2009 - 2014

15 December 2009

Tussenkomst in de plenaire vergadering tijdens de begrotingsbesprekingen

De heer Ludwig Caluwé: Mijnheer de voorzitter, dames en heren ministers, collega’s, laat ik me eerst aansluiten bij de woorden van waardering voor de twee verslaggevers. Ik weet niet of daarmee een nieuwe traditie is gestart. Na de uitstekende verslagen waarvan we in het verleden altijd mochten genieten van Erik Matthijs, die ons een perfect overzicht gaf van onze heel ruime begrotingswerkzaamheden, mogen we nu meemaken dat we twee verslaggevers hebben, die het er uitstekend hebben van afgebracht. Ik weet niet of het team Kennes-Gatz de komende vijf jaar steeds zal optreden. We kijken ernaar uit. <?xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Een kleine drie maand geleden zijn we onze begrotingswerkzaamheden gestart met een algemeen debat. De komende twee dagen ronden we dit af. Laat me deze uiteenzetting starten met de bijzondere omstandigheden te schetsen waarmee deze begroting is opgemaakt en waarmee ze heeft af te rekenen.
Dit jaar kennen we een negatieve groei van 3 percent. Voor volgend jaar wordt slechts een licht positieve groei verwacht. Die licht positieve groei zal niet kunnen beletten dat ook het komende jaar nog heel wat mensen hun werk zullen verliezen. Het zijn oorlogsomstandigheden. Nooit eerder stond een Vlaamse Regering voor een dergelijke uitdaging. Het is dan ook niet voor niets dat de heer Van den Heuvel hier veertien dagen geleden de vergelijking maakte met Churchill. Toen Churchill aantrad als eerste minister bij de start van de Tweede Wereldoorlog had hij enkel bloed, zweet, tranen en hard labeur te bieden. (Opmerkingen van de heer Dirk Van Mechelen)
Wij staan volmondig achter de wijze waarop de vorige Vlaamse Regering deze oorlog heeft aangepakt. Wij staan ook achter de wijze waarop deze regering daarmee doorgaat. Ik vat het nog eens samen. Eerst werden er maatregelen getroffen om het financieel systeem in stand te houden. Zo heeft Vlaanderen mee gezorgd voor de redding van KBC, Dexia en Ethias, ook al betekent dit dat er schulden zijn aangegaan. Laat ons hout vasthouden, maar ik geloof dat wij daarmee, net zoals de federale overheid en tal van andere overheden in de wereld, hebben gedaan wat moest. We hebben er ook voor gezorgd dat een depressie die zich aandiende zoals die van de jaren dertig, niet zo diep en ingrijpend zal doordringen en sneller over zal zijn.
Na die financiële ingrepen werden er maatregelen getroffen om ons economisch weefsel overeind te houden en zo veel mogelijk jobs te redden. Dat gebeurde onder de vorm van betere waarborgregelingen, overbruggingskredieten en het stimuleren van ondernemerschap. Zo werden er in 2009 bijvoorbeeld voor 187 miljoen euro waarborgen toegekend waardoor onze kmo’s meer dan 400 miljoen hebben kunnen investeren.
In de zomer trad de nieuwe regering aan. Zij heeft ervoor gekozen om eerst de budgettaire gevolgen van de crisis zo veel mogelijk weg te werken. Dat is niet evident. Ondanks de negatieve groei met zware gevolgen voor inkomsten en uitgaven, zullen we al in 2011 opnieuw een nultekort kennen. Daarmee zijn we uniek in Europa. Men kan een deelstaat niet vergelijken met een Europese lidstaat, maar toch. Alle Europese lidstaten kennen vandaag deficits. De ons omringende landen Frankrijk, Nederland, Duitsland, Groot-Brittannië zitten allemaal met een deficit hoger dan 3 percent van het bruto nationaal product. Het bereiken van het evenwicht wordt in al deze landen pas verwacht verderop tijdens het volgende decennium.
Wij gaan wel naar dat evenwicht in 2011. Men zegt soms, zoals gisteren nog de voorzitter van VOKA, dat er een gevaar bestaat voor zelfgenoegzaamheid. Dit is echter geen zelfgenoegzaamheid. Dit is een uiting van de ambitie om ervoor te zorgen dat het tekort tegen 2011 opnieuw op nul staat. Ik ben blij dat die ambitie breed wordt gedeeld op de banken van dit parlement. Er is maar één fractie die het daar niet mee eens is. Groen! vindt dat we ook in 2011 dat tekort niet moeten halen. Ik ben blij dat de grote meerderheid van dit parlement dit niet wil en er mee voor zal ijveren dat het nultekort in 2011 wordt bereikt.
Dit mag niet blind gebeuren. De regering doet dat ook niet. De maatregelen om onze economie door de crisis te krijgen en jobs te redden, worden nog met meer dan 20 miljoen euro versterkt. Ik wil trouwens ook opmerken dat we het qua jobafbraak in Europa niet zo slecht doen.
Van de 27 Europese lidstaten staat België op dat vlak op de vierde plaats, en zit dus in de top 5. Gelukkig zorgt ons systeem, met tal van stabilisatoren, ervoor dat we het ergste kunnen voorkomen.
Dit beleid om banen te redden moet nu verder omgezet worden in een beleid om nieuwe jobs te creëren. Het relancebeleid moet worden omgezet in een investerings- en werkgelegenheidsplan. Vlaanderen in Actie (ViA) biedt ons hiervoor de krijtlijnen. Enkele weken geleden hebben we al gediscussieerd over de 800 miljoen euro die in onze economie gepompt zal worden. Ik moet dat niet herhalen. Wel wil ik nog eens de nadruk leggen op de bijkomende inspanning die we hiervoor kunnen doen, zonder ergens nieuwe middelen te moeten zoeken. Vlaanderen heeft 3,5 miljard euro geleend aan KBC. KBC moet van de Europese Commissie uiterlijk over vijf jaar de overheidsmiddelen terugbetalen. Dat wil zeggen dat dat nog moet gebeuren tijdens deze legislatuur, voor eind 2014. KBC heeft er alle belang bij om dat sneller te doen. Zelfs spreekt ze over de periode na 2011. KBC zal 150 percent moeten terugbetalen van het geleende bedrag. Dat betekent dus 5,25 miljard euro: 3,5 miljard euro om het geleende deel terug te betalen en een opbrengst voor Vlaanderen van 1,75 miljard euro. Wij stellen voor om die opbrengst voor de helft te besteden aan schuldaflossing en voor de andere helft aan nieuwe investeringen.
We gaan naar een nultekort in 2011. Maar, nog eens, dat mag niet blind gebeuren, niet alleen door er alles aan te doen om de werkgelegenheid zo snel mogelijk opnieuw omhoog te krikken, maar ook door een beleid dat bedoeld is om de zwaksten in onze samenleving specifiek te behandelen.
De heer Dirk Van Mechelen: Mijnheer de voorzitter, als ik goed gehoord heb, verneem ik toch nieuwe zaken. Ik heb die niet in de commissie gehoord. Mijnheer Caluwé, u zegt dat KBC haar schuld zal terugbetalen binnen vijf jaar. Dat ligt inderdaad in de logica der financiële dingen. Ik heb in de commissie voorgesteld dat de Vlaamse Regering 5,25 miljard euro als leningsplafond moet kunnen nemen, zodat ze die 50 percent – 1,75 miljard euro – kan gebruiken om de tijdens de crisis op korte termijn aangegane schulden volledig terug te betalen. We hebben eigenlijk alles in handen om ervoor te zorgen dat we op het einde van de legislatuur schuldenvrij zijn. U gaat 800 miljoen euro voor dat crisisplan lenen. Ik heb me daartegen verzet. Maar als ik u goed begrijp, zegt u nu dat van die 5,25 miljard euro die KBC zal terugbetalen de helft, ongeveer 2,7 miljard euro, niet gebruikt moet worden voor de schuldafbouw maar voor nieuw beleid. Heb ik dat goed begrepen?
De heer Ludwig Caluwé: Ik zeg hetzelfde als wat de heer Van den Heuvel veertien dagen geleden tijdens het debat in de plenaire vergadering over het bedrag van 800 miljoen euro naar voren heeft gebracht. (Opmerkingen van de heer Sven Gatz)
De heer Dirk Van Mechelen: Maar nu gaat het om, afgerond, 2,7 miljard euro! U zegt dat die 2,7 miljard euro niet gebruikt zal worden om de EMTN-lening (Euro Medium Term Notes), die we hebben aangegaan om KBC te redden, af te betalen, maar wel om nieuw beleid te voeren.
De heer Ludwig Caluwé: We zullen zien waar we eindigen. (Opmerkingen van de heer Dirk Van Mechelen) We kunnen dat besteden aan schuldaflossing, of we kunnen dat besteden aan investeringen.
De heer Sven Gatz: Mijnheer de voorzitter, ik zie dat de minister-president het woord vraagt. Wordt dat bevestigd door de regering?
Minister-president <?xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />Kris Peeters: Mijnheer Gatz, ik wist dat u dat zou vragen. (Opmerkingen van de heer Sven Gatz) Tot op zekere hoogte zijn we dat allemaal. Maar dat lot moeten we beiden dragen. Mijnheer de voorzitter, in eerste instantie moeten we, als het over KBC gaat, verder kijken wanneer wat wordt terugbetaald. Ik kan u ook zeggen dat de Vlaamse Regering daarover geen beslissing heeft genomen. Ik stel vast dat er verschillende voorstellen zijn, zowel van de oppositie als van de meerderheid. We houden daar rekening mee. Maar daarover is nog geen beslissing genomen. We zullen die nemen op het juiste moment. We zullen daarover dan ook communiceren.
De heer Dirk Van Mechelen: Dat antwoord verheugt me alleszins. Het verheugt me dat men dergelijke stommiteit niet begaat.
De voorzitter: Ook dat is duidelijk.
Minister-president Kris Peeters: Mijnheer Van Mechelen, ik dank u dat u ons behoedt voor stommiteiten. (Opmerkingen van de heer Sven Gatz)
De heer Ludwig Caluwé: We gaan naar een nultekort in 2011, maar we doen dat niet blind. Niet alleen moeten we ervoor zorgen dat de werkgelegenheid op peil blijft en zo snel mogelijk opnieuw omhoog gaat, maar ook moeten we ervoor zorgen dat het beleid dat bedoeld is voor de zwaksten in onze samenleving een specifieke behandeling krijgt. Er wordt niet ingeteerd op het zorgaanbod en op het personeel in de zorg- en hulpverlening. Uiteraard betekent dit niet dat het beleidsdomein geen besparingen moet realiseren, wel integendeel, maar dat gebeurt beter gedoseerd. Bovendien blijft er ook perspectief voor groei in deze sector. Met 22,5 miljoen euro bij voor de sector van personen met een handicap geven we aan deze mensen duidelijk de boodschap dat we daadwerkelijk inzetten op hun terechte vraag. Met 10 miljoen euro extra voor de kinderopvang zetten we ook gericht in op de problemen waar gezinnen dagelijks mee worden geconfronteerd.
De voorbije dagen werd er af en toe geschreven over tegenstellingen en een gebrek aan cohesie in de Vlaamse meerderheid. Ik vond die berichten nogal overdreven. Heel vaak werd van een mug een olifant gemaakt. Ik denk dat iedereen zal erkennen dat het niet vreemd is dat er spanningen ontstaan als men ziet welke ambities deze regering koestert. Een nultekort behalen in 2011, tegelijkertijd onze economie op weg zetten om bij de top te behoren in 2020 en ondertussen de zwaksten ontzien, dat is geen eenvoudige opdracht. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het al eens klettert.
De heer Dirk Van Mechelen: Mijnheer Caluwé, als u zegt dat een regering in een budgettair moeilijke situatie interne spanningen kan hebben en dat u de zwaksten moet ontzien, daar kan ik u in begrijpen, maar het ging onder meer over de gedelegeerd bestuurder van de VRT, iets wat daar weinig mee te maken heeft.
De heer Ludwig Caluwé: Dat heeft daar wel mee te maken want de spanningen in de VRT zijn ook ontstaan door het feit dat daar besparingen moeten gebeuren.
De heer Dirk Van Mechelen: Komt dat door zijn ontslagpremie?
De heer Ludwig Caluwé: Die is lager dan die van zijn voorganger. Deze regering, die bestaat uit drie partijen, treedt heel wat coherenter op dan sommige oppositiefracties beweren. En laten we het dan louter en alleen maar hebben, uit respect, over die ene fractie die net uit de meerderheid komt, die haar ministers met jarenlange ervaring onmiddellijk heeft ingezet voor het oppositiewerk en waarvan je normaal gezien wel een en ander mag verwachten in dit soort van discussies.
De heer Dirk Van Mechelen: Er zijn zo van die ogenblikken dat je het niet kunt laten om te reageren en ik heb me daar inderdaad aan bezondigd. Voor het overige heb ik gedurende vijf maanden geen enkel interview gegeven, dat kunt u nakijken. Verder wil ik gewoon meedelen dat de huidige voorzitter van de commissie Financiën, een gerespecteerd collega, fractieleider is geworden nadat hij als minister was opgestapt uit de Vlaamse Regering. Dat gebeurde de dag nadien.
De heer Sven Gatz: Een goed geheugen is een goed gerief.
De heer Ludwig Caluwé: Eerlijk gezegd zie ik geen coherentie in de houding van Open Vld. Hoe kun je tegelijkertijd vragen dat er ten aanzien van de jobkorting minder selectief wordt bespaard, dat er meer wordt uitgegeven voor innovatie, dat je om dat te bekostigen – het slaat immers twee keer een gat in de begroting – niet mag lenen en bovendien ook nog eens vragen om bijkomende reserves aan te leggen? Ik begrijp de coherentie daarvan niet.
Bovendien komt men enerzijds in de commissie Financiën zeggen dat de besparingen ‘homeopathisch’ zijn, heel zacht. Anderzijds hoor je van Open Vld in de verschillende vakcommissies stevige kritiek over de verschillende besparingen op onderwijs, op het Provinciefonds, op de uitgaven voor de steden enzovoort, en is het enige besparingsvoorstel dat door Open Vld in de vakcommissies naar voren is gebracht, dat van de heer Callens – ere wie ere toekomt –, die ervoor pleit om minder geld uit te geven aan de aankoop van bossen. Dat alles begrijpen wij niet.
De belangrijkste oppositiefractie geeft weinig alternatieven, ondanks haar beleidservaring. Dat mag er deze regering en deze meerderheid niet van weerhouden gestaag voort te doen.
De voorzitter: Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Mevrouw Vera Van der Borght: Mijnheer Caluwé, in de commissie Welzijn pleiten we er al jaren voor om het over een andere boeg te gooien, in plaats van meer van hetzelfde te doen. We pleiten ervoor om er ook daar eens over na te denken hoe met dezelfde middelen meer kan worden gerealiseerd. We pleiten er al lang voor om die oefening te doen. Ook daar wordt dat steevast geweigerd.
De heer Sven Gatz: Aanvullend op het betoog van mevrouw Van der Borght, wil ik ingaan op enkele punten van het betoog van de heer Caluwé. Wij hebben gezegd dat een tijdelijk selectiever maken van de jobkorting mogelijk was voor ons. De meerderheid heeft het eufemistisch over ‘selectief maken’, maar eigenlijk blijft er nauwelijks iets van over. Daarover verschillen we van mening. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Hoeveel blijft er over? Ongeveer 15 percent? Dat is zeer selectief. U kunt die selectiviteit natuurlijk ook doortrekken tot 0. Mijnheer de minister-president, dat is eigenlijk een moedige uitspraak van u. Na zes maanden regeren zegt u voor het eerst dat het over een sterke selectiviteit gaat, een zeer sterke selectiviteit, zou ik bijna zeggen. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters) Neen, daarover waren we het helemaal niet eens, en dat weet u goed. Een aantal van uw besparingen gaan niet ver genoeg.
Wij vinden dat er bij De Lijn zeer zacht wordt omgesprongen met een aantal besparingen. De benchmarkstudie vorige week heeft dat ook bewezen. Wat het ambtenarenapparaat betreft, blijft de meerderheid erg op de vlakte. Ze stelt geen bijkomend personeel in dienst te zullen nemen, maar dat is het dan ook. We hebben een aantal alternatieven geformuleerd ter zake. U moet dus niet doen alsof ons plan erop neerkomt dat we enkel geld willen uitgeven, zoals bij de jobkorting, en voort zeggen dat de meerderheid niet genoeg bespaart. Wij zouden andere keuzes hebben gemaakt, onder meer wat onderzoek en ontwikkeling betreft, maar ik zal daar straks nog op terugkomen. Het is uw recht om bepaalde keuzes te maken, maar wij zouden er andere hebben gemaakt.
De voorzitter: Mevrouw Vanderpoorten heeft het woord.
Mevrouw Marleen Vanderpoorten: Mijnheer de voorzitter, ik wil me aansluiten bij wat onze fractieleider heeft gezegd. Mijnheer Caluwé, als u meent te moeten oordelen over wat Open Vld heeft gezegd in de commissie Onderwijs, moet u zich natuurlijk niet alleen baseren op persartikels. We zijn onze uiteenzetting in de commissie Onderwijs begonnen met de verklaring dat we alle begrip hebben voor de besparingen die er moeten gebeuren, ook in Onderwijs. Als de minister echter zegt dat hij de leerkrachten wil ontzien, en dan precies alle besparingen uitvoert op de kap van de leerkrachten, dan meen ik dat we toch wel het recht hebben om daar kritiek op te leveren.
De heer Ludwig Caluwé: Ik heb het commissieverslag gelezen. Deze repliek overtuigt me eerlijk gezegd niet. Het alternatief van Open Vld is echt niet overtuigend.
Dat mag er ons niet van weerhouden om gestaag voort te gaan. Het is nog twee jaar stevig bergop. Wel willen we toegeven dat een begroting opstellen op papier één ding is, maar ze uitvoeren iets anders. Gelukkig zijn bij de opmaak van de begrotingen de ontvangsten voorzichtig geraamd. We gaan uit van een groei van 0,4 percent. Het Internationaal Monetair fonds (IMF) voorspelt momenteel 0,8 percent. De Nationale Bank heeft het al over 1 percent. Sommigen zitten daar zelfs al boven.
Dat mag ons echter niet overmoedig maken. De begroting bevat immers geen conjunctuurprovisie, zoals soms in het verleden. Er is ook, zij het in beperkte mate, rekening gehouden met onderbenutting. Een aantal besparingen moeten voortvloeien uit concrete heroverwegingen, keuzes en efficiëntiewinsten binnen de administratie. De begrotingscontrole is dan ook een belangrijk moment, dat goed zal moeten worden voorbereid. De goedkeuring van deze begroting in dit parlement is dus nog maar een begin. Het zal de komende maanden nog hard werken worden, maar niet voor niets stelt het regeerakkoord dat we leven in beslissende tijden, niet alleen omdat we zo’n diepe economische crisis doormaken, maar ook omdat de Vlaamse samenleving zich in een cruciale fase van haar ontwikkeling bevindt. Ik ben het eens met de voorzitter van Voka dat er een gevaar van zelfgenoegzaamheid bestaat. We halen de Champions League niet meer en beseffen dat niet helemaal.
Het is daarom goed dat deze meerderheid, deze regering, bestaat uit de erfgenamen van drie emancipatorische bewegingen in Vlaanderen: de christendemocratische, de socialistische en de Vlaamse. Zij hebben er mee voor gezorgd dat Vlaanderen aan de top staat in Europa, dat de gewone Vlaming geëmancipeerd is geraakt en dat we de voorbije tientallen jaren welvaart en welzijn gekend hebben. Maar het is onze verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat dat zo blijft. Het is onze verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat er niemand achterop geraakt en dat we allemaal samen als Vlamingen mee in de top blijven spelen. Dat zal hard knokken zijn, dat zal hard knokken blijven. Daar willen wij werk van maken. (Applaus bij de meerderheid)