toespraken

20 March 2015

Toelichting bij de persconferentie coachingstraject detailhandel

Detailhandel staat op een keerpunt

Elke provincie heeft zijn economische eigenheid. Dat geldt ook voor detailhandel. In onze provincie ligt de grootste stad van Vlaanderen, maar ook twee centrumsteden en verschillende kleinere handelscentra, zoals Herentals. Het grootste deel van onze dorpen, zoals Herenthout en Grobbendonk, ligt dus in de invloedssfeer van een kleine tot zeer grote winkelstad. Dat maakt de situatie in onze provincie uniek.

De provincie startte enkele jaren geleden met de uitbouw van een eigen expertisecentrum, intussen een autoriteit inzake detailhandel. De meeste cijfers die de voorbije maanden het nieuws haalden, komen van de provincie. De jongste onderzoeksresultaten schetsen dan ook een nieuw beeld van onze detailhandel.

Een groeiend aanbod, maar geen groeiende vraag

Iedereen kent de sterke aangroei de voorbije tien jaar van handelsoppervlakte in de periferie, vaak baanwinkels. Tegelijkertijd is de leegstand sterk toegenomen, vooral bij kleinere handelszaken in de centra.

De voorbije tien jaar besteden mensen gemiddeld evenveel aan inkopen. Bestedingen verschuiven wel, meestal afhankelijk van trends, maar globaal blijven ze quasi stabiel.
De kost per m² handelsoppervlakte is echter niet gedaald. Dat betekent dat de gemiddelde opbrengst per m² steeds kleiner wordt. Ketens kunnen die dalende vloerproductiviteit vaak opvangen, maar voor kleine winkels of horecazaken, doorgaans in de kernen, wordt dat steeds moeilijker. Met een groeiende leegstand tot gevolg. Er is dus vandaag teveel handelsoppervlakte.

In de provincie Antwerpen betekent dat een overschot van 600.000 m² winkelvloeroppervlakte op een totaal van bijna 3,5 miljoen m². Daarvan staat ongeveer de helft leeg.
De markt van detailhandel is vooral een lokale markt, zeker voor dagelijkse goederen. Meer dan 92% van de aankopen gebeurt in de eigen provincie, ook voor uitzonderlijke aankopen zoals meubels of een auto.
Een groeiend aanbod creëert, globaal gezien, dus geen groeiende vraag.

Bovendien leven we in een snel veranderend winkellandschap en worden e-commerce en pop-ups steeds populairder. In de toekomst zullen er dus minder m² nodig zijn en zal leegstand dus nog toenemen.

De provincie zoekt oplossingen op het terrein

De provincie zet als eerste detailhandelscoaches in die steden en gemeenten inzicht geven in hun eigen situatie en dat vertalen in een aangepast detailhandelsbeleid. Lokale besturen hebben daar vaak te weinig mankracht en expertise voor. De coachen zetten bestuurders, ambtenaren én handelaars rond de tafel, maken een analyse, schrijven mee een visie uit, vertalen dat in een actieplan en implementeren alles in de dagelijkse werking van de gemeente.

Die aanpak blijkt na een jaar een succesformule. In 2014 hebben ongeveer de helft van de lokale besturen een beroep gedaan op de provincie Antwerpen met vragen over hun detailhandel.

Reeds 20 gemeenten kozen er voor om de expertise van een provinciale coach in te huren.
De gemeenten Herenthout en Grobbendonk en de stad Herentals waren de eersten die zich als cluster in het project inschreven. Zij kunnen er vandaag, een goed jaar na de start, ook de eerste vruchten van plukken.