Vlaanderen?
Op dit punt vertoont het Vlaams Parlement een zwakheid. We hebben achttien culturele verdragen gesloten met diverse landen, zelfs met Frankrijk, maar niet met de Franstaligen in dit land. Ik ben daar niet fier op als Vlaming. Wij pleiten voor een open dialoog en voor een open Vlaanderen, maar dat hebben we niet gekund. (Opmerkingen van de heer Karim Van Overmeire)
Collega's, er is een tweede reden waarom ik bijzonder verheugd ben over de aanpak. Mevrouw Morel, ik raad u aan om goed te leren luisteren, want u bent nog jong in dit parlement. Het is de eerste keer dat in onderhandelingen over een moeilijk communautair probleem, de Vlaamse overheid als volwaardig en nevengeschikt wordt beschouwd. In het verleden hebben we in dit Vlaams Parlement veel resoluties goedgekeurd. Bij de uitvoering ervan werd de Vlaamse overheid echter zo goed als nooit betrokken. We werden niet betrokken, noch tijdens de regering-Dehaene, noch tijdens de voorbije legislatuur van de regering-Verhofstadt.
Intern hebben we erg hard gewerkt aan die resoluties en we hebben heel sterke standpunten naar voren gebracht, maar bij het nemen van de uiteindelijke beleidsbeslissingen waren we een ondergeschikt bestuur, geen volwaardig nevengeschikt bestuur. Nu krijgen we voor de eerste keer die kans. De reden daarvoor is waarschijnlijk de asymmetrische regeringssamenstelling. Waarschijnlijk is het daardoor dat we voor het eerst worden betrokken in een beleidsbeslissing over een communautair probleem.
De heer De Crem noemde het ondertekenen van het wetsvoorstel een historisch feit. Ik vind dat een beetje voorbarig. Het is een belangrijk feit, maar het wordt pas historisch wanneer we erin slagen om vanuit de Vlaamse overheid in de geest van een coöperatief federalisme te onderhandelen met de Franstaligen om een oplossing te bereiken. Als dat lukt, dan zetten we een ongelofelijke stap vooruit in de opwaardering van het Vlaams niveau en stappen we over van een feitelijke ondergeschiktheid op een volwaardige nevengeschiktheid.
Collega's, dit is een historische kans. Mijnheer de minister-president, onze fractie steunt u ten volle om deze kans te grijpen op de manier die mevrouw Ceysens heeft voorgesteld. (Applaus bij de VLD en sp·a-spirit) ..
Mevrouw Else De Wachter: Mijnheer de voorzitter, waarde leden van de Vlaamse Regering, beste collega's, de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde vormt voor ons Vlamingen, nu al meer dan 40 jaar een brandend strijdpunt - en terecht!
Het Arbitragehof heeft een arrest geveld waarbij duidelijk wordt gemaakt dat het in stand houden van de huidige kiesomschrijving Brussel-Halle- Vilvoorde volledig haaks staat op de provinciale indeling die voor de andere kieskringen geldt en aldus een schending betekent van het gelijkheidsbeginsel zoals dat is verankerd in de Grondwet.
Het Arbitragehof benadrukt tevens in een van zijn kernoverwegingen dat het bij de splitsing van het kiesarrondissement niet verboden is om af te wijken van de regels die gelden in andere kiesomschrijvingen. Het Arbitragehof zegt bovendien nergens in zijn befaamd arrest dat de lijstverbinding tussen de Vlaamse lijsten en Brusselse lijsten geen evenwichtige maatregel zou zijn. Daarenboven kan verwezen worden naar het advies van de Raad van State bij het wetsvoorstel van de burgemeesters waarin de Raad duidelijk stelt geen bezwaar te hebben bij de apparenteringsregel op zich.
Dames en heren, dat alles toont duidelijk aan dat ons voorstel tot splitsing niet onredelijk is, integendeel, het is een gerechtvaardigde eis. In die zin verdient het federaal ingediende wetsvoorstel van de Vlaamse meerderheidspartijen alle steun en kan het onze steun gebruiken! Laat ons nu eensgezind en - zeer belangrijk - in alle sereniteit trachten met dit voorstel een constructieve invulling te geven aan het arrest van het Arbitragehof. Het is een zeer goed uitgewerkt voorstel dat past binnen ons grondwettelijke kader en dat we niet naast ons neer kunnen leggen.
Met het indienen van een wetsvoorstel op federaal vlak voeren we ook het Vlaams regeerakkoord uit. Niets belet ons om ons daarin loyaal en constructief op te stellen. Dit wil niet zeggen dat er zomaar prijzen moeten worden betaald. In dit verband past het te verwijzen naar de bepaling in het regeerakkoord waarbij de ratificatie van het Minderhedenverdrag wordt uitgesloten. Van deze bepaling kan absoluut niet worden afgeweken.
Daarnaast moet het pact dat afgesloten werd tussen de burgemeesters en de partijvoorzitters, loyaal worden uitgevoerd. Die overeenkomst zegt zeer duidelijk dat de partijvoorzitters zich uitdrukkelijk zullen inzetten om dit dossier op de federale politieke agenda te plaatsen. Ons federaal wetsvoorstel tot splitsing blijft, aangepast aan de opmerkingen van de Raad van State, volledig geïnspireerd op het baanbrekend, voorbereidend werk van de burgemeesters, de schepencolleges, de gemeenteraden van Halle-Vilvoorde en de provincieraad van Vlaams-Brabant.
Als inwoner van de Vlaamse Rand begrijp ik de houding en de actie van onze burgemeesters en de lokale mandatarissen maar al te goed. Zij hebben duidelijk aangetoond hoe onlogisch de huidige situatie en de instandhouding van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde wel is. Ik wil daarom graag al die mandatarissen een hart onder de riem steken in hun strijd voor de splitsing van zowel het kies- als het gerechtelijk arrondissement. De burgemeesters hebben door hun actie een historisch unieke Vlaamse eendracht weten te realiseren. Mag ik dan ook een warme oproep doen aan de Franstaligen om zich te bezinnen over de essentiële beginselen van onze rechtsstaat. Zij moeten beseffen dat de splitsing van het kiesarrondissement er voor ons moet komen, willen we in de toekomst handelen conform de grondwet, conform de rechtspraak van het Arbitragehof, conform onze staatsstructuur met zijn indeling in taalgebieden en het vastleggen van de grenzen van onze gewesten en gemeenschappen.
In dit dossier staat onze politieke geloofwaardigheid op het spel! Laat het federaal parlement zeer snel, maar constructief, de splitsing realiseren. De tijd is er trouwens rijp voor en het geduld van de burgemeesters en hun inwoners is al lang op. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Christian Van Eycken: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, leden van de regering, collega's, het zal niemand verwonderen dat we als Franstaligen tegen de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde zijn.
We hebben ons standpunt reeds bekendgemaakt. De zes burgemeesters van de faciliteitengemeenten zijn ertegen omdat we vinden dat de vorming van het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde en van de faciliteitengemeenten in 1963 toegevingen waren aan Vlaanderen. Zowel de faciliteiten als het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde worden nu door de Vlaamse partijen eenzijdig weer op de helling gezet. Uit de toespraken van deze namiddag leid ik af dat het er niet alleen om gaat het wetsvoorstel goed te keuren, maar ook te voldoen aan de opmerkingen van het Arbitragehof. Er werd op gealludeerd dat er andere voorstellen op tafel liggen, die ook een antwoord bieden op dat arrest.
Sommigen zeggen dat we geen gesprek moeten aangaan met de Franstaligen, maar hen de splitsing door de strot duwen zonder toegevingen te doen. Anderen zeggen dat we moeten dialogeren met de Franstaligen, doch eveneens zonder toegevingen te doen. Wat is dan dialogeren? Is dat dan rond de tafel zitten en gewoon een beetje praten, maar zonder een letter te wijzigen? (Opmerkingen van het Vlaams Blok)
Er wordt weinig gesproken over toegevingen. Ik vraag me dan af waarom er nog een gesprek moet plaatsvinden. De fractieleiders van de VLD en de sp·a in de Kamer hebben gezegd dat er na het ondertekenen van het wetsvoorstel eventueel toegevingen moeten gebeuren. Ik vraag aan deze regering wat haar standpunt is. Zijn de lijstverbindingen tussen Brussel en Vlaams-Brabant en tussen Brussel en Waals-Brabant niet juridisch aanvechtbaar?
Tot slot is hier ook sprake geweest van een compensatie voor de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde voor de Franstaligen, meer bepaald de ondertekening van het raamakkoord over de minderheden. De Franstaligen zijn er echter van overtuigd dat dit punt al besproken en vastgelegd is in 2001. Op federaal vlak is toen beslist het raamakkoord te ratificeren.
De heer Herman Lauwers: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, dames en heren van de regering, collega's, dit varkentje moet nu eindelijk eens gewassen worden. Het is niet de grote stap voorwaarts binnen de organisatie van de federale staat - daarvoor zijn andere grote stappen nodig zoals bijvoorbeeld de fiscale autonomie.
Brussel-Halle-Vilvoorde is niet zo'n dossier. Het is enkel de rechtzetting van een aberratie, namelijk dat de Franstaligen in heel Brussel-Halle-Vilvoorde de indruk hebben dat hun gebied tweetalig is of tweetalig kan worden, en dat de Franstalige partijen hun macht in de federatie puren uit Vlaanderen. Dat moest eigenlijk al lang geregeld zijn. Als destijds het Egmontpact was goedgekeurd, dan zouden we vandaag niet met dit probleem worden geconfronteerd.
We moeten het probleem nu regelen. We mogen niet het risico lopen dat de volgende federale verkiezingen ongeldig kunnen worden verklaard. Met de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde lossen we echter het probleem van de verfransing van deze regio niet op, daarvoor is een krachtdadig beleid in de Vlaamse Rand nodig, ook voor de Europese ambtenaren en de internationale werknemers. Daarvoor is een soort cultuurommekeer nodig waarbij Franstaligen gaandeweg leren hun kinderen naar Nederlandstalige scholen en jeugdwerk te sturen in de rand rond Brussel. Daartoe volstaat de splitsing van het kiesarrondissement niet.
De splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde moet er in elk geval komen. Aangezien dit een apart dossier is dat niet behoort tot de grote federale herinrichting van de staat, zijn we er altijd tegen geweest dat dit naar het forum zou worden verwezen. En dat gebeurt ook niet.
Het gaat hier over een wetsvoorstel dat helemaal conform is met het Vlaams regeerakkoord. Het is gebaseerd op het voorstel van de burgemeesters en aangepast aan de opmerkingen van de Raad van State. Verder zal het zijn normale parlementaire procedure volgen. (Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)
Mijnheer Van Hauthem, laat me even uitspreken. We stellen een gewone parlementaire behandeling voor die niet wordt opgeschort door het Overlegcomité.
De heer Joris Van Hauthem: Dat is weer een nieuwe constructie. De VLD en sp·a hebben het over het Overlegcomité. U zegt dat het probleem besproken mag worden in het Overlegcomité. Ondertussen zal het parlement ook zijn werk doen.
De heer Herman Lauwers: Natuurlijk.
De heer Joris Van Hauthem: Zijn er nog varianten?
De heer Herman Lauwers: Maar neen! Er is er maar een.
De heer Joris Van Hauthem: Ik tel er al vijf.
De heer Ludwig Caluwé: Mijnheer Van Hauthem, u moet het regeerakkoord erop nalezen. Daarin staat: parallel en tegelijk.
De heer Herman Lauwers: Voilà. Er is geen dubbele interpretatie. Het voorstel wordt ingediend, het wordt in het parlement behandeld. De normale procedure wordt gevolgd. De hoogdringendheid wordt niet ingeroepen en er wordt niet gefilibusterd. Het kan me niet schelen of de zaak op 18 november, dan wel op 20 december of 14 januari wordt geregeld. In ieder geval zal die procedure blijven lopen.
Mijnheer Van Hauthem, ongeacht van wat er gebeurt in het Overlegcomité, tikt de klok van de parlementaire procedure. Ik heb er geen probleem mee dat de federale premier een oproep doet om over het probleem van gemeenschap tot gemeenschap te praten. Op die manier worden de federale deelstaten betrokken bij het overleg dat daarover wordt gevoerd.
Het moet duidelijk zijn dat de procedure loopt. Wat nu van belang is, is dat de Vlaamse partijen één lijn volgen om zo resultaat te boeken. Onverwijld betekent onverwijld qua parlementaire procedures. (Applaus bij de meerderheid)
Minister-president Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, collega's van de regering, geachte leden, ik dank de parlementsleden die het debat hebben gevoerd.
Ik zal eerst even toelichten waar we nu staan inzake de besluitvorming bij de splitsing van het kies- en gerechtelijk arrondissement Brussel- Halle-Vilvoorde. In juli 2004 hebben we op mijn initiatief, waarin gevolg wordt gegeven aan oproepen van onder meer de voorzitter van het Vlaams Parlement en ex-minister-president Somers, een passage opgenomen in het Vlaams regeerakkoord. Daarin staat duidelijk dat de Vlaamse meerderheidspartijen bij de vorming van de Vlaamse Regering het engagement van de burgemeesters van het arrondissement Halle-Vilvoorde overnemen. Het gaat daarbij om de verklaring van 13 mei 2004.
In het regeerakkoord staat: 'Hiertoe vragen zij hun fractie in Kamer en Senaat om, los van het door de regering aangekondigde forum, uiterlijk bij de start van het parlementair jaar wetsvoorstellen tot splitsing in te dienen en onverwijld goed te keuren.' De passage sluit af met de zin: 'De Vlaamse Regering zal parallel en tegelijk de institutionele middelen aanwenden waarover ze in het kader van het coöperatief federalisme beschikt om dit te realiseren.'
Op mijn initiatief is de afgelopen weken een technische werkgroep bijeen gekomen om de zaak goed voor te bereiden. Het is inderdaad belangrijk dat als een wetsvoorstel wordt neergelegd door alle Vlaamse meerderheidspartijen, we ook alle mogelijke voorzorgen nemen zodat de tekst juridisch sluitend is en bijvoorbeeld de parlementaire behandeling niet botst op problemen die we hadden kunnen voorkomen.
De werkgroep is in september diverse malen bijeen geweest. Er is een consensus gegroeid over een verticale splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde in Brussel enerzijds en Vlaams-Brabant met Halle-Vilvoorde anderzijds. Mijnheer Van Eyken, de apparentering is daarin mogelijk. Het voorstel is trouwens geïnspireerd op een tekst die door de Vlaamse meerderheids- partijen vorig jaar in oktober werd neergelegd in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Sindsdien werd het aangepast aan het advies van de Raad van State van augustus 2003.
Mijnheer Van Hauthem, vorige week hebt u ons uitgedaagd. U hebt allerlei onheilsboodschappen de wereld ingestuurd. Vandaag kunnen we zeggen dat het wetsvoorstel met betrekking tot de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle- Vilvoorde door de fractieleiders van de meerderheid is ingediend op 11 oktober 2004. Het is dus ingediend, mijnheer Van Hauthem. Denk aan uw woorden van vorige week.
Met betrekking tot de splitsing van het gerechtelijk arrondissement werd binnen de werkgroep een consensus bereikt. Ik verneem dat de Vlaamse partijvoorzitters tijdens een overleg deze middag hieromtrent nog in wat besluitvorming hebben voorzien, onder meer over een aantal technische modaliteiten. De Vlaamse Regering zal zich daarnaar richten.
Inzake de verdere behandeling van de wetsvoorstellen staat in het Vlaams regeerakkoord dat de voorstellen tot splitsing van de kieskring Brussel- Halle-Vilvoorde in het federale parlement behandeld moeten worden. De inoverwegingneming is gepland tijdens de plenaire zitting van morgennamiddag, waarna de wetsvoorstellen geagendeerd kunnen worden in de Kamercommissie Binnenlandse Aangelegenheden. De behandeling en goedkeuring van de wetsvoorstellen moeten los gebeuren van het door de federale regering aangekondigde forum. Dit is de procedure die door de Vlaamse regeringspartners uitdrukkelijk in het regeerakkoord is afgesproken. Ik verwijs daarvoor naar bladzijde 9.
Net zoals de federale premier gisteren stelde in zijn beleidsverklaring is volgens mij ook de tijd rijp om een regeling uit te werken die een antwoord biedt op het arrest van het Arbitragehof 73.2003, een recent element in dit dossier. Ik deel het engagement van de federale overheid dat een vlotte en spoedige regeling noodzakelijk is.
Ik wil reageren op de in de federale beleidsverklaring vastgelegde uitnodiging aan de gewesten en gemeenschappen om mee te werken aan een duurzame en doorzichtige oplossing voor de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. Uiteraard is de Vlaamse Regering bereid om in een geest van federale loyaliteit met andere taalgemeenschappen gesprekken te voeren over specifieke dossiers binnen het Overlegcomité waar dit hoort. Conform de letter en geest van het Vlaams regeerakkoord kan voor de Vlaamse Regering die uitnodiging tot overleg evenwel niet betekenen dat de goedkeuring van de federaal ingediende wetsvoorstellen afhankelijk wordt gemaakt van de instemming van andere taalgemeenschappen. Met betrekking tot in de federale beleidsverklaring gesuggereerde initiatieven op institutioneel vlak is ook het Vlaams regeerakkoord erg duidelijk.
Met betrekking tot de zogenaamde modernisering van de taalwetgeving binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voorziet het Vlaams regeerakkoord op bladzijde 84 uitdrukkelijk in de optie voor het principe van tweetalige ambtenaren in plaats van tweetalige diensten. Met betrekking tot de constitutieve autonomie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voorziet het Vlaams regeerakkoord uitdrukkelijk in de gewaarborgde vertegenwoordiging en effectieve en evenwichtige beleidsparticipatie van beide taalgroepen op alle beleidsniveaus. Met betrekking tot de in de federale beleidsverklaring gestelde rechten van de Franstaligen, verwijs ik naar het engagement in het Vlaams regeerakkoord om streng toe te kijken op het respecteren van de taalwetgeving, vooral in de faciliteitengemeenten. Inzake het minderhedenverdrag stelt het Vlaams regeerakkoord dat de Vlaamse Regering er zich toe verbindt om onder geen enkel beding het minderhedenverdrag te ratificeren.
We hebben kennis genomen van het door de premier aangekondigde forum. De Vlaamse Regering wil deelnemen aan dat forum met een agenda conform de overeenkomsten en engagementen in het Vlaams regeerakkoord. Dat betekent dat de Vlaamse Regering hiertoe de voorstellen zal indienen met het oog op de overdracht van een aantal aangelegenheden naar Vlaanderen en met het oog op de realisatie van de homogene bevoegdheidspakketten. Verder zal de Vlaamse Regering op het forum voorstellen agenderen die binnen de krijtlijnen liggen van de bekende resoluties van dit parlement. Het gaat onder meer om de resolutie van 3 maart 1999. Dat gebeurt conform het Vlaams regeerakkoord.
In antwoord op de vraag van de heer Caluwé kan ik meedelen dat er argumenten zijn om de deelnemerslijst van het forum aan te vullen met parlementsleden van de verschillende meerderheidsfracties op de verschillende niveaus. Wat de vraag van de heer Van Hauthem betreft, wil ik meedelen dat vandaag aan de Vlaamse universiteiten het coöperatief federalisme wordt onderwezen. Er zijn verschillende cursussen over dat onderwerp beschikbaar. Zo nodig kan ik hem de referenties geven. In die cursussen wordt onderwezen dat het coöperatief federalisme onder meer loyauteit, overleg en samenwerking inhoudt. Als hij het wenst, kan ik hem de titel van de cursus van de heer Meersman geven. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Joris Van Hauthem: Het is tekenend dat niemand anders hier het woord vraagt. (Opmerkingen bij de meerderheid)
Als ik alle tussenkomsten overschouw en naga wat met coöperatief federalisme wordt bedoeld, dan verzamel ik een reeks verschillende antwoorden. De minister-president heeft niet geantwoord op mijn opmerking dat gisteren premier Verhofstadt de hete aardappel naar hem heeft doorgeschoven. Dat gebeurde met de impliciete boodschap dat de minister-president het nu maar moet oplossen. De heer Verhofstadt wil hem uitnodigen om een aantal zaken te bespreken, en dat wordt gekoppeld aan de splitsing van Brussel- Halle-Vilvoorde. Ik heb de heer Leterme gevraagd of hij daarop zal ingaan. En ik heb hem in een adem gezegd dat hij eigenlijk toegeeft aan de chantage van de Franstaligen als hij dat doet. Gisteren is premier Verhofstadt al gezwicht voor die chantage. De heer Leterme heeft op mijn essentiële vraag geen duidelijk antwoord gegeven.
Hij heeft evenmin een antwoord gegeven op de vraag wat het standpunt is van de Vlaamse Regering over het wetsvoorstel. Hij zei wel dat het is ingediend, en dat ik dat niet verwacht zou hebben. Dat laatste is niet juist. Ik heb dat niet gezegd. Ik stel vast dat het voorstel is ingediend, maar meteen worden allerlei scenario's naar voren geschoven over de manier waarop het moet worden behandeld. De N-VA zegt dat er van het Overlegcomité, een apart gremium of een miniforum geen sprake kan zijn. CD&V blijft een beetje op de vlakte. Ik kan dat begrijpen. Sp·a en de VLD stellen dat de zaak naar het Overlegcomité moet. Minister-president Leterme heeft namens de Vlaamse Regering over deze zaak geen uitspraak gedaan. Ik neem aan dat hij dat gewoon niet meer kan. Inzake de strategie en de timing is de coalitie volledig verdeeld. De meerderheid weet het niet meer.
In de Kamer stelt de heer De Crem dat dit geen zaak voor het Overlegcomité is. Hier wordt door sommigen echter gesteld dat dit toch moet kunnen, en dat er een consensus met de Franstaligen moet komen. Wel, als ik dat hoor en ook de beleidsverklaring van premier Verhofstadt lees, dan weet ik waarover een consensus zal worden bereikt. De vier wetsvoorstellen zullen in een pot worden gegooid, samen met de faciliteiten en eventueel ook samen met het Minderhedenverdrag en een aantal wijzigingen aan de taalwetgeving voor Brussel. Wat dat laatste betreft, stelt hij dat een reeks zaken zeker niet kunnen. Op dat vlak is zijn antwoord duidelijk. Maar op de essentiële vraag, of hij ingaat op een uitnodiging om een overleg te organiseren met de gemeenschappen en gewesten over onder meer de splitsing van Brussel- Halle-Vilvoorde, heeft hij niet geantwoord.
Daar hebt u niet op geantwoord. U hebt evenmin geantwoord op de vraag wat de term onverwijld nu precies inhoudt. Voor ons betekent dat het volgende. Het wetsvoorstel dat door de meerderheidspartijen is ingediend, hebben wij overgenomen. Wij hebben het vandaag ingediend. Wij zullen morgen, in tegenstelling tot uw partij in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, wel de hoogdringendheid van de behandeling ervan aanvragen. Wij zullen morgen zien wie de hoogdringendheid goedkeurt. Voor ons betekent onverwijld immers hoogdringend. Wij zullen zien wat CD&V en de N-VA morgen in de Kamer zullen doen. (Applaus bij het Vlaams Blok)
De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Neen) Het debat is gesloten
Voorzitter Door de heer Caluwé c.s. werd tot besluit van dit actualiteitsdebat een actualiteitsmotie aangekondigd.
Een actualiteitsmotie moet schriftelijk worden aangekondigd bij de sluiting van het actualiteitsdebat en moet zijn ingediend binnen 30 minuten na de sluiting van het actualiteitsdebat.
Door de heren Van Hauthem en Van Overmeire werd tot besluit van dit actualiteitsdebat een actualiteitsmotie aangekondigd.
Een actualiteitsmotie moet schriftelijk worden aangekondigd bij de sluiting van het actualiteitsdebat en moet zijn ingediend binnen 30 minuten na de sluiting van het actualiteitsdebat.
Het Parlement zal zich daarover straks uitspreken.
Volgens het reglement moeten wij over deze moties vandaag stemmen. Daarvoor moet een schorsing van minimum tien minuten en maximum een uur worden ingelast. Ik neem aan dat de timing vanaf nu ingaat, wij onze zaken nu voort afhandelen en dat wij nadien stemmen. Kan aldus worden besloten? (Instemming) Het incident is gesloten.