In de pers

6 December 2012

De Standaard: ‘ Ik ben een jongetje dat nieuw speelgoed krijgt'

Ludwig Caluwé, gewezen CD&V-fractieleider in het Vlaams Parlement, pleit ervoor om in 2014 eerst regionale verkiezingen te organiseren en pas daarna de federale.

Ludwig Caluwé trekt vandaag de glazen deuren van het Vlaams Parlement definitief achter zich dicht. Na een carrière van dertig jaar in de Wetstraat verkast de gewezen CD&V-fractieleider naar de Antwerpse provincie om de functie van gedeputeerde op te nemen.

Twee jaar voor de heikele moeder der verkiezingen, dat lijkt op een vaandelvlucht?

‘Allesbehalve. Ik had graag mee gestreden', zegt Caluwé. ‘Want wat de federale ploeg presteert, is verdedigbaar. Net als wat de Vlaamse doet. Eigenlijk kwamen de lokale verkiezingen van oktober voor mij twee jaar te vroeg. Maar het is wat het is en de opportuniteit deed zich voor.'

Terwijl de komende twee jaar voor CD&V nochtans cruciaal zijn?

‘In Vlaanderen hebben we de leiding. Dat is handig. Het geeft ons de gelegenheid te tonen dat de zesde staatshervorming een absolute meerwaarde betekent, dat de begroting in evenwicht is en dat de economie zich moderniseert.'

En toch. Iedereen voorspelt een verlies voor CD&V.

‘Daar ben ik niet van overtuigd. Tegen 2014 zitten we opnieuw op het niveau van de Vlaamse verkiezingen van 2009. Met de laatste gemeenteraadsverkiezingen halen we het gemiddelde resultaat van 2000. Als we nu klein zijn, waren we dat toen ook. Met dat verschil dat de dreiging van de N-VA nu groter is dan die van Vlaams Belang destijds.'

‘Maar dan zal de N-VA wel met een concreet programma moeten afkomen. De partij van Bart De Wever kan zich niet langer wegsteken. Ofwel brengt die een realistisch verhaal, maar dat zal compromissen en toegevingen bevatten. Ofwel schetst het een ondoenbaar concept van confederalisme. Bovendien wil ik gedetailleerd horen wat de N-VA met Brussel wil doen. En hoe gaan ze hun ideeën realiseren: door die eenzijdig op te leggen? Of via onderhandelingen?'

Ander probleem voor uw partij: in 2014 vallen de verkiezingen samen en verschuift alle aandacht wellicht naar het federale niveau. ‘Dat is inderdaad een probleem. Het Vlaamse niveau zal in de schaduw van het federale staan. De kiezer zal het verschil tussen beide assemblees niet maken. Mijn oplossing? Eerst de regionale verkiezingen organiseren, daarna de rest.'

Meer aandacht naar het federale niveau? Dat kan de huidige Vlaamse regering nog goed uitkomen, gezien het eeuwig gekibbel.

‘Er is al eens een ruzie, ja. Maar die wordt altijd bijgelegd. En dan nog: bij een aparte stembusgang kan de bevolking zich duidelijk uitspreken over die vermeende onenigheid. Maar in 2014 zal alles draaien rond het voortbestaan van België.'

In uw afscheidsrede in het Vlaams Parlement riep u de ploeg van Kris Peeters op grondig na te denken over de staatshervorming. Een vermanend vingertje?

‘De overdracht van tien miljard aan bevoegdheden en wat daar eventueel nog bijkomt, is natuurlijk een goede zaak. Maar daarmee komt de administratie wel zwaar onder druk te staan. Een staatshervorming implementeren, is een werk van lange adem – het vlinderakkoord is wellicht tegen 2016 afgerond. Om die institutionele klus te klaren, pleit ik voor een nauwe samenwerking met het middenveld en de lokale besturen. Ik ben voorstander om zo snel mogelijk een deel van de nieuwe bevoegdheden door te sluizen naar het gemeentelijk niveau. Anders dreigt het een ondoordringbaar kluwen te worden.'

U liet uw frustratie de voorbije jaren al eens de vrije loop?

‘Bepaalde zaken ben ik inderdaad beu, zoals de overmatige media-aandacht voor nietszeggende details. Ach, na jaren dienst bestaat het risico dat ik versleten word voor een oude zagevent. Omdat ik alles al eens gezien heb. Daar wil ik me dus tegen wapenen.'

Dus u bent toch blij te mogen vertrekken?

‘Ik ben een jongetje dat nieuw speelgoed krijgt –laat ik het daar bij houden. Het is prettig eens een uitvoerend mandaat in te vullen.'

Spijt gehad dat u nooit minister bent geweest?

‘Ik heb vastgesteld dat anderen dat veel beter kunnen dan ik. Temeer omdat ik een ploegspeler ben, niet iemand die aandacht zoekt, die koste wat het kost de eerste viool wil bespelen.'