2004 - 2009

Vragen voor Minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Yves Leterme

1 February 2006

Actuele vraag over de reactie van de Vlaamse Regering opde nieuwjaarstoespraak van de koning

Actuele vraag van de heer Joris Van Hauthem tot de heer Yves Leterme, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over de nieuwjaarstoespraak van de koning tot de gestelde lichamen en de bepalingen van het Vlaams regeerakkoord met betrekking tot de transfers

Actuele vraag van de heer Ludwig Caluwé tot de heer Yves Leterme, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over de reactie van de Vlaamse Regering op de nieuwjaarstoespraak van de koning

Actuele vraag van de heer Kris Van Dijck tot de heer Yves Leterme, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over de reactie van de Vlaamse Regering op de nieuwjaarstoespraak van de koning
.

De heer Joris Van Hauthem:
Mijnheer de voorzitter, De Morgen citeert vandaag een anonieme CD&V'er: 'De koning begrijpt niet wat er in Vlaanderen leeft'.

Mijnheer de minister-president, ik denk inderdaad dat de koning niet weet wat er in Vlaanderen leeft. Hij heeft gisteren kamp gekozen. Ik zou zelf durven zeggen dat hij definitief kamp heeft gekozen, en het is niet het Vlaamse. Coburg heeft kamp gekozen voor Wallonië, en meer bepaald voor l'état-PS.

De koning heeft zich uitgesproken tegen het separatisme, wat op zich niet nieuw is. Vanuit zijn standpunt kan ik het zelfs nog begrijpen: niemand verliest natuurlijk graag zijn job. Hij vergeet er alleen bij te zeggen dat het dat separatisme is dat er in 1830 voor heeft gezorgd dat hij nu op de troon zit - maar dit terzijde. Hij heeft een onderscheid gemaakt tussen het rampzalig en omfloerst separatisme, en dat maakt veel duidelijk. De media vragen zich vandaag af wie er met dat omfloerst separatisme wordt bedoeld. Het antwoord is zeer duidelijk.

Zijn toespraak was niet gericht tegen het separatisme als dusdanig, maar tegen elke vorm van Vlaams autonomiestreven, of het nu gaat om federalisme, confederalisme of separatisme. Daar ging het over.

Het is geen toeval dat zijn toespraak enkele weken na de bekendmaking van het manifest van de Warandegroep komt. In die studie wordt op een zakelijke manier de sociaal-economische toestand van België ontleed. Men stelt vast dat België op dat vlak alleen maar tot immobilisme leidt. En men besluit dat men beter een boedelscheiding doorvoert. Het is evenmin toevallig dat hij nu de transfers oprakelt. Sommigen juichen omdat Coburg de transfers erkent. Wel, zijn euro valt traag. Trouwens: hij heeft de transfers niet erkend, maar ze enkel vastgesteld en ook gezegd dat er daaraan niets zal gebeuren.

Wat Coburg gisteren heeft gedaan, is een aanval tegen elk streven naar Vlaamse autonomie, en dus ook tegen het Vlaamse regeerakkoord. In dat regeerakkoord staan onder meer hoofdstukken over de transfers. In dat regeerakkoord wordt ook gepleit voor de regionalisering van het tewerkstellingsbeleid. Als ik dan hoor dat de minister-president zich niet aangesproken voelt, dan vraag ik me af wie dat dan wel moet zijn? Wie is dan wel aangesproken als hij het over dat omfloerst separatisme heeft? De minister-president moet zich aangesproken voelen; dat kan niet anders.

We kunnen in dit parlement van mening verschillen over hoe ver de autonomie van Vlaanderen moet gaan. Ons standpunt terzake is duidelijk. U hebt een regeerakkoord dat door de meerderheid van het Vlaams Parlement is goedgekeurd. In dat regeerakkoord staat een uitgebreid communautair luik. Het is maar minnetjes dat u dan zegt dat u zich niet aangesproken voelt. We verwachten van u een stevige reactie. Die reactie kan alleen maar de volgende zijn: 'Monsieur de la baraque d'en face, u bent een monarch. Als niet-verkozene, zonder democratische legitimatie, hebt u niet het recht om de Vlaamse minister-president en het Vlaams Parlement de les te spellen. Wij zijn wél democratisch gelegitimeerd.' U moet de man die aan de overkant van het park woont, zeggen dat hij het recht niet heeft om mee te beslissen over de toekomst van Vlaanderen. (Applaus bij het Vlaams Belang)

De heer Ludwig Caluwé:
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, geachte collega's, gisteren werden we geconfronteerd met een merkwaardige toespraak van de koning. Dat de koning pleit tegen het separatisme is niet nieuw. Dat ligt wellicht in de lijn van wat de federale regering daarover denkt. Het merkwaardige is wel dat men de toespraak van de koning niet anders kan uitleggen dan dat in zijn ogen elke vorm van bevoegdheidsoverdracht gelijkstaat met omfloerst separatisme. De commentaren in de pers onderschrijven die stelling. We vragen ons af hoe de koning tot dat soort uitspraken komt. Moeten we daaruit afleiden dat de koning bang is voor het programma dat wordt voorbereid? Is hij bang voor wat in het Vlaamse regeerakkoord staat? Is hij bang voor wat mijn partij en het kartel van CD&V en N-VA zullen voorstellen in de onderhandelingen die na de verkiezingen van 2007 zullen plaatsgrijpen?

Dat is vreemd want de koning zegt in zijn toespraak zelf dat de landsdelen grondig van elkaar verschillen, dat er een verschillend beleid wordt gevoerd en dat er financiële stromen bestaan.

Het verleden toont aan dat alle mogelijke conflicten en blokkeringen die we met de centrale staat hebben doorgemaakt, zijn opgelost door te splitsen. Ik denk aan stadsfinanciën, nationale economische sectoren, onderwijs of openbare werken.

Vandaag worden wij geconfronteerd met een Europees en internationaal grondig wijzigende economische toestand. Dat zal zomaar niet op een half jaar tijd voorbij waaien. Wij komen in andere tijden terecht. Het evenwicht zal op wereldschaal veranderen.

Vandaag stellen we vast dat het noorden en het zuiden van het land grondig van elkaar verschillen. Dat zegt de koning ook. Wij hebben 8 percent werklozen. Het gaat om allochtonen, ouderen en laaggeschoolden. Wallonië kampt met 18 percent werklozen. Daar zijn er ook jeugdwerklozen. Het probleem is veel algemener. Wij kunnen de problematiek vandaag onvoldoende efficiënt aanpakken. We hebben er niet de juiste economische hefbomen voor. Als zowel Vlaanderen als Wallonië dit probleem willen aanpakken, moeten zij over veel meer hefbomen kunnen beschikken. Ik denk aan de vennootschapsbelasting, de arbeidswetgeving, delen van het gezondheidsbeleid, en de werkloosheidsverzekering. Pas dan kan men het probleem op een goede manier in het belang van de mensen aanpakken. Op het ogenblik dat de economische hefbomen worden overgeheveld, zal dat uiteraard betekenen dat België verandert. Het zwaartepunt zal bij de deelstaten komen te liggen. De dochters worden dan belangrijker dan de moeder. Voor ons telt dat dit in het belang van de mensen is. Het betekent dat we de problemen waarmee de mensen worden geconfronteerd, kunnen oplossen.

Het staat zo geschreven in het regeerakkoord. Het werd hernomen in de septemberverklaring en duidelijker geaccentueerd. Vandaar mijn vraag aan de minister-president. Zal de Vlaamse Regering zich door deze koninklijke oproep laten afleiden van het akkoord dat zij zelf heeft onderschreven of zal zij voort werken om deze onderdelen van het regeerakkoord ook uitgevoerd te krijgen? (Applaus bij de meerderheid)

De heer Kris Van Dijck:
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega's, ik treed de twee andere sprekers bij. De toespraak van de koning gisteren getuigt van een scharniermomentum. De term is zaterdag in dit parlement nog gevallen toen wij een conferentie hielden over een Vlaamse grondwet. Ik verklaar mij nader.

Een half jaar geleden sprak de koning van een bevraging waarbij 87 percent van de bevraagden zou kiezen voor de eenheid van België en 13 percent niet. We stelden vast dat een half jaar later het accent volledig op die 13 percent wordt gelegd. Of gaat het om meer dan 13 percent?

Op dit moment zijn er eigenlijk twee problemen aan de orde. Ze verschillen wel van elkaar, maar ze zijn allebei ernstig. We moeten ze dan ook onder ogen durven zien. Vooreerst zou men kunnen stellen dat de koning gesproken heeft om zijn eigen positie veilig te stellen. Het is evident dat hij kiest voor een unitaire staat. Ik ben het daar niet mee eens. De positie van een staatshoofd is wel nog iets anders dan de autonomie van staten. Ik weet niet of iemand van de leden van de vergadering hier weet wie het staatshoofd van Australië, Canada en Nieuw-Zeeland is, maar het is hetzelfde als dat van Groot-Brittannië. Hier worden uitspraken gedaan door een staatshoofd die inderdaad politiek zijn en dus een inmenging betekenen in een politiek debat van dit land. Dan is er een probleem. De koning heeft daarover geen uitspraken te doen. Ik denk dat velen het hierover met mij eens zijn, maar dan moeten we ook consequent zijn.

Dan moeten we de Grondwet in die zin aanpassen. Mijn partij zal een wetsvoorstel indienen om daar gevolg aan te geven.

Er is echter nog een probleem. De heer Van Hauthem zegt dat de minister-president tegen het staatshoofd moet zeggen dat hij daarvoor geen democratische legitimiteit heeft. De toespraak van de koning heeft echter wel het fiat gekregen van op z'n minst de federale premier, en als afgeleide, van de federale regering. Dat is een politiek probleem van een andere orde. Als het gaat over resoluties die in het verleden werden goedgekeurd en over het Vlaamse regeerakkoord, dan zijn we allemaal omfloerste separatisten. Dan vraag ik me af hoe dit verder moet, en dan richt ik me tot de partijen die op beide niveaus de dienst uitmaken. Gaan we voor het Vlaamse regeerakkoord, dat meer bevoegdheden nastreeft, om een goed beleid te kunnen voeren niet alleen voor de Vlamingen, maar ook voor de Franstaligen? De koning onderkent trouwens dat er verschillende dynamieken zijn ten noorden en ten zuiden van de taalgrens. Welke positie nemen de partijen in de federale regering in, die de koning haast de opdracht geven om op de rem te gaan staan?

Mijnheer de minister-president, in hoeverre blijven we op koers met de uitvoering van het Vlaamse regeerakkoord, waarin de overdracht van bevoegdheden nodig is om blijvend welvaart en welzijn te garanderen in Vlaanderen en Wallonië? (Applaus bij CD&V en de N-VA)

Minister-president Yves Leterme:
Mijnheer de voorzitter, collega's, de Vlaamse Regering neemt op geen enkele wijze verantwoordelijkheid op, of moet die opnemen, voor de uitspraken van koning Albert II. Hij speelt geen enkele rol in de Vlaamse institutionele structuren en kan aldus ook geen enkele invloed uitoefenen op het Vlaamse regeerakkoord, het schrijven of de uitvoering ervan.

Gisteren had ik de gelegenheid om onmiddellijk na de toespraak in een rechtstreeks gesprek aan de koning te zeggen wat ik van de inhoud en de bewoordingen van die toespraak dacht. Dit komt overeen met wat ik nu zal zeggen.

De Vlaamse Regering houdt in haar geheel unaniem vast aan het Vlaamse regeerakkoord en de daarin vervatte eisen voor meer bevoegdheden op sociaal-economisch vlak, meer fiscale en financiële autonomie, homogene bevoegdheidspakketten, constitutieve autonomie conform de bekende resoluties van 1999 van dit parlement. Ik voeg eraan toe - dat heb ik gisteren ook gedaan - dat niet alleen het laten aangroeien van bevoegdheden, maar ook een versterking van de verantwoordelijkheid van de gefedereerde entiteiten een belangrijke doelstelling moet zijn van de volgende hervorming van de instellingen. Voor mij is meer responsabilisering om de instellingen van dit land beter te laten functioneren een belangrijke voorwaarde. Uiteraard dient daarbij een objectief en transparant systeem van solidariteit aanwezig te blijven. Over deze institutionele ambitie is er in de Vlaamse Regering voor of na de toespraak van koning Albert II geen enkele discussie.

In het voorjaar heb ik tegen onze Franstalige collega's, die zeiden: 'Nous ne sommes demandeurs de rien', gezegd dat diegenen die pleiten voor het institutioneel status quo, het welzijn en de welvaart van de inwoners van dit land meer kwaad dan goed doen.

Het moet voor iedereen evident zijn dat de situatie op de arbeidsmarkt een eigen aanpak vergt. Een aantal vraagstellers hebben hier trouwens zelf naar verwezen. De werkloosheidsgraad vertoont grote verschillen. In Vlaanderen bedraagt de werkloosheid iets meer dan 8 percent, in Wallonië gaat het om iets meer dan 18 percent. In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, dat een belangrijke internationale rol speelt, bedraagt de werkloosheid meer dan 20 percent. Het is evident dat maatwerk in dit verband absoluut noodzakelijk is. De verschillen tussen het Vlaams en het Waals economisch weefsel vergen meer maatwerk. Het is onze uitgesproken ambitie om, vooral op het sociaal-economisch vlak, meer hefbomen in handen te krijgen. We willen een beter beleid kunnen voeren en maatwerk kunnen verrichten. Ook op het vlak van de exportgerichtheid is er een fundamenteel verschil tussen de Vlaamse en de Waalse economie. In financiële termen gesproken wordt ongeveer 80 percent van de export van ons land door Vlaamse ondernemingen tot stand gebracht.

Buiten deze economische argumenten wil ik enkel de sociale verzorgingsstructuur aanhalen. Langs Vlaamse kant wordt veel meer het accent op preventie gelegd. Gezien dit verschil in aanpak moeten we meer ruimte krijgen om op dit vlak een eigen beleid te voeren.

Het is mijn overtuiging en de overtuiging van heel de Vlaamse Regering dat het bieden van meer ruimte aan de gewesten en aan de gemeenschappen om maatwerk te leveren net op de specifieke problemen van elk gewest en van elke gemeenschap kan inwerken. Het bieden van meer ruimte is een absolute voorwaarde om de globale economie van dit land performanter te maken. Enkel zo zullen we de kans hebben om het hoofd te bieden aan de niet te onderschatten toename van de internationale concurrentie.

Zij die voor een institutioneel status quo pleiten, bewijzen de welvaart en het welzijn van onze bevolking wellicht niet de juiste dienst. Alle Vlaamse partijen moeten naar meer en aangepaste bevoegdheden voor het Vlaams Parlement en voor de Vlaamse Regering blijven streven. (Applaus bij de meerderheid)

De heer Joris Van Hauthem:
Mijnheer de minister-president, uw antwoord is in feite naast de kwestie. (Rumoer)

U hebt in feite het Vlaams regeerakkoord in grote lijnen opnieuw uiteengezet. Het is vrij ver gekomen. Coburg lanceert een aanval op elk Vlaams autonomiestreven, en u beperkt zich ten aanzien van de verkozenen in het Vlaams Parlement tot de mededeling dat u de brave man hebt gezegd dat u zich aan uw regeerakkoord zult houden. Daar stopt het voor u. (Rumoer)

Ik vind het choquerend dat u vanop deze tribune komt vertellen dat u een niet-verkozen monarch hebt gezegd dat u zich aan uw eigen regeerakkoord zult houden. Dat moest uw boodschap niet zijn: u had moeten vragen waar hij zich mee moeit. (Applaus bij het Vlaams Belang)

Ik ga ervan uit dat de toespraak door de premier is gedekt. Indien deze toespraak niet door de premier is gedekt en Coburg op eigen initiatief bepaalde uitspraken heeft gedaan, zitten we met een institutioneel probleem. In onze ogen bestaat dat probleem al lang. Ik hoop dat nu ook de ogen van andere mensen zullen opengaan. Indien deze toespraak wel door de premier is gedekt, hebt u een politiek probleem. U bent daar ook niet op ingegaan.

Ik vind het antwoord dat u net hebt gegeven in feite beschamend. U komt als een schooljongen vertellen dat u naar het paleis bent getrokken en dat u ginder hebt verklaard dat u zich aan uw regeerakkoord zult houden. Het paleis heeft hier niets over te zeggen.

Ik besluit met twee vaststellingen. Als Coburg dergelijke uitspraken doet, zullen de ogen van veel Vlamingen opengaan. Zij zullen zien dat een monarchie en een democratie niet bij elkaar passen. Tegelijkertijd zien we u, de man van de 5 minuten politieke moed, vervellen van een oppositieleider in de Kamer van Volksvertegenwoordiger tot een lid van het establishment, klaar om de Wetstraat 16 te betreden.

Mijnheer de minister-president, uw antwoord ontgoochelt ons. (Applaus bij het Vlaams Belang)