1999 - 2003

Vragen voor Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, Charles Picqué

27 April 2000

Vraag om uitleg over de prijsaanduiding per meeteenheid in de kleine handelszaken

Vraag

De heer Ludwig Caluwé (CVP). - Sinds 18 maart moeten alle winkels niet alleen de gewone verkoopprijs op de producten etiketteren, maar is er bovendien de verplichting de verkoopprijs te verrekenen en te etiketteren per meeteenheid. Deze wettelijke verplichting is gebaseerd op een Europese richtlijn. Het koninklijk besluit dat de richtlijn uitvoert, voorziet voor de kleinere winkels met een oppervlakte kleiner dan 400m² in een uitstel op deze verplichting tot 1 juli 2002.

Gelet op de manier waarop de winkels van meer dan 400m² zich organiseren om aan deze wettelijke verplichting te voldoen, kunnen we ons afvragen of de kleinste winkels van minder dan 200m² wel in staat zullen zijn om in juli 2002 tegemoet te komen aan deze wettelijke verplichting. De grotere winkels laten dit immers voornamelijk doen door hun formuleontwikkelaars.

De kleinere winkels, vooral deze kleiner dan 200m², de echte dorps- en buurtwinkels, werken meestal zonder winkelformule. Zij moeten zelf de prijsberekening doen en de nodige etiketten aanmaken. Hoewel hun aantal jaarlijks vermindert, gaat het in België toch nog steeds om ongeveer 8.000 winkels. Niettegenstaande ze een beperkte winkeloppervlakte hebben, zijn zij omwille van hun «depannageprofiel» verplicht om een groot aantal producten aan te bieden, waarbij het al snel om 3.000 producten gaat. Door de beperkte ruimte zijn schap-etiketten niet mogelijk. De winkelier zal dus niet alleen de prijs per meeteenheid moeten berekenen voor elk afzonderlijk product, maar ook effectief elk product afzonderlijk moeten etiketteren.

Gelet op de invoering van de Euro, waarbij de winkels eveneens aan bepaalde verplichtingen zullen moeten voldoen, bestaat de vrees dat wanneer zij met de verplichtingen inzake etikettering en dergelijke geconfronteerd worden, vele van de kleine buurtwinkels hun deuren zullen sluiten. Het maatschappelijk belang van deze winkels mag evenwel niet worden onderschat. In kleinere dorpen zal wie minder mobiel is, zoals bejaarden en gehandicapten, geen eerstelijnsbevoorrading meer hebben. Bovendien wordt het sociaal weefsel in buurten en dorpen hierdoor aangetast.

In landen, zoals Zweden, waar de dorpswinkels reeds grotendeels verdwenen zijn, worden deze winkels nu zelfs gesubsidieerd. Hopelijk moeten wij het zover niet laten komen. Daarom is mijn vraag of de minister geen poging wil ondernemen om van het uitstel een afstel te maken, op zijn minst voor de kleinere buurtwinkels en om zo mogelijk deze aangelegenheid in Europees verband opnieuw te bekijken.

Antwoord

De heer Charles Picqué, minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek. - Mijns inziens is de toestand niet zo zorgwekkend. De heer Caluwé zegt dat de kleine winkels zich wellicht niet aan de verplichting tot het aanduiden van de prijs per meeteenheid zullen kunnen houden. Deze verplichting wordt, zoals u ongetwijfeld weet, opgelegd door een recent koninklijk besluit en ik heb inzake de toepassing daarvan officieel nog geen enkele klacht ontvangen. Het is dus misschien een beetje vroeg om de toestand te beoordelen. Ik ben des te meer gerustgesteld door het feit dat voor winkels met een verkoopruimte van minder dan 400 m² het besluit slechts op 1 juli 2002 van kracht wordt, zoals reeds werd vermeld.
Ik ben zeker niet van plan de kleine winkeliers in moeilijkheden te brengen. Ik ben helemaal overtuigd van hun sociale rol en belang in sommige delen van het land en vooral in achtergestelde wijken van de stad. Ze dragen bij tot een sociale samenhorigheid.
Ik denk dat we nog ruim de tijd hebben hun mogelijkheden tot aanpassing te evalueren en in samenspraak met mijn collega van Middenstand na te gaan of nieuwe bijzondere maatregelen ten gunste van de kleine handelaars moeten worden genomen. Het is dus een beetje voorbarig zich nu al uit te spreken over de moeilijkheden die winkeliers in de komende maanden zullen krijgen, maar ik blijf in elk geval waakzaam. Ik moet hieraan toevoegen dat we inderdaad de mogelijkheid hebben afwijkingen toe te staan als de toestand verontrustend zou worden. Ik blijf dus waakzaam en ik zal u over het verder verloop van de zaak op de hoogte houden.

Repliek

De heer Ludwig Caluwé (CVP). - Ik stel vast dat de minister mijn bezorgdheid deelt. Ik waarschuw graag op tijd. Vanaf 1 januari 2002 zullen kleine buurtwinkels voor een stuk voor wisselagent moeten spelen bij de invoering van de Euro. Bovendien moet volgens het huidige reglement moet in kleine handelszaken vanaf 1 juli 2002 de prijs per meeteenheid worden aangeduid. Deze wijziging zal in heel Europa ingang moeten vinden, alhoewel ik vermoed dat de Europese verplichting in kleine winkels ergens midden in Spanje of diep in Griekenland niet zal worden toegepast. Het moet mogelijk zijn om voor de kleinste winkels een afwijking toe te staan. Daaraan moet op tijd worden gedacht, want de Europese besluitvormingsprocedure is nogal omslachtig.