1999 - 2003

Vragen voor Minister van Binnenlandse Zaken, Antoine Duquesne

3 May 2000

Vraag om uitleg over de spreiding van het aantal rijkswachters over de proefprojecten en de toekomstige financiering van de lokale politie door de federale overheid

Vraag

De heer Ludwig Caluwé (CVP). - De spreiding van de rijkswachters over de lokale brigades vloeide in het verleden niet niet voort uit een autonome doorlichting van de behoeften. Het kwam er meestal veeleer op aan de gaten op te vullen die door de gemeentepolitie gelaten werden. Waar de gemeenten zelf zorgden voor een uitgebreid, goed uitgerust politiekorps, werden nauwelijks rijkswachters ingezet. In de streken van het land waar de gemeenten zelf minder initiatieven namen, werd de leemte veel meer ingevuld door de rijkswacht.

Uiteindelijk leidde dit tot een belangrijke onrechtvaardigheid. Gemeenten waar de kosten voor het behoud van de veiligheid in belangrijke mate gedragen werden door de lokale belastingbetaler, kregen weinig overheidssteun. Gemeenten waar dit niet het geval was, ontvingen een grote tegemoetkoming van de overheid.

Een van de redenen voor het sluiten van het octopusakkoord was het wegwerken van deze onrechtvaardigheid. Voortaan zou de bijdrage die de gemeenten dienden te leveren voor hun veiligheid, gebaseerd worden op objectieve criteria en zou de spreiding van de federale steun eveneens op objectieve gronden gebeuren. Vele gemeenten betwijfelen echter tot op heden of de federale overheid inderdaad deze objectieve criteria zal toepassen en de steun voortaan objectiever zal spreiden. Dat is de belangrijkste reden waarom gemeenten nu aarzelen om nog te investeren in hun lokaal politiekorps. Vele vrezen immers dat ze blijvend voor deze bijkomende uitgaven zullen moeten instaan en juist door deze grotere inspanningen die ze nu nog zouden doen, zelfs minder federale steun zullen ontvangen in de definitieve structuur.

Terwijl er definitieve voorstellen gedaan worden voor verschillende onderdelen van de politiehervorming, is er nog geen sprake van de aanpassing van de federale ondersteuning. De bestaande verdeling wordt zelfs opgenomen in de proefprojecten, die uitgaan van het aantal rijkswachters dat op het ogenblik op het grondgebied van de betrokken zone werkt. Het meeste manifeste voorbeeld is de stad Antwerpen. In hun geheel genomen zullen de lokale politiediensten voor een derde bestaan uit gewezen rijkswachters. De politiewerking zal dan ook voor ongeveer een derde door de federale overheid worden gefinancierd. In Antwerpen is evenwel maar één op zeven agenten afkomstig van de rijkswacht. Het proefproject zal dus ook maar voor een zevende door de federale overheid worden gefinancierd. Dat staat in schril contrast tot de rest van het land, waar dat over het algemeen een derde zal zijn.

Ook wordt gevreesd dat het akkoord met betrekking tot het statuut, dat 8 tot 10 miljard zal kosten, geen ruimte meer biedt voor een eventuele latere rechttrekking van de federale financiering en dat de gemeenten zelf voor de verdere financiering moeten blijven instaan.

Hoe zal de federale subsidiëring van de lokale politie er uitzien in de definitieve fase? Zal afgeweken worden van de huidige financieringsstroom, waarbij rekening wordt gehouden met het aantal rijkswachters in de betrokken zone? Wanneer zullen de gemeenten hierover uitsluitsel krijgen?

Antwoord

M. Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur. - Avant de répondre avec précision aux inquiétudes tout à fait légitimes de M. Caluwé, je voudrais énoncer deux préalables.

Tout d'abord, le choix des zones pilotes a été fait sur une base volontaire par les bourgmestres concernés, en veillant à garantir une représentativité suffisante des différents types de zones. J'espère d'ailleurs étendre ces zones pilotes à l'avenir pour que l'ensemble du territoire soit couvert juste avant la mise en _uvre du régime définitif. L'expérience de cette cohabitation doit non seulement nous permettre de tirer un certain nombre d'enseignements utiles au moment de la préparation des textes, mais également faciliter l'expérience de la cohabitation entre des corps de police qui ont des habitudes, des cultures, des statuts différents. De même, la population se familiarisera avec une police intégrée à deux niveaux. Il ne faut pas y voir une confirmation de la distribution actuelle des effectifs de la gendarmerie sur le terrain même si intuitivement, je ne pense pas que des remises en cause fondamentales de cette distribution seront opérées. La répartition des effectifs de gendarmerie dans les futurs corps de police locale sera réalisée en fonction des résultats de l'étude de détermination des effectifs minima par zone, résultats attendus avant les grandes vacances.

Cela étant, ce sont globalement 7539 gendarmes et 921 membres du corps administratif et logistique de la gendarmerie qui rejoindront les polices locales. Il faut encore les distribuer entre les différentes zones.
Quant à la situation actuelle de la répartition des gendarmes dans les brigades de gendarmerie, elle ne résulte pas du bon ou du mauvais vouloir des autorités communales successives, mais bien de facteurs historiques qui ont eu pour conséquence que, dès son origine, la gendarmerie a toujours été présente en dehors des agglomérations plutôt qu'à l'intérieur de celles-ci. Cela résultait des termes mêmes de la loi, qu'il s'agisse de la loi du 28 germinal, An VI, en son article 3, ou de la loi du 2 décembre 1957 sur la gendarmerie, en ses articles 22 et suivants.

J'en viens au financement des zones de police, préoccupation des autorités locales - je puis le comprendre en tant qu'ancien bourgmestre.
Tout d'abord, les conséquences financières des mesures statutaires de la réforme peuvent être évaluées à environ 8 milliards, au début, en tout cas. En effet, un certain nombre de dépenses liées au départ des agents concernés lors de l'activation des mécanismes d'insertion sont temporaires. Le surcoût en question sera pris intégralement en charge par l'autorité fédérale.

Ensuite, le coût des transferts des gendarmes des brigades locales de gendarmerie vers les polices zonales sera également pris en charge par l'autorité fédérale. Il ne s'agit pas d'un surcoût. En effet, actuellement, les gendarmes doivent être payés : ils reçoivent un traitement; il faut par ailleurs prendre en compte leur hébergement et leur assurer un équipement. Donc, le transfert des hommes entraînera un transfert équivalent de moyens financiers, de la même manière que l'exercice de missions fédérales par les polices locales fera l'objet d'une intervention financière - la loi le prévoit.

Les actuels mécanismes de subsidiation des communes pour leurs efforts en matière de police et de sécurité devraient, à terme, être remplacés par le mécanisme unique de la dotation fédérale qui permettra de tenir compte des charges que certaines d'entre elles ont déjà consenties pour encourager à aller de l'avant. Quand on parle de la réforme des polices, on donne l'impression que demain, il devrait y avoir des surcoûts considérables en matière de fonctionnement et d'équipements comme si, du jour au lendemain, on allait remplacer tous les bâtiments et les infrastrucutres existants, comme si les policiers et les gendarmes n'étaient pas équipés, qu'ils n'avaient pas de chaussures, de bouclier, de casque, de revolver.

De ce point de vue, je pense que l'opération devrait être globalement neutre, mais je crois aussi que l'accroissement des exigences en matière de sécurité va probablement entraîner des coûts supplémentaires, mais ceux-ci seront volontairement engagés par les autorités locales qui voudront faire plus et mieux.

Actuellement, une comparaison des chiffres des polices communales et de la gendarmerie permet de constater que les polices communales font un effort beaucoup plus important que la gendarmerie, en ce qui concerne les frais de fonctionnement et les investissements. Dans le budget de la gendarmerie, les montants d'investissements sont dérisoires par rapport aux investissements en personnel, ce qui pose d'ailleurs un problème. Une police moderne doit être dotée de moyens performants.
Des problèmes ponctuels devront être réglés. Par exemple, au plan local, un choix devra être fait en matière d'informatique. Les polices communales utilisent actuellement le système PIP et la gendarmerie le système POLIS. On s'oriente plutôt vers l'utilisation du système PIP pour l'ensemble des polices locales. Cela ne signifie pas qu'on va jeter tous les matériels POLIS existants du jour au lendemain, mais il faudra évidemment prévoir un certain nombre d'investissements.

Je tiens à essayer d'assurer la plus grande neutralité financière dans cette affaire et à ne pas imposer aux communes des charges qui résultent d'une réforme qu'elles n'ont pas voulue. Elles vont l'appliquer, je crois, avec beaucoup de bonne volonté, mais je veille, au sein du gouvernement, à défendre les intérêts bien compris des communes.

Repliek

De heer Ludwig Caluwé (CVP). - Ik dank de minister voor zijn antwoord. Ik ben blij te horen dat de minima waar elke zone zich zal moeten aan houden vóór de zomervakantie zullen worden bepaald. Het is belangrijk dat er op dat ogenblik daaromtrent duidelijkheid bestaat.

Een deel van zijn antwoord verontrust mij wel. Hij zegt dat de financiering door de federale overheid geen aanleiding zal geven tot grote verschuivingen. Dat zou in concreto voor de stad Antwerpen, weliswaar in het meest extreme voorbeeld, betekenen dat naast 2.000 politieagenten er slechts een kleine 300 rijkswachters zullen betrokken worden in het politieproefproject en dat dus slechts een 300 rijkswachters zullen worden toegewezen aan de stad Antwerpen. Dit betekent dat de federale financiering van de stad Antwerpen in verband met de lokale politie slechts één achtste zal zijn van de totale uitgave. De algemene financiering door de federale overheid van de lokale politie bedraagt evenwel één derde. Er gaan immers 8.000 rijkswachters over naar de lokale politie en er zijn ongeveer 16 à 17.000 mensen van de gemeentepolitie die in de lokale politie zullen blijven. Dit is dus ongeveer één derde tegen slechts één achtste voor de stad Antwerpen.

Als de minister zegt dat er geen grote verschuivingen zullen zijn dan wordt daar definitief een grote onrechtvaardigheid ingebouwd. Ik wil de minister toch de raad geven dit grondig te bekijken want dit is niet houdbaar en zal leiden tot groeiend verzet.

M. Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur. - Je tiens à rassurer M. Caluwé. On va bien sûr examiner très sérieusement cette question. J'ai réfléchi au problème des effectifs pour la détermination des zones. C'était une condition nécessaire pour pouvoir apprécier si une zone serait viable.
Se pose alors le problème de la répartition des gendarmes entre les zones. On me le disait hier encore, une brigade de gendarmerie peut actuellement - c'est le cas le plus simple - se trouver à cheval sur deux zones de police.
En outre, nous ferons les corrections là où elles s'imposent. J'ai bien compris que certains qui, au niveau communal, n'ont peut-être pas toujours fait tout leur devoir - la sécurité a un coût - en se disant que la gendarmerie pourrait intervenir, souhaiteraient aujourd'hui que leurs effectifs soient renforcés au détriment de ceux qui, hier, ont consenti un effort d'investissement important. Cet élément doit aussi entrer en ligne de compte. Mais il y a une limite à l'exercice: il ne s'agit pas d'une redistribution de tous les personnels sur l'ensemble du territoire. Nous sommes bien obligés de prendre en compte une situation existante qui trouve de nombreuses explications historiques. Certaines sont légales, tiennent à la situation de la commune, du dynamisme du bourgmestre, de sa capacité d'intervention. Je proposerai de procéder aux corrections là où c'est possible.

De heer Ludwig Caluwé (CVP). - Dit antwoord klinkt wat geruststellender. Ik vind ook niet dat we nu alle rijkswachters over het grondgebied moeten herschikken. Ik hoop daarentegen wel dat de minister bedoelt dat de gemeenten die goed geïnvesteerd hebben in lokale politie, bovenop de rijkswachters die overkomen nog een bijkomende federale financiering voor de lokale politie zullen krijgen. Daarmee bedoel ik niet dat men aan de stad Antwerpen bijvoorbeeld, nog eens 400 of 500 extra rijkswachters moet toewijzen, maar het zou wel rechtvaardig zijn mocht voortaan een evenredig deel van de gemeentepolitie - in casu 400 tot 500 politiemensen - via de federale dotatie voor de lokale politie worden gefinancierd.

M. Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur. - Ce n'est pas ce qui est prévu actuellement de par les effets de la loi. Ce qui est prévu, c'est la prise en charge du surcoût résultant des nouvelles dispositions statutaires, la prise en charge des transferts de personnel - l'homme avec son traitement, son hébergement et son équipement - et, enfin, l'exercice par l'autorité locale de missions à caractère fédéral. Voilà ce qui est prévu, pour l'instant, par la loi et les accords Octopus.