toespraken

29 August 2018

Toespraak bij de viering van 5 jaar agrobeheercentrum Eco²

Onze open niet-bebouwde en niet-verharde ruimte vervult heel wat functies. Ik vermeld er hier maar enkele. Ze zorgt in belangrijke mate voor de creatie van ons voedsel, voor het behoud van natuurwaarden en voor onze waterhuishouding.

Landbouwers gaan dagelijks om met die ruimte. Ze hebben er zo een grote kennis over opgebouwd. Die deskundigheid slaat niet alleen op de functie die landbouwers in de eerste plaats vervullen, de creatie van voedsel. Voedselcreatie in open ruimte vereist immers ook het doorgronden van de omgevende natuur- en waterprocessen.

Als de deskundigheid van landbouwers op het vlak van natuur en water ook effectief aangewend wordt bij natuurbeheer en waterhuishouding, kan dit een belangrijke meerwaarde opleveren.

Vanuit dit besef vervult eco2  een belangrijke brugfunctie. Samen met landbouwers wordt dr gewerkt aan natuurcreatie en waterhuishouding.

Zo wordt gekeken welke  natuurcreatie in landbouwgebied mogelijk is zonder de normale landbouwactiviteiten te storen. Er wordt dan gedacht aan houtkanten, bomenrijen, bloemenranden. Vaak kunnen landbouwactiviteiten zelfs bevorderlijk zijn voor de natuur.  Werken aan een goede bodemkwaliteit draagt bijvoorbeeld bij aan een actiever bodemleven en aan meer koolstofopslag, wat het klimaat ten goede komt.

Het is een uitdaging voor zowel de natuur als landbouwsector om te bekijken wie het best geplaatst is om bepaalde vormen van natuurbeheer uit te voeren. Organisaties zoals Agrobeheercentrum Eco² kunnen hierbij een belangrijke rol spelen door een brugfunctie op te nemen. Een benadering op bedrijfsniveau is daarbij belangrijk. Het ene bedrijf is het andere niet. Sommige bedrijven kunnen bijvoorbeeld wel extensieve graslanden beheren omdat ze het maaisel kunnen gebruiken in hun bedrijfsvoering, voor andere bedrijven is het beheer van hakhout misschien een optie omdat ze het hout kunnen gebruiken in bv. een verwarmingsinstallatie.

Voorbeeld daarvan is het project ‘Dorp van de Zeven Neten’. In dit project keken  Hooibeekhoeve, de gemeente Retie en Agrobeheercentrum Eco² samen met de landbouwers of er binnen hun bedrijfsvoering ruimte was voor maatregelen die natuur, milieu en landschap ten goede komen. De landbouwers werden individueel begeleid bij hun keuzes aan de hand van een rekentool die het bedrijfseconomisch effect in kaart brengt. Bij agrarisch natuurbeheer is dit economische verhaal immers essentieel. Hooibeekhoeveonderzoeker Ann Schellekens komt later deze namiddag hierover meer uitleg geven.

Tweede voorbeeld is het project ‘Looboeren’ in de Merode. Landbouwers actief in de Merode kregen met het project steun bij het uitvoeren van maatregelen die van grote maatschappelijke en ecologische meerwaarde zijn. De belangrijkste maatregel die werd uitgevoerd was het aanleggen van bloemenranden aan akkers. Ook na het project bleven verschillende landbouwers bloemenranden aanleggen. Naast de Merodegemeenten waren in dit project ook Hooibeekhoeve, provincie Antwerpen en Rurant betrokken. Het project krijgt ook een vervolg: momenteel schrijft een consortium van partners, waaronder provincie Antwerpen en het agrobeheercentrum, aan een Interreg-project Fabulous Farmers.

De laatste 3 jaren bezorgden de gevolgen op watervlak van de klimaatverandering de landbouw moeilijke jaren. 2016 was een zeer nat jaar, 2017 en 2018 waren zeer droog. We hebben nood aan een weerbaarder en robuuster landbouwsysteem. Agrobeheercentrum Eco² participeerde de afgelopen jaren, al dan niet als trekker, in heel wat initiatieven die hierop inspelen. Eén van de voornaamste maatregelen die de afgelopen jaren gerealiseerd werd is het plaatsen van stuwen in perceelsgrachten. Dergelijke stuwen houden water op in de grachten. Dit heeft zowel een voordeel voor de landbouwsector, er is namelijk meer water beschikbaar voor de teelt, als voor de maatschappij, er loopt minder water naar de rivieren. Momenteel zijn er 18 van deze stuwen actief in de provincie Antwerpen, maar de komende jaren zullen er nog heel wat bij geplaatst worden. In veel van deze stuwtjesprojecten was en is Agrobeheercentrum een belangrijke speler.

Het stuwtjesproject in Wuustwezel en omgeving groeide uit tot een toonaangevend project dat veelvuldig als voorbeeld gebruikt wordt.

Het project ‘Kempense landbouwers in de weer voor duurzaam waterbeheer’ leidde tot een aantal stuwen in de gemeenten Lille, Kasterlee en OudTurnhout. Dit verhaal krijgt in de toekomst ook een vervolg via het project {beek.boer.bodem}, ook hierbij is het agrobeheercentrum betrokken. {beek.boer.bodem} overstijgt het stuwtjesverhaal, maar wil ook werken aan bodemkwaliteit en verbetering van de waterkwaliteit.

Het project Triple C is een project om landbouw en omgeving klimaatbestendiger te maken. Het is een Europees project waarin zowel de provincie Antwerpen als het agrobeheercentrum partners zijn. Het project omvat studiewerk, maar heeft ook een luik dat gericht is op terreinmaatregelen (stuwen en peilgestuurde drainage). Deze worden uitgevoerd in de vallei van de Kleine Aa in de gemeenten Kalmthout en Essen.

Om de goede werking van deze stuwen te verzekeren worden agrobeheergroepen opgericht, momenteel zijn er 4 in onze provincie: Brecht, KalmthoutEssen, Wuustwezel en Lille-Kasterlee.

In totaal zijn er 280 landbouwers betrokken bij projecten van Eco² in de provincie Antwerpen.

In zeer veel van deze projecten vinden Agrobeheercentrum Eco², provincie Antwerpen, Hooibeekhoeve, Rurant en regionale landschappen elkaar. Ook voor financiering van dergelijke projecten speelt de provincie, vaak ook via Europese projecten, een rol. De provincie Antwerpen merkt dat er zowel vanuit het natuur en milieubeleid als vanuit het landbouwbeleid een nood is aan samenwerking. Agrobeheercentrum Eco² neemt hierbij een belangrijke rol op en de provincie kijkt dan ook uit naar nieuwe projecten.

Dank aan het agrobeheercentrum voor de rol die ze de afgelopen 5 jaar speelden en veel succes gewenst in de toekomst.