2009 - 2014

7 December 2011

Toespraak van Ludwig Caluwé tijdens de plechtige zitting n.a.v de viering van 40 jaar Vlaams parlement

Mijnheer de Voorzitter,
Mijnheer de Minister-president,
Leden van de Regering,
Collega’s,
Geachte Genodigden,
Op 7 december 1971 kwam de Cultuurraad van de Nederlandse Cultuurgemeenschap, de voorloper van het Vlaamse Parlement, voor het eerst bijeen. Dat was een memorabele dag in die pioniersperiode van de Vlaamse autonomie.
Sindsdien is er in het leven van die prille veertiger veel gebeurd.
Hij veranderde verschillende keren van naam. Van cultuurraad werd het Vlaamse Raad en vervolgens Vlaams Parlement.
Als kind verhuisde hij van Mechelen naar Brussel, want hij wou Brussel niet loslaten.
Op zijn 24ste werd hij zelfstandig en ging alleen wonen. Vanaf 1995 verdween immers het dubbelmandaat en werd dit huis onze thuis.
Heel die tijd is die opgroeiende jongeman ook steeds sterker en krachtiger geworden. Vijf staatshervormingen hebben onze bevoegdheden en autonomie gestaag doen toenemen. Maar hij bleef streven naar meer en beter. De voorbije tien jaar leverde dat niets meer op, zodat hij er bijna wanhopig van werd.
Maar zie, life begins at forty.
De zesde staatshervorming komt eraan en ze zal opnieuw belangrijke gevolgen hebben voor dit Parlement. Ons uitgavenpakket neemt nog verder toe. Het gaat van 25 naar 35 miljard Euro, waardoor het Vlaams Parlement voor heel Vlaanderen over meer gewone uitgaven te beslissen zal hebben, dan het Belgisch Parlement voor heel België. We krijgen zeggenschap over delen van de sociale zekerheid, lang een taboegebied, en onze fiscale autonomie zal verdubbelen en kwalitatief verdiepen. Bovendien zullen we voortaan zelf motor kunnen zijn van verdere staatshervormingen door de creatie van de Senaat van de deelstaten.
We krijgen dus een status die bij een veertiger past.
Maar bij 40 dreigt ook de midlife crisis. Het gevaar bestaat dat we rond onze kerktoren blijven draaien en ons zelfgenoegzaam opsluiten in ons kleine kringetje, denkend dat we het gemaakt hebben.
Daarom moeten we ons des te meer blijven open stellen voor de rest van de wereld. We moeten Europa en de rest van de wereld nog meer in de dagelijkse werking van ons parlement inbouwen. Europese politiek is binnenlandse politiek geworden.
De huidige financiële crisis versterkt nog dit proces. De transfer van bevoegdheden naar het Europese niveau heeft ook in belangrijke mate betrekking op Vlaamse bevoegdheden. We moeten dit vanuit Vlaanderen op een positieve manier benaderen. De vaststelling dat veel EU-regelgeving een regionale dimensie heeft, biedt de regio’s immers ook kansen. Regionale overheden zijn betrokken partij geworden bij de Europese integratie : hun medewerking is nodig voor een optimaal Europees beleid.
Het Vlaams Parlement moet ook in dit proces zijn rol opnemen. Dit is in de eerste plaats nodig vanuit democratisch opzicht. De noodzaak om de legitimiteit van de EU op te krikken, is vandaag meer dan ooit een noodzaak. Maar het is ook noodzakelijk in het belang van Vlaanderen. Daarom is er door dit Parlement – in samenspraak met de Regering - een goede opvolging van de Europese dossiers tot stand gekomen. We moeten op deze weg verder gaan en nog meer onze Europese rol opnemen, ook wat de naleving van het subsidiariteitsbeginsel betreft, dat een instrument is om te bepalen wanneer de EU wetgevend moet optreden. Het Vlaams Parlement heeft een zelfstandige rol te spelen in de politieke controle op de toepassing van dit beginsel.
Tenslotte is er nog een ander fenomeen dat zich op 40-jarige leeftijd voordoet. Op 40 jarige leeftijd begint men ook meer inzicht te krijgen in wie men eigenlijk is, waar men voor staat. Niet voor niets zei Schopenhauer “De eerste veertig jaren van ons leven leveren de tekst, de volgende het commentaar daarop.” Het ware goed geweest mochten we als Parlement bij deze 40 jarige viering ook een handvest hebben uitgeschreven, een soort mission statement, aangevende wat de waarden zijn die we als Vlamingen delen, wat de rechten en plichten van onze burgers zijn met een overzicht van de instellingen waardoor we daar vorm aan geven.
Het lijkt me belangrijk voor onszelf. Het lijkt me ook belangrijk voor anderen. Al te vaak heeft men in de wereld van ons een verkeerd beeld. Dat beeld is nogal eens ingegeven door een deel van de Franstalige pers, die nu eenmaal meer dan onze eigen pers door buitenlanders gelezen wordt.
Ook daarom zou het goed zijn dat we als Parlement een tekst goedkeuren waaruit onder meer blijkt dat we volmondig het charter van Europese Grondrechten onderschrijven. Er zijn verscheidene pogingen geweest. In de jaren ‘90 was er de proeve van Vlaamse Grondwet van enkele jonge juristen. Er is de petitie geweest van 24000 Vlamingen. Parlementsvoorzitter De Batselier heeft initiatieven genomen. Alle fracties hebben tijdens de vorige legislatuur hun voorstellen geformuleerd en recent heeft Minister-President Peeters met het Handvest voor Europese Grondrechten als leidraad en geïnspireerd door eerdere initiatieven een ontwerp naar voren gebracht. Maar tot nu heeft dit allemaal niet tot een succes geleid. Het had nochtans passend geweest bij deze verjaardag, maar geen nood er komt een nieuwe verjaardag aan. En wat voor een.
Te weinig is geweten dat onze gewesten in de middeleeuwen voorloper waren in het ontstaan van de moderne democratische instellingen en het erkennen van de rechten en vrijheden van burgers. We kennen allemaal uit onze geschiedenislessen de Engelse Magna Carta. Weinig is geweten dat het eerste gelijkaardige document op het Europese vasteland werd afgekondigd in het Hertogdom Brabant. Het komt van Hertog Jan II van Brabant, een persoon waarvan we met wat goede wil kunnen stellen dat hij banden had met het hele grondgebied dat vandaag Vlaanderen omvat. Hij was immers de zoon van Hertog Jan I die Brabant en Limburg met elkaar verbonden heeft, en via zijn moeder kleinzoon van Gwijde van Dampierre, de graaf van Vlaanderen.
Het is deze Hertog Jan die niet voor niets de vrede zoekende genoemd werd, die het Charter van Kortenberg afkondigde.

Dit charter bepaalde onder meer:

1. dat belastingen redelijk moesten zijn en slechts om een aantal gedefinieerde redenen konden geheven worden

2. dat rijk en arm recht hadden op een eerlijke rechtspraak

3. dat de vrijheden van de steden die vastgelegd waren in specifieke keures erkend zouden worden en erkend zouden blijven. Die vrijheden bevatten vaak zeer precieze bepalingen met betrekking tot de bescherming van persoon, eigendom, ambacht en handel.

4. dat er een raad zou opgericht worden die erop zou toezien dat de Vorst zich aan al deze engagementen hield en die ook bijkomende maatregelen zou kunnen uitvaardigen om het beheer van het land te verbeteren.
Met de wijze van samenstelling van de raad ging het charter verder dan de Magna Carta. Ook de Magna Carta richtte een raad op van 25 leden, maar het ging hier enkel om edellieden. In de Raad van Kortenberg, soms ook Parlement van Kortenberg genoemd, werden naast vier edellieden opgenomen, maar ook 10 afgevaardigden van wat toen de 6 grootste Brabantse steden waren, Leuven, Brussel, Antwerpen, “s Hertogenbosch, Tienen en Zoutleeuw. Hierdoor was het charter van Kortenberg het eerste middeleeuwse document waarin een vorm van representatieve democratie ook voor niet-edellieden uitgeschreven werd.

Dit document werd te Kortenberg plechtig uitgevaardigd op 27 september 1312. Binnen een kleine tien maanden is dat dus 700 jaar geleden. Mij lijkt het dat de meest passende wijze om dat te vieren erin bestaat om een moderne versie van dit historisch charter aan te nemen.
De ontwerpen van handvesten die ik de voorbije maanden en de voorbije jaren heb zien passeren, onder meer vanwege de Minister-President, zijn eigenlijk niets anders dan dat.
Er zijn nog een paar twistpunten. Laat ons de komende maanden een beetje moeite doen om de kleine tegenstellingen die nog bestaan te overstijgen. Het is de meest passende manier om hulde te brengen aan onze voorvaderen, waarvan te weinig geweten is dat zij pioniers waren in het tot stand brengen van de moderne westerse en ondertussen bijna wereldomvattende parlementaire democratie die we nu ook al 40 jaar in Vlaanderen kunnen uitbouwen.

Ik dank u.