2004 - 2009

Vragen voor Vlaams Minister van Ruimtelijke Ordening, Dirk Van Mechelen

1 October 2008

Actuele vraag over het optreden van de Bouwinspectie tegen immo-advertenties

De heer Ludwig Caluwé:

Mevrouw de voorzitter, geachte leden, mijnheer de minister, deze week werden we opgeschrikt door berichten in de pers dat de bouwinspectie 900 pv's zou hebben uitgeschreven en dreigt met boetes van 5000 euro ten aanzien van mensen die, wanneer ze hun woning te koop stellen, niet de juiste vermeldingen in de publiciteit ter zake hebben aangebracht. Ik denk dat we het allemaal terecht vinden dat de argeloze koper wordt beschermd en dat mensen van tevoren weten of een huis wel degelijk vergund is, of er al dan niet een dagvaarding op kleeft, of er voorkooprechten zijn en dergelijke. Dit is nu van toepassing in die gemeenten waar er een planregister is. Nu begint dat actueel te worden. De vraag is echter of er meteen moet worden uitgepakt met pv's en boetes van 5000 euro om die reglementering te doen naleven, temeer daar de vraag rijst hoe die reglementering er precies uitziet.

Het decreet bepaalt dat de Vlaamse Regering uitvoeringsbesluiten kan maken, de vorm en de modaliteiten van de publiciteit kan vastleggen en bepaalde vormen van publiciteit kan vrijstellen. Bij mijn weten is een dergelijk uitvoeringsbesluit er nog niet. Wel staan er op de website www.ruimtelijkeordening.be een aantal suggesties met betrekking tot advertenties en vermeldingen op het internet. Maar goed, wat is de rechtskracht daarvan? Mag er nog een affiche worden geplaatst? Moet dat alles daarop worden vermeld of niet? Mijnheer de minister, hoe zult u reageren op de bouwinspectie en ten aanzien van deze problematiek? .

Minister Dirk Van Mechelen:

Mevrouw de voorzitter, gemakshalve heb ik artikel 142 even meegenomen. Dat staat onder afdeling 6 van ons decreet van 18 mei 1999 en handelt over de informatieplicht met betrekking tot de publiciteit. Belangrijk is daarbij dat we benadrukken dat dit artikel tot stand is gekomen in het kader van de bescherming van de consument, van de koper. Het artikel stelt dat iedereen die een verkoop doet, of een verhuur van meer dan negen jaar, een bepaalde belangrijke basisinformatie moet meedelen bij de verkoop of de verhuur. Belangrijk is ook dat artikel 142 slechts in werking treedt voor die steden en gemeenten die zowel beschikken over een planregister als over een vergunningenregister.

Het gaat over vijf verplichtingen, die volgens mij de evidentie zelf zijn: het beschikken over een stedenbouwkundige vergunning, het beschikken over een verkavelingsvergunning, een voorkooprecht, een dagvaarding en de bestemmingszone. Dat is essentiële informatie waarover wie iets wil kopen of huren moet beschikken. Deze vijf vragen moeten gewoon met ja of neen worden beantwoord. Het is niet zo dat er een boek moet worden ingediend. Het lijkt me dus niet onbillijk dat we verwachten dat die dingen worden bekendgemaakt.

De vraag is natuurlijk hoe dat nu in de praktijk moet. Wat is er ter zake gebeurd? In 2005, ondertussen drie jaar geleden, is er overleg geweest tussen de bouwinspectie, de vastgoedsector en de media, om dit probleem te bespreken. Medio 2007, dus twee jaar na het overleg, is er een soort waarschuwingsronde georganiseerd, waarbij werd gezegd dat een aantal dingen werden vastgesteld, dat men zich moest schikken naar de wetgeving, dat artikel 142 uitvoerbaar is. De meesten hebben zich dan ook geschikt naar die voorschriften, zeker in de mediasector. Uiteindelijk heeft er in mei-juni 2008, dus één jaar later, een strikte controle plaatsgevonden, waarbij 876 pv's zijn opgesteld.

Ik heb ook een verslag gevraagd over die pv's, om te bekijken wat er nu precies ontbrak. Ging het over het systematisch en totaal ontbreken van die vijf informatieve gegevens, of was die informatie gebrekkig? Dat wordt momenteel geanalyseerd, maar de bedoeling was inderdaad om bijna provocerend duidelijk te stellen aan de heren en dames uit de vastgoedsector en de media die daarbij betrokken zijn, dat ze rekening moeten houden met artikel 142. Er is één probleem waarvoor wij verantwoordelijk kunnen worden gesteld. Uit de contacten die ik heb met de sector, blijkt dat het bij sommige gemeentebesturen erg lang duurt om die essentiële informatie te krijgen. Zoals u zelf maar al te best weet, is die informatie momenteel volledig elektronisch beschikbaar in het vergunningenregister. Met één druk op de knop moet men die informatie dus kunnen geven aan diegene die erom vraagt.

Er is en wordt bijkomend overleg gepleegd tussen de bouwinspectie, de VVSG en de gemeentebesturen om hen erop attent te maken dat artikel 142 bestaat maar enkel kan functioneren wanneer men snel de informatie aanlevert.

Tot slot is het inderdaad de intentie van de bouwinspectie - die los van het gezag van de minister opereert - om dit soort operaties te herhalen. De volgende actie zal plaatsvinden in januari volgend jaar.

De heer Ludwig Caluwé:

Pv's uitschrijven is natuurlijk een drastische manier van sensibiliseren. Als men dat leest, wordt men er ook over aangesproken. Mensen die zonder bemiddelaar hun verkoop regelen, vragen zich af aan welke voorwaarden ze moeten beantwoorden. Ik doe u daarom de suggestie om dit in een duidelijk reglementair kader te gieten. Hoe moeten advertenties eruitzien? Moet dat op een affiche staan? Onder welke vorm? Hoe zit het met de publiciteit op de regionale televisie? Hoe moeten de vermeldingen daar zijn? Een reglementair kader lijkt me nuttig.

Minister Dirk Van Mechelen:

Dan zijn we het met elkaar eens. Artikel 142 blijft onverkort van kracht omdat we de koper of huurder moeten beschermen. Hij moet weten of het een vergunde woning is. Ik kan daar uit de dagelijkse praktijk tientallen drama's over vertellen. We moeten dat ernstig nemen.

In 2005, 2007 en 2008 zijn er acties gebeurd. Op een bepaald moment moet men zich gaan conformeren. De pv's zijn helemaal wettelijk; ik vind dat ze onverkort moeten worden uitgevoerd. Ik ben geen vragende partij voor torenhoge boetes, daar is niemand mee gediend.

In overleg met de gemeentebesturen moeten we die informatie snel en adequaat kunnen leveren. Dat vraagt ook een engagement van de gemeentebesturen. Dat kan.

Ik ga in op uw suggestie om een bijkomend besluit op te stellen om een en ander verder te verfijnen in de regelgeving.