In de pers

22 September 2014

VILT: Antwerpse burgemeesters en schepenen op landbouwdag

Overal in Vlaanderen werd zondag de Dag van de Landbouw gevierd. Op uitnodiging van de organisatoren Boerenbond en Landelijke Gilden en van de provincie Antwerpen bezochten burgemeesters en landbouwschepenen twee bedrijven in de Kempen. Tuinder Wim Joosen toonde onder meer de burgemeesters Tinne Rombouts (Hoogstraten) en Ward Kennes (Kasterlee) hoe komkommers, braambessen en frambozen geteeld worden op een energiezuinige en milieuvriendelijke manier. Van daaruit ging het met de bus naar een akkerbouw- en vleesveebedrijf in Ekeren. Daar heeft een jongeman het bedrijf van zijn grootvader in geen tijd gemoderniseerd.

In de provincie Antwerpen hebben afgelopen zondag twaalf bedrijven de deuren opengezet voor het grote publiek. Boerenbond deed samen met de provincie Antwerpen een extra inspanning om lokale beleidsmakers - burgemeesters en schepenen van Landbouw - te laten kennismaken met de landbouwpraktijk. De groep werd rondgeleid op de bedrijven van Wim Joosen in Brecht en Olivier Van Look in Ekeren.

Tuinderij Joosen teelt op duizenden vierkante meters komkommers, braambessen en frambozen. Tijdens het seizoen zijn 24 paar handen nodig om al de arbeid rond te zetten. Sinds 2008 draait er een warmtekrachtkoppeling (WKK) op het bedrijf. “Een motor die op aardgas draait, wekt elektriciteit op. De restwarmte die vrijkomt, wordt benut voor de verwarming van de serres. Het rookgas wordt in de serres geblazen omdat de planten CO2 goed kunnen gebruiken om te groeien”, legt Wim Joosen uit. Zijn vrachtwagen rijdt trouwens ook op aardgas.
De serre wordt het jaar rond op temperatuur gehouden zodat de kwaliteit van de komkommers constant is en onder het Flandria-label verkocht kan worden door veiling BelOrta in Sint-Katelijne-Waver. Met behulp van de WKK, energieschermen en dakberegening voor broeierige dagen kan dat op een energie-efficiënte manier. Nieuwe aanplantingen vullen de serre voor de oude planten uit productie zijn. “Als de komkommers eventjes duur zijn, pikken we graag ons graantje mee”, verklaart Joosen de continue productie. In het voor- en najaar diversifieert Joosen door komkommers te telen met een opvallend kleiner formaat.
Komkommerteelt in een serre gebeurt niet in volle grond, maar met behulp van een gotensysteem in een substraat van perliet (gemalen gesteente, nvdr.). Aan een metaaldraad groeien de komkommers de hoogte in, tot 60 cm per week. De buizen die onder de goten lopen, zijn tegelijkertijd verwarmingsbuizen en rails voor de transportkarretjes.
Op jaarbasis teelt Tuinderij Joosen anderhalf miljoen komkommers. Het totale komkommerareaal in Vlaanderen bedraagt 25 hectare. Dat is maar klein bier in vergelijking met het Nederlandse areaal van 630 hectare. Naast komkommers teelt Joosen ook braambessen en frambozen. Terwijl komkommers niet bestoven worden, bestuiven 40.000 bijen en 360 hommels het kleinfruit. Trips, spunt en rupsen worden op een natuurlijke manier bestreden door roofmijten in de serre uit te zetten.
Na de kennismaking met een glastuinbouwbedrijf werd de delegatie burgemeesters en landbouwschepenen rondgeleid op het akkerbouw- en vleesveebedrijf van Olivier Van Look. In 2000 nam Olivier het bedrijf van zijn grootvader over en schakelde hij van melkvee over naar vleesvee. In 2012 nam hij een nieuwe stal in gebruik, die een capaciteit heeft van 175 dieren. De kalverdrinkautomaat laat individuele opvolging van de dieren toe. Met krachtvoeder, eigen spelt en hooi worden de dieren verder grootgebracht. Met een overdekte mestopslag anticipeert Olivier Van Look op een eventuele verstrenging van de mestwetgeving. Hij combineert het vleesvee met akkerbouw en loonwerk voor derden.
Tussen de nieuwe stallen liet Van Look een oude schuur onaangeroerd zodat het er goed vertoeven is voor kerkuilen. Natuurpunt zette een stand op voor de schuur om bezoekers extra uitleg te geven. Door het plaatsen van nestkasten ging het aantal broedparen van amper negen in 1982 naar ruim 900 in 2012. Oude landbouwschuren zijn ideale schuil- en broedplaatsen voor kerkuilen. De dagen en weken na de Dag van de Landbouw brengen de omliggende scholen een bezoek aan het landbouwbedrijf van Olivier Van Look en Veerle Hens. De respons op de uitnodiging die zij verstuurden samen met een tekening om in te kleuren, was namelijk groot. Er wacht onder meer een maïsdoolhof op de kinderen.
Dankzij de inspanningen van Wim en Olivier en bijna 60 andere Vlaamse boeren en tuinders geniet de Dag van de Landbouw een grote belangstelling. De plaatselijke landelijke gilden ondersteunen de landbouwers zodat de bezoekers goed opgevangen worden door gidsen en kunnen ontspannen bij een hapje en een drankje. Op elk bedrijf hangen er infobordjes zodat het ook leerrijk is om op eigen houtje doorheen een bedrijf te wandelen.
“Op de derde zondag van september komen we als sector naar buiten en tonen we de burger wat de hedendaagse landbouw inhoudt”, vertelt algemeen secretaris van Boerenbond Peter Bruggen. Hij citeert uit de resultaten van een bevraging van de deelnemende landbouwers waaruit blijkt dat de meeste bezoekers wel degelijk niet-landbouwers zijn, de doelgroep. “Het zijn vooral omwonenden die langskomen”, weet Bruggen. Door clusters van bedrijven - op fietsafstand van elkaar - open te stellen, trekt Dag van de Landbouw veel recreanten aan.
De Dag van de Landbouw kadert voor de provincie Antwerpen in de beleidsdoelstelling om te zorgen voor een zo stevig mogelijk draagvlak voor land- en tuinbouw. “Dat is de derde doelstelling in ons landbouwbeleid, naast het verhogen van de kennis binnen de sector en het vrijwaren van ontwikkelingsruimte voor duurzame landbouw”, vertelt Ludwig Caluwé, gedeputeerde voor Landbouw.
Caluwé beschouwt land- en tuinbouw als een belangrijke economische motor in zijn provincie: “Landbouw is de onderbouw van de voedingsindustrie die uitgegroeid is tot de voornaamste economische activiteit in ons land. De provincie telt meer dan 3.700 land- en tuinbouwbedrijven. In totaal werken er ongeveer 20.000 mensen in het agrocomplex, goed voor 19,2 procent van het aantal ondernemingen en zelfstandigen in onze provincie.”
De Antwerpse land- en tuinbouwbedrijven zijn groter dan gemiddeld en realiseren een hoge toegevoegde waarde. Boeren hebben zich namelijk gespecialiseerd in onder meer veeteelt, groenteteelt, glastuinbouw of boomkwekerij. Ondanks die hoge toegevoegde waarde per oppervlakte staat het landbouwareaal in de provincie Antwerpen, net zoals in de rest van Vlaanderen, onder druk. De komende tien jaar komen er 100.000 inwoners bij in de provincie. “Zij willen allemaal wonen, werken en recreëren zodat alle sectoren zuinig zullen moeten omspringen met ruimte willen we daar op een goede manier mee omgaan”, aldus Caluwé.