toespraken

25 June 2013

Toespraak tijdens de persconferentie over het IRIS-project

Dames en heren,

Als gedeputeerde voor economie, heet ik u op mijn beurt van harte welkom vandaag op de persconferentie over het IRIS-project.

Het EFRO-project loopt ten einde, maar eigenlijk is dit tegelijkertijd nog maar het startschot. Het pilootproject dat in enkele gemeenten liep, werd afgerond en IRIS is nu klaar om de rest van de provincie Antwerpen te veroveren.

Maar laten we even kijken hoe het allemaal begon.

Tijdens onze talrijke contacten met de gemeentelijke ambtenaren en schepenen bevoegd voor lokale economie kwam een belangrijk pijnpunt telkens opnieuw naar boven: wie kan ons, steden en gemeenten, een correcte up-to-date lijst van alle ondernemingen in onze gemeente aanleveren? Ook langs de ondernemerszijde is er een vaak gehoorde frustratie “van het kastje naar de muur” gestuurd te worden. Er is duidelijk nood aan een degelijk georganiseerde wisselwerking die zorgt voor een heldere, snelle en efficiënte communicatie.

Zo ontstond het idee om een elektronisch platform te ontwikkelen. Cipal vond hiervoor steun bij het Agentschap Ondernemen en bij het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). We hebben IRIS uit kunnen bouwen in partnerschap met CORVE (de Coördinatiecel van de Vlaamse regering voor e-governement), de VVSG, UNIZO, VOKA, en KMO-IT. Wij zijn alle partners, waaronder ook tal van steden en gemeenten, dankbaar voor hun engagement in dit project en voor de open en constructieve samenwerking. Dankzij deze samenwerking wordt het IRIS- framework gratis aangeboden aan de gemeenten.

Er is vandaag al veel gezegd over IRIS, en zo dadelijk krijgt u van de toepassing een korte demo. Toch wil ik nog even kort samen met u overlopen wat IRIS juist inhoudt.

IRIS is een elektronisch platform waarop de gemeentebesturen efficiënter kunnen communiceren met hun ondernemingen, de ondernemingen met de gemeentebesturen en de ondernemers met hun (nieuwe) klanten. Deze samenwerking is van cruciaal belang. Samen informatie en ervaringen uitwisselen, en dit over de gemeentegrenzen heen.

Het IRIS-project omvat drie belangrijke pijlers. Ten eerste is er de uitwisseling van gegevens. Actuele bedrijfsgegevens zijn vaak niet of onvoldoende gekend bij gemeenten. Het IRIS-platform wordt daarom gekoppeld aan de verrijkte kruispuntbank voor ondernemingen (VKBO), de bedrijvendatabank waar officiële bedrijfsgegevens in opgeslagen worden. Deze worden verrijkt in IRIS zelf met de input van de ondernemingen en lokale besturen. Concreet zulle, gemeenten hiermee hun bedrijven sneller en efficiënter op de hoogte brengen bij bijvoorbeeld wegwerkzaamheden. Niet onbelangrijk voor zowel de gemeente als voor de ondernemer.

Ten tweede bieden we de steden en gemeenten een uitstalraam om hun diensten voor ondernemers voor te stellen. Op die manier krijgen de ondernemers toegang tot diensten waarvan ze misschien niet eens wisten dat ze bestaan. Zo zal een bedrijf via het IRIS-platform een subsidieverzoek kunnen indienen of een vergunning kunnen aanvragen. Je kan het dus zien als een uitgebreid e-loket, waarbij een uniek virtueel gemeentelijk aanspreekpunt realiteit wordt voor de ondernemingen.

Tot slot, het IRIS-platform is een unieke kans voor (lokale) bedrijven om zich via de gemeentelijke website voor te stellen aan de inwoners en nieuwe klanten. Natuurlijk is er ook gedacht om dit via een mobiele pagina aan te bieden, zodat de informatie van een bepaalde ondernemer ook te raadplegen is via een smartphone.

Maar, IRIS kan natuurlijk enkel een succesverhaal worden wanneer zowel de lokale besturen als de ondernemers op de kar springen. Zonet hoorde u alvast een positief verhaal vanuit de gemeente Laakdal van de burgemeester, mevrouw Gielis. Een 10-tal andere Antwerpse steden en gemeenten uitte reeds hun enthousiasme over het project en startte enkele weken geleden met de IRIS-toepassing. Ik roep de andere steden en gemeenten op om de boot niet te missen.

Natuurlijk is dit verhaal nog zoveel sterker, als er een algemene bovenlokale aanpak wordt geambieerd. Er zijn dan ook gesprekken aan de gang met Vlaanderen om het ganse project uit te rollen over de 308 Vlaamse gemeenten.

Dames en heren,

Dit ambitieuze project kadert natuurlijk in een veel groter geheel binnen ons provinciale economische beleid. We vertrekken hierbij van de uitvoering van de interne staatshervorming, zoals die samen met de Vlaamse Regering wordt afgesproken. Zowel de steden als gemeenten én de Vlaamse overheid kunnen daarom rekenen op de provinciale ondersteuning. Per decreet is vastgelegd dat de provincie steden engemeenten moet ondersteunen, ook in hun lokaal economisch beleid. De provincie informeert, faciliteert en begeleidt de steden en gemeenten hierin. En we bieden hen een goede dienstverlening. We bouwen deze dienstverlening uit op verschillende domeinen.

Centraal in onze economische agenda staan onze speerpuntsectoren. Eén van deze speerpunten is ongetwijfeld detailhandel.In een samenwerkingsakkoord tussen de vijf Vlaamse provincies, Vlaanderen, het Agentschap Ondernemen en de VVSG werd een duidelijk spoor vastgelegd om binnen de provincie én de vijf provincies onderling, het detailhandel gecoördineerd uit te bouwen. Kernversterkend detailhandelbeleid is en blijft de leidraad. Dit brede visiewerk draagt bij aan de opstart van het Kennisnetwerk Detailhandel Vlaanderen dat onder regie van Agentschap Ondernemen in samenwerking met de vijf provincies wordt uitgewerkt.

In elke provincie werd intussen een Provinciaal Platform Detailhandel (PPD) opgestart om samen met een reeks vertegenwoordigers van steden en gemeenten mee richting te geven aan hun detailhandelsbeleid. Dit platform zal ook mee invulling geven aan de nieuwe provinciale en interprovinciale studie die begin februari van start is gegaan. Onze provincie neemt hierin het voortouw.

Daarnaast hebben we alle steden en gemeenten toegang gegeven tot de Locatus-databank, één van de belangrijkste instrumenten om detailhandel in kaart te brengen. Deze databank zal de komende twee jaar gratis ter beschikking blijven van de steden en gemeenten en dit minstens tot 2015.

Een ander project legt de focus op administratieve vereenvoudiging.

De Provincies Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant maakten werk van een inventarisatie van de administratieve overlast voor de bedrijven op provinciaal niveau. Hiervoor sloegen ze de handen in elkaar en met steun uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) voerden ze dit project, waarvan provincie Limburg de hoofdpromotor was, uit. Provincie Antwerpen ging in dit project nog een stapje verder door een scan op gemeentelijk niveau uit te laten voeren. De stad Mechelen en de gemeente Kapellen werkten hieraan mee en de conclusies zijn opgenomen in een leidraad voor de gemeenten.

In een 2de fase is met de vijf provincies binnen het kader van VVP geëvalueerd hoe dit proces van administratieve vereenvoudiging verder kan gestimuleerd worden. Vooral op Vlaams niveau worden op de verscheiden beleidsdomeinen hier actielijnen rond ontwikkeld.

Ook de communicatie aan onze mandatarissen en ambtenaren lokale economie krijgt voldoende aandacht. Begin dit jaar zijn we gestart met een maandelijkse nieuwsflash boordevol economische nieuwtjes en kalenderitems. En momenteel wordt volop gewerkt aan een ‘Economische Cahier’.Vanuit onze provinciale diensten vertrekt heel wat communicatie naar onze 70 steden en gemeenten. Deze publicatie, die enkel digitaal verkrijgbaar zal zijn, zoomt in op een actueel economisch thema, op maat van de steden en gemeenten.

Dames en heren,

Even terug naar het onderwerp van deze middag. Het valt niet te ontkennen dat ondernemers de locomotieven van onze economie zijn. Zij hebben nood aan een klare communicatie met de overheid, en de steden en gemeenten staan als lokale overheden het dichtst bij de ondernemers. Met IRIS trachten we beiden dichter bij elkaar te brengen.

Met deze positieve noot sluit ik mijn toespraak af en geef ik graag het woord aan mevrouw Karin Kolacki van CIPAL die u een korte demo zal tonen van IRIS.