De heer Ludwig Caluwé:
Het is onaanvaardbaar dat inwoners die jarenlang in een streek wonen, nog steeds vertalingen van documenten vragen. Dat kan omschreven worden als pesten van het openbaar bestuur. Akkoorden moeten echter gerespecteerd, maar niet ruimer geïnterpreteerd worden.
Dit was de verdienste en de betekenis van de rondzendbrieven Van den Brande, Martens en Peeters: zij gaven een juiste definitie van wat de faciliteit mocht zijn. Dit werd nu bevestigd door de Raad van State.
De rondzendbrieven maakten deel uit van een beleid dat alle taalperikelen in de Vlaamse Rand moest oplossen; dat beleid, opgestart in 1996, moet vandaag verder gezet worden. Het gevolg van de faciliteiten werkt nog altijd zwaar door: een studie van de VUB toonde aan dat de Franstaligen zich juist door de faciliteiten minder goed aanpassen. De Vlamingen zijn daar het slachtoffer van op vlakken als huisvesting, jeugdwerking, en bibliotheken. De studie toonde bovendien aan dat 75 procent van de inwoners van het arrondissement Halle-Vilvoorde bang is dat de verfransing nog zal toenemen.
Op alle domeinen moet bij de regelgeving rekening gehouden worden met de effecten op de Rand. De regelgeving inzake huisvesting moet in de Rand betaalbare woningen garanderen voor iedereen, er moet een degelijk onthaal- en communicatiebeleid naar anderstaligen gevoerd worden, en er is nood aan respect voor het Nederlandstalige karakter van de Rand. Deze bepalingen maken deel uit van de beleidsnota die nu uitgevoerd wordt. Ook de splitsing van het kiesarrondissement is inherent aan dit beleid.
Dat de burgemeesters van de regio Halle-Vilvoorde hier de laatste maanden zo mee begaan waren bewijst dat we het over een reële problematiek hebben. Het is goed dat deze Vlaamse regering het engagement van de partijvoorzitters van de vroegere meerderheid om het kiesarrondissement onverwijld te splitsen in het regeerakkoord heeft overgenomen.
Ik begrijp dat hierover tussen de verschillende regeringen overlegd wordt, maar het is evident dat er geen akkoorden kunnen gesloten worden die strijdig zijn met ons eigen Vlaams regeerakkoord. Het is tevens ondenkbaar dat we van de circulaires, nu bevestigd door de Raad van State, zouden afstappen.
Ik begrijp ook dat wie federale regeringsverantwoordelijkheid draagt zich omwille van de Franstalige publieke opinie enigszins genuanceerd uitlaat, maar ik begrijp niet dat men wat op het eigen partijcongres beslist werd en wat in het regeerakkoord staat niet zonder vertraging zou doorzetten op het ogenblik dat het erop aankomt.
Tot op heden heb ik geen reden om niet te geloven dat men zich niet aan het gegeven woord zou houden. Ondanks de verklaringen dat de wetsvoorstellen niet zouden worden ingediend gebeurde dat wel. Ze werden onmiddellijk voor advies naar de Raad van State gestuurd, waarna de meerderheidsfracties gisteren amendementen indienden. Die gingen op hun beurt vandaag al voor spoedadvies naar de Raad van State: volgende week woensdag volgt de onmiddellijke behandeling in de kamercommissie.
Er is dus geen sprake van enig vertragingsmanoeuvre. Het moet en zal mogelijk zijn hierover na krokus duidelijkheid te hebben.
Ik geloof en blijf geloven dat men zich aan zijn gegeven woord zal houden en dat het Vlaams regeerakkoord integraal zal gerespecteerd worden. (Applaus)