2009 - 2014

8 September 2009

Tussenkomst tijdens interpellaties over het Vlaams Huis in New York

De heer Ludwig Caluwé: Mijnheer de voorzitter, ook wij betreuren uiteraard hoe een en ander is verlopen. We stellen ons een aantal vragen. We worden nu geconfronteerd met een persoon die een welbepaald parcours heeft doorlopen. Ik vraag me af hoe het mogelijk is dat deze persoon als eerste van de 79 kandidaten wordt geselecteerd. In de eerste plaats moet het selectiebureau zich vragen stellen. Een aantal persoonlijkheidskenmerken zijn duidelijk niet in overeenstemming met de uit te oefenen functie.

Het Vlaams Parlement heeft al eerder over de problematiek van het Vlaams Huis in New York gediscussieerd. Een half jaar geleden heeft de minister-president tijdens een plenaire zitting verklaard dat hij de werking van het Vlaams Huis binnen het jaar zou evalueren en daar eventueel conclusies uit zou trekken. Door de recente feiten heeft deze evaluatie sneller moeten plaatsvinden. Het is leuk eens te lezen welke standpunten de verschillende politieke fracties vroeger naar voren hebben gebracht.

De vertegenwoordiger van LDD heeft toen met enthousiasme over het Vlaams Huis in New York gesproken. LDD heeft geen vertegenwoordiger in New York, maar toch heeft een lid van die partij de openingsreceptie bijgewoond. Ik heb de heer Vereeck horen verwijzen naar het budget van 150.000 euro dat voor een tentoonstelling is uitgetrokken. De heer Verstrepen heeft ooit verklaard dat we hetzelfde als de Nederlanders zouden moeten doen. We zouden voor de Stuyvesant-activiteiten in New York 6 miljoen euro moeten uittrekken. De toon van die uitspraken verschilt licht van wat we nu te horen krijgen.

Naar aanleiding van de goedkeuring van het decreet heeft het Vlaams Parlement hierover gediscussieerd. Er is beslist retroactief over te gaan tot een machtiging om deze constructie uit te bouwen. Fracties als Open Vld en Groen! hebben zich hierover uitgesproken. In feite heeft enkel de heer Van Overmeire hier opmerkingen bij gemaakt – ere wie ere toekomt.

De minister-president heeft toen verklaard dat hij het betreurde deze werkwijze te moeten hanteren. Hij wilde hier maar eenmaal mee worden geconfronteerd.

Ik heb hier enkel het woord genomen omdat de uitspraken van mevrouw Ceysens me de wenkbrauwen hebben doen fronsen. Iedereen betreurt deze zaak. Ik vind het dan ook goed dat geen enkele fractie deze situatie misbruikt om de politiek die Vlaanderen in het buitenland voert aan te vallen.

Mevrouw Ceysens wil blijkbaar het kind met het badwater weggooien. Open Vld is blijkbaar van mening dat Vlaanderen zijn activiteiten in het buitenland best zo snel mogelijk stopzet. De consequentie is dat we onze vertegenwoordiging in Den Haag ook maar best stopzetten.

Hetzelfde geldt voor onze vertegenwoordiging bij de Europese Commissie. Ondertussen bouwen alle Duitse deelstaten hun vertegenwoordigingen uit: ze zijn van oordeel dat men ook als deelstaat in het buitenland moet zijn vertegenwoordigd.

Uiteraard moeten we efficiënt blijven. We moeten ook de federale diplomatie gebruiken. We moeten met deze mensen samenwerken. De federale diplomatie moet beseffen dat ze niet enkel voor het federale bestuursniveau werkt: ze moet ook voor alle deelstaten werken. In veel gevallen verloopt dat goed. Maar we hebben ook nog een eigen specifieke rol. Het staat uitgebreid in het regeerakkoord dat we de publieksdiplomatie willen uitbouwen. Ik hoor nu echter dat de Open Vld-fractie daar komaf mee wil maken. Ik heb mevrouw Ceysens horen zeggen dat we daarmee moeten stoppen en dat we opnieuw volledig via de federale diplomatie moeten werken. Ik betreur dat men van dit gebeuren misbruik maakt om dat naar voren te brengen.

Lees het volledige verslag