1999 - 2003

21 March 2002

Voorstel van advies betreffende het belangenconflict omtrent de toegevoegde rechters

Voorstel van gemotiveerd advies - CD&V-fractie

Ingediend door Hugo Van den Berghe en Ludwig Caluwé

- Overwegende dat de achterstand waarmee de rechtbank van eerste aanleg te Brussel en het parket bij die rechtbank geconfronteerd worden, geen alleenstaand gegeven is, maar een probleem waarmee alle hoven en rechtbanken sinds geruime tijd, in meerdere of mindere mate, te kampen hebben;
- Overwegende dat de Staat het zichzelf verplicht is om dit fenomeen, dat het vertrouwen van de burger in ons rechtsbestel ondermijnt, op structurele wijze aan te pakken;
- Overwegende dat het wetsontwerp waartegen het Vlaams Parlement het belangenconflict heeft opgeworpen, een punctuele en tijdelijke oplossing beoogt voor een structureel probleem waaronder de rechtbank van eerste aanleg te Brussel en het parket bij die rechtbank voornamelijk in Franstalige zaken te lijden hebben;
- Overwegende dat het wetsontwerp dit probleem uitsluitend beoogt te verhelpen vanuit de invalshoek van de taalproblematiek en de reden voor de onvoldoende invulling van de personeelsformaties van de rechtbank van eerste aanleg en het parket daardoor uitsluitend zoekt in de onmogelijkheid om de taalkennisvereisten na te leven die door de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken worden opgelegd;
- Overwegende dat deze wet en inzonderheid de door artikel 43, § 5, eerste lid, gestelde eis dat tweederde van alle magistraten van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel en van het parket bij deze rechtbank het bewijs moeten leveren van de kennis van de Nederlandse en van de Franse taal, tot doel hebben de rechtzoekenden een kwaliteitsvolle rechtsbedeling te waarborgen;
- Overwegende dat de door het wetsontwerp voorgestelde verdubbeling van het aantal toegevoegde rechters en toegevoegde substituut-procureurs des Konings voor het rechtsgebied van het Hof van Beroep te Brussel een middel vormt om de personeelsformaties indirect uit te breiden en in hoofdzaak eentalig Franstalige magistraten te kunnen benoemen, zonder dat de door de wet van 15 juni 1935 gestelde taalvereisten in acht hoeven te worden genomen;
- Overwegende dat deze toegevoegde magistraten immers meer voordelen genieten dan andere - tweetalige - magistraten en een jaarlijkse weddebijslag van 105.000 BEF ( 2.602,88 € ) ontvangen, zodat maar weinig magistraten nog geneigd zullen zijn deel te nemen aan de taalexamens;
- Overwegende dat de bereidheid van de regering om het wetsontwerp te amenderen in die zin dat de verhoging van het aantal toegevoegde magistraten slechts toegestaan is voor een beperkte periode van vier jaar, niet wegneemt dat deze magistraten voor het leven benoemd zijn zodat het nog geruime tijd zal duren vooraleer de door artikel 43, § 5, van de wet van 15 juni 1935 gestelde taalvereisten zullen zijn gerespecteerd;
- Overwegende dat er zich hierdoor een oververtegenwoordiging van eentalig Franstalige magistraten in het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle- Vilvoorde dreigt voor te doen en dat moet worden gevreesd dat deze magistraten niet in staat zullen zijn de Nederlandstalige rechtspraak en rechtsleer op te volgen, getuigen in het Nederlands te horen, kennis te nemen van in het Nederlands gestelde stukken en rechtstreekse contacten te hebben met zowel Nederlandstalige rechtzoekenden als politiediensten en overheden uit de eentalig Nederlandstalige kantons van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde;
- Overwegende dat de kwaliteit van de rechtsbedeling in taalgemengde procedures en de doorlooptijd van deze zaken hierdoor nadelig zullen worden beïnvloed;
- Overwegende dat de regering de suggestie die de commissie betreffende de gerechtelijke achterstand te Brussel in haar tussentijds verslag d.d. 7 december 1999 heeft gedaan, zonder afdoende motivering naast zich heeft neergelegd. Deze commissie bepleitte immers, bij wijze van tijdelijke crisismaatregel, de oprichting van een tijdelijk buitengewoon kader en oordeelde dat de functie van toegevoegd rechter beter niet wordt gebruikt om (verdoken) deze crisismaatregel te realiseren;
- Overwegende dat de door het wetsontwerp aangereikte noodoplossing volkomen disproportioneel is en getuigt van een drievoudig onevenwicht, namelijk in de eerste plaats ten nadele van de Nederlandstalige rechtzoekenden in het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde dat zich over twee taalgebieden uitstrekt, ten tweede doordat ze niet in gelijkaardige maatregelen voorziet ten aanzien van de rechtsgebieden van andere hoven van beroep en ten derde omdat ze de gerechtelijke achterstand bij het Hof van Cassatie in Nederlandstalige zaken en de herziening van de pariteitsregel in dit Hof buiten beschouwing laat;
- Overwegende dat uit het voorgaande genoegzaam blijkt dat het wetsontwerp waartegen het belangenconflict is opgeworpen, de belangen van de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse rechtzoekenden die zij vertegenwoordigt, ernstig kan schaden;
- Overwegende dat de door het Vlaams Parlement aangenomen motie evenwel niet mag worden geïnterpreteerd als zijnde gericht tegen de belangen van de Franstalige rechtzoekenden;

Om deze redenen,

Adviseert het Overlegcomité de motie van het Vlaams Parlement gegrond te verklaren en te beslissen dat, gelet op de noodzaak om de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken te respecteren :

1. het wetsontwerp wordt ingetrokken;
2. het parlement zich dient te buigen over wetgevende initiatieven die een meer structurele oplossing aanreiken, met name het yoorstel van de heer Vandenberghe c.s. tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de oprichting van Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken van eerste aanleg en de splitsing van het parket bij de rechtbank van eerste aanleg in het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde (Stuk Senaat, nr. 2- 761/1 ).