In de pers

21 November 2017

De Standaard: Haven moet af van haar grijze blanke mannen-imago

De Antwerpse haven is veel te veel een arbeidsmarkt van grijze witte mannen, besluit Ludwig Caluwé van het Antwerpse provinciebestuur uit een recente studie.

Werken in de Antwerpse haven kampt met een imagoprobleem. Het is een mannenwereld waarin technologische innovatie en robotisering slechts schoorvoetend ingang vinden. Dat blijkt uit een recent onderzoek van de Universiteit Antwerpen over de toekomst van de arbeidsmarkt in de grootste Belgische haven. Het onderzoek kwam er op vraag van het Antwerpse provinciebestuur. 'Omdat we ons afvroegen hoe we jonge mensen warm kunnen maken voor de haven. Wat blijkt: de Antwerpse haven is veel te veel een arbeidsmarkt van grijze witte mannen', stelt Ludwig Caluwé, die als provinciaal gedeputeerde onder meer bevoegd is voor economie en het Havencentrum Lillo.

Het onderzoek wijst uit dat er werk aan de winkel is om de haven van Antwerpen voor te bereiden op de arbeidsmarkt van de toekomst. En daarbij wordt best niet te veel getreuzeld. Want de vergrijzing van de werkende bevolking in de haven gaat veel sneller dan we tot nog toe aannamen, stelt Ludwig Caluwé. Daardoor stevent de Antwerpse haven de komende jaren af op een serieuze generatiewissel, voegt hij eraan toe.

De Antwerpse haven zit echter opgezadeld met een maatschappelijk probleem. De huidige samenstelling van de arbeidspopulatie in de haven staat haaks op de diversiteit van de jonge Antwerpse bevolking. Het onderzoek wijst op de grote pijnpunten. Slechts 17 procent vrouwelijke tewerkstelling, en allochtonen en kansengroepen die amper aan de bak komen.

Opvallend is dat heel wat gesprekspartners tijdens interviews met de universitaire onderzoekers beaamden dat er iets moet gebeuren. Maar hoe, is veel minder vanzelfsprekend. Bedrijven, het onderwijs en de sectororganisaties zoals de vakbonden moeten daarvoor de krachten bundelen, luidt een van de conclusies. Iedereen zal inderdaad een serieus tandje moeten bijsteken om de huidige, heel diverse jonge generatie Antwerpenaren te interesseren voor een job in de haven, stelt Caluwé.

Een bijkomende complicatie: het onderzoek omschrijft de arbeidsmarkt in de Antwerpse haven ook herhaaldelijk als een vrij conservatieve omgeving. Waarin technologische vernieuwing niet echt gestimuleerd wordt. Zeker in de maritieme bedrijvencluster. Zowel in de overslagterminals als in de distributiemagazijnen in de haven wordt slechts mondjesmaat geïnvesteerd in automatisering, robotisering en innovatie. De verwachting is dat de Antwerpse haven zich ook in de toekomst niet zal profileren als een voorloper.

Maar in het onderzoek wordt wel de vraag gesteld of de Antwerpse haven op lange termijn gebaat is met een dergelijke terughoudendheid. Temeer omdat, net als in andere economische sectoren, in de haven het fenomeen jobpolarisering in opmars is.
Verwacht wordt dat het aantal laaggeschoolde jobs op peil zal blijven in de toekomst. Al zullen ook orderpickers in distributiemagazijnen moeten kunnen omspringen met een tablet, voegt Ludwig Caluwé er meteen aan toe. Maar middengeschoolden in de haven zullen almaar meer baan moeten ruimen voor hooggeschoolden, die vertrouwd zijn met ICT, digitalisering en technologie. Zowel voor bedienden- als technische jobs. En zowel in de maritieme als de industriële bedrijven in de haven.

Een laatste opvallende vaststelling van de studie: een stijging van de werkgelegenheid in de haven zelf zit er de komende jaren niet in. Het aantal jobs is al enkele jaren licht aan het dalen en de algemene verwachting is dat die trend zal aanhouden. De mening is wel wijdverspreid dat de impact op de werkgelegenheid van een verdere opmars van digitalisering en automatisering beperkt zal blijven. Dat komt onder meer omdat in de belangrijke industriële sector in de haven, de chemie, geen massale jobverliezen worden verwacht. Omdat de automatisering de voorbije decennia geruisloos is gebeurd en anno 2017 zeer ver gevorderd is.

Pascal Sertyn