Een slagerszoon zonder brilletje

Slagerszonen hebben iets met politiek. Er is natuurlijk de beruchte Paul Van den Boeynants, maar die staat zeker niet alleen: Peter Bellens, Patrick Janssens, Dirk Van Mechelen, Paul Breyne, ja zelfs Tom Lanoye heeft niet aan de verlokking van de politiek kunnen weerstaan. Er zijn de jongste jaren meer slagerszonen in de politiek gestapt, dan dat er de zaak van hun vader overgenomen hebben. 

Waarom die voorbestemdheid voor de politiek? Ik probeer voor mezelf de analyse te maken. Tenzij er binnenkort iemand wetenschappelijk bewijst dat vlees eten op jonge leeftijd aanzet tot politiek engagement, moet de oorzaak, denk ik, gevonden worden in twee dingen: hard werken en dienstvaardige omgang met de mensen. 

Slagerzonen hebben hun ouders meestal veel uren zien kloppen. Als de winkel om 19u. dichtging, moest er nog gekuist worden en de vleeswaren voor de volgende dag klaargemaakt. Het weekend begon pas op zondagmiddag. Zaterdag was de drukste dag van de week. Ook politiek is niet aan uren gebonden. Ik vermoed dat wie zijn ouders dat zien doen heeft, zich daar makkelijker kan aan aanpassen.


Toen ik Vanden Boeynants vroeg wat de grootste prestatie was in zijn carriëre, had hij het niet over bouwprojecten of over zijn premierschap.
Nee. VDB had het over een sluitingsdag die hij voor de middenstand had bekomen Hij beschouwde het als een geschenk aan zijn hardwerkende ouders. Dat vond ik toch wel heel mooi.

Frans Boogaard, journalist van het Nederlandse Algemeen Dagblad in P-magazine.

Wie geen aandacht heeft voor de concrete problemen van mensen en niet probeert de samenleving zo te maken dat er zoveel mogelijk mensen in gelukkig kunnen zijn, houdt het in de politiek niet vol. Wie als slager geen oog heeft voor de concrete kwaliteitswensen van zijn klanten en ze niet vriendelijk te woord staat, houdt het als slager ook niet vol. Ik had vaak de indruk dat onze winkel meer een buurthuis was, dan een slagerij. Ik heb veel geleerd over de concrete problemen van mensen door de verhalen die er in de winkel afgestoken werden en door wat mensen vertelden als ik pakjes bij hen thuis bracht.

Nu, het is uiteraard maar een gedeeltelijke verklaring. Er zijn nog beroepen waarin er hard gewerkt wordt en grote vriendelijkheid en dienstvaardigheid gevraagd wordt, en toch stappen de kinderen ervan niet massaal in de politiek. Zou het dan toch met vlees eten te maken hebben?