2004 - 2009

Vragen voor Vlaams minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, Fientje Moerman

15 February 2007

Vraag om uitleg over het uitblijven van uitvoeringsbesluiten van het decreet houdende toekenning van een rentetoelage voor ondernemingen die lijden onder de verstoorde bereikbaarheid ten gevolge van hinder door openbare werken

Vraag

De heer Ludwig Caluwé: Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, enkele dagen geleden kwam het bericht dat een aantal handelaars die zwaar getroffen zijn door de werken rond de Leien, een procedure voor schadevergoeding hebben opgestart ten aanzien van de verschillende overheden, wegens de enorme hinder die zij hebben ondervonden en waar ze nog altijd de gevolgen van dragen.

De kwestie van de Leien is maar een van de zaken die ons geïnspireerd hebben tot een aantal initiatieven om dergelijke situaties in de toekomst zo veel mogelijk te vermijden. Die initiatieven hebben aanleiding gegeven tot het in het regeerakkoord inschrijven van een systeem van rentetoelagen voor zaken die dergelijke hinder ondervinden. Dat heeft dan geleid tot het voorstel van decreet dat wij op 5 juli goedgekeurd hebben en waarvoor kredieten zijn ingeschreven in de begroting, te weten 2,5 miljoen aan ordonnanceringskredieten voor dit jaar en 5 miljoen aan vastleggingskredieten.

Het jaar is ondertussen anderhalve maand ver. Hoever staan we met de uitvoeringsbesluiten van dit decreet, dat meer dan een half jaar geleden is goedgekeurd? Hoe zullen ze eruitzien en wanneer mogen we ze verwachten?

De heer Jan Peumans: Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, ik heb het verslag over het voorstel van decreet van de heer Caluwé en anderen nog eens nagelezen. Het viel mij op dat wij aan dit voorstel van decreet in totaal acht vergaderingen besteed hebben. De goedkeuring werd telkens uitgesteld, omdat er aanpassingen moesten gebeuren aan een aantal modaliteiten uit het derde waarborgbesluit.

Nadien kwam er een uitgebreid onderzoek van professor Laveren. De sommen die hij vooropstelde, waren hallucinant hoog. Professor Laveren heeft toen in een tweede onderzoek alles verfijnd. Toen bleek dat die vork afhankelijk was van het feit of het omzetverlies 30, 40 of 50 percent was. Ten slotte heeft de Kenniscel Wetsmatiging de eventuele lasten voor de gemeentebesturen onderzocht. Mevrouw De Ridder heeft toen voorgesteld dat de banken dat konden doen, maar dat bleek geen goed idee, omdat dat tot rolverwarring zou leiden. De Kenniscel Wetsmatiging heeft uiteindelijk berekend dat dat 16,65 euro per attest kostte. Inmiddels zijn er kredieten ingeschreven in de begroting en hebben we het voorstel van decreet goedgekeurd. Het laatste artikel van het decreet zegt dat de Vlaamse Regering de datum bepaalt waarop het decreet in werking treedt.

Mijn vraag gaat niet alleen over dit decreet, maar ook over sommige andere decreten. Ik lees immers in de pers dat bijvoorbeeld de derde waarborgregeling ook niet zo succesvol is. Hebt u daar recente cijfers over? Cijfers van vorig jaar spraken over negen of tien gevallen. Ik lees dat ook de wet-Dedecker geen succes is. Er zijn ook berekeningen gemaakt dat vier percent van de faillissementen een gevolg zou kunnen zijn van openbare werken. Maar los daarvan vind ik het niet meer dan logisch dat dit decreet, dat goedgekeurd is door het Vlaams Parlement, uitgevoerd wordt. Wanneer zal dit gebeuren?

De heer Ludwig Caluwé: Ik wil nog iets toevoegen aan mijn vraag. Naar aanleiding van de berichten over de Leien, verscheen er ook een bericht van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, dat sprak over een samenwerking tussen minister Moerman, de VVSG, UNIZO en Voka. Volgens dat bericht was die samenwerking nieuw, maar ik neem aan dat dat terug te brengen is tot de afspraken die twee jaar geleden al gemaakt zijn rond de bereikbaarheidsmanagers, met name dat elke organisatie één bereikbaarheidsmanager heeft die drie projecten begeleidt. Tenzij u me nu kan zeggen dat het over iets anders gaat. Hoe meer initiatieven er voor deze problematiek genomen worden, hoe beter, maar ik vermoed dat ik het antwoord op de vraag zelf al ken.

Minister Fientje Moerman: Wat is de stand van zaken wat betreft het decreet dat goedgekeurd is op 5 juli? Op 7 juli 2006 bekrachtigde de Vlaamse Regering het decreet houdende de toekenning van een rentetoelage voor ondernemingen die lijden onder de verstoorde bereikbaarheid ten gevolge van hinder door openbare werken, aangenomen door het Vlaams Parlement op 5 juli 2006.

Om de administratieve lasten voor de ondernemers, financiële instellingen en gemeenten zo beperkt mogelijk te houden, dienen de procedures met betrekking tot het voorstel van decreet betreffende de vergoeding bij hinder ten gevolge van openbare werken zo eenvoudig en transparant mogelijk te worden gemaakt en dient gestreefd te worden naar procedurele eenvormigheid tussen het toekennen van een rentetoelage en de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen die hinder ondervinden van openbare werken. Vandaar dat, ter voorbereiding van de uitwerking van de uitvoeringsbesluiten van het decreet, aan Febelfin, de Belgische Vereniging der Banken en Waarborgbeheer nv input werd gevraagd om bij de uitwerking van de besluiten een zo groot mogelijke overeenstemming na te streven met de derde waarborgregeling voor wat betreft de indiening van dossiers bij de financiële instellingen.

De gevraagde input en suggesties werden respectievelijk op 28 september 2006 en 18 oktober 2006 ontvangen. Op 6 november 2006 heb ik het agentschap Economie de opdracht gegeven om het nodige te doen voor het opmaken van het ontwerp van uitvoeringsbesluit.

Verwacht wordt dat de uitvoeringsbesluiten begin maart principieel door de Vlaamse Regering zullen worden goedgekeurd. Dan moet, overeenkomstig onze Vlaamse gebruiken en regelgeving, het advies van de SERV en de Raad van State worden ingewonnen. Dat betekent dat, als alles naar wens verloopt, de rentetoelage voor ondernemingen die lijden onder de verstoorde bereikbaarheid ten gevolge van hinder door openbare werken begin mei 2007 operationeel zal zijn.

Mijnheer Caluwé, u hebt zelf al geantwoord op de vraag of er kredieten zijn ingeschreven. In het Fonds voor Flankerend Economisch Beleid, afgekort Hermes, is voor 2007 5 miljoen euro in vastleggingskredieten en de helft van dat bedrag in betalingskredieten ingeschreven.

Voka, UNIZO en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten sloten op 15 september 2005 een protocol af en lanceerden het actieplan 'Ondernemingsvriendelijke gemeente'. Doel is de creatie van een ondernemersvriendelijker klimaat in de Vlaamse gemeenten. De aanleiding was de enquête bedrijfsvriendelijke gemeente, waarbij in 2003 de bedrijfsvriendelijkheid van gemeenten werd onderzocht in opdracht van de toenmalige minister van Economie.

Het actieplan 'Ondernemingsvriendelijke gemeente' omvat 10 projecten. Een van die projecten is inderdaad een 'Geïntegreerde aanpak minder hinder bij openbare werken'. Het wordt getrokken door VVSG, in samenwerking met UNIZO en Voka. Het project is opgestart in augustus 2005, en eind dit jaar zal het volledig zijn afgerond.

Niettegenstaande het ontegensprekelijke belang van de wettelijke en decretale initiatieven ter zake, focust dit project op een ander pakket maatregelen, om de zaken aan de bron aan te pakken en de hinder bij werken tot een minimum te beperken. Waar de vermelde voorstellen veeleer curatief van aard zijn - wat doe je bij hinder om het financiële nadeel te beperken -, legt dit project de klemtoon op het preventieve aspect. Een goede communicatie en coördinatie van de werken is daarbij cruciaal.

Het project stelt een aantal strategische doelstellingen voorop. Er is de analyse van de huidige aanpak inzake minder hinder en van de bestaande instrumenten, voornamelijk met het accent op het preventieve onderdeel. Daarnaast wordt een nieuw instrumentarium aangemaakt en het bestaande verfijnd, met focus op preventie en communicatie. Sensibilisatie en implementatie van een geïntegreerde minder-hinderaanpak is eveneens een doelstelling.

Er worden een aantal concrete instrumenten uitgewerkt of verfijnd. Er wordt een screeningsinstrument aangemaakt. Dat is een praktische leidraad die gemeenten kunnen gebruiken bij wegenwerken. De nadruk ligt op planning, coördinatie met andere werken zoals nutsbedrijven en communicatie, zoals inspraak-, coördinatie- en werfvergaderingen en infoverstrekking via diverse kanalen, maar mijn opsomming is niet limitatief. Voor de aanmaak van het instrument werd vertrokken van een aantal concrete cases uit de praktijk. Het screeningsinstrument werd in 2005 voltooid.

Er wordt ook een code van goede praktijk 'Minder Hinder' ontwikkeld. De huidige 'code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen' is een gedragscode die de hinder tracht te beperken door de nadruk te leggen op informatie en coördinatie. Deze code werd ondertekend door 189 gemeenten en 44 intercommunales en andere nutsbedrijven. Via een enquête bij de gemeenten, intercommunales en nutsbedrijven die de code hebben ondertekend, werd in 2006 een grondige evaluatie van de code doorgevoerd. Op basis van die resultaten zal de code nu worden geactualiseerd.

De belangrijkste elementen uit de code zullen in een toegankelijke brochure worden gegoten om het draagvlak en de hanteerbaarheid van de code te verhogen. In september 2007 wordt wellicht, in samenwerking met de nutssector, een symposium omtrent de geüpdatete code gehouden.

Er wordt ook een model van clausules voor bestekken en retributiereglementen opgemaakt. De projectstuurgroep, aangevuld met nutsbedrijven en aannemers, werkt modellen van bestekclausules en een retributiereglement uit. De in de code van goede praktijk opgenomen afspraken zijn een goed vertrekpunt om de hinder bij werken tot een minimum te beperken, maar zij hebben geen afdwingbare waarde. Het is dan ook aangewezen om een aantal aspecten van de code op te nemen als clausule in de bestekken voor de aannemers en vergunningen voor de opdrachtgevers.

Het Standaardbestek 250 en de verfijnde code zullen dit jaar als basismateriaal gebruikt worden om nieuwe clausules uit te werken met het oog op het voorkomen van hinder. Hieraan gekoppeld, kunnen ook retributiereglementen worden opgemaakt. Een aantal gemeenten maakt hier trouwens al gebruik van. De doeltreffendheid van deze reglementen wordt in het kader van dit project nog onderzocht.

Een ander element zijn de pilootprojecten en de disseminatieactiviteiten Vier pilootgemeenten - Dendermonde, Tongeren, Sint-Laureins en Kaprijke - worden in de opstelling van een minder-hinderbeleid begeleid. De gemeenten worden gedurende een jaar door een minderhindermanager ondersteund.

In mei 2007 zal de begeleiding van de gemeenten worden afgerond en moeten de ervaringen met de pilootprojecten gebundeld worden. De ervaringsopbouw moet leiden tot een handboek minder hinder waarin onder meer de voornoemde instrumenten worden opgenomen. Zijn er kredieten voorzien voor dit plan dat de VVSG bekendmaakte? Het project 'Geïntegreerde aanpak minder hinder bij openbare werken' ontvangt 142.233 euro subsidie, goed voor 60 percent van de totale werkingskost van het project.

Mijnheer Peumans, u sprak over een aantal projecten in de derde waarborg. Ik meen me te herinneren dat ik in deze commissie al een aantal cijfers heb gegeven. Ik ben het nu niet nagegaan voor deze vergadering, maar kan het schriftelijk laten nasturen. Ik denk dat het de laatste keer ging om een verdubbeling van het aantal aanvragen, namelijk van één naar twee.

De heer Ludwig Caluwé: Bedankt, mevrouw de minister, voor uw uitvoerig antwoord. Ik kijk uit naar mei 2007, wanneer de uitvoeringsbesluiten er zijn.

Minister Fientje Moerman: Excuseer, u vergist u. De uitvoeringsbesluiten van de regering staan gepland voor maart 2007. In mei zijn ze operationeel.

De heer Ludwig Caluwé: Dat bedoel ik. De mensen zijn geïnteresseerd in het ogenblik waarop ze hierop een beroep kunnen doen.

Minister Fientje Moerman: Ik weet het. We zijn een beetje verslaafd aan adviesprocedures.

De heer Jan Peumans: Dank u wel, mevrouw de minister. Ik kom terug op de code goede praktijk en de bestekken. Ik heb 24 jaar een lokaal mandaat, al is het niet in een belangrijke gemeente zoals Gent of Antwerpen. Ik stel vast dat nutsmaatschappijen op een steeds hardere concurrentiële wijze werken uitvoeren, met alle negatieve gevolgen van dien. Ik ben benieuwd wat uit de pilootprojecten naar voren zal komen. Aannemers van deze werken worden verplicht om tegen zeer scherpe prijzen te werken, omwille van de winstmarges van de nutsmaatschappijen. Ik ben dus blij om dit te horen.

Ik heb niets gehoord over het feit dat minister Peeters in elke provincie een minderhindercoördinator aanstelt. Hij heeft voor elke provincie een 60.000 euro uitgetrokken. Kadert dat hier ook in? Gaat dit enkel om werken op gewestwegen, of ook op gemeentewegen?

Minister Fientje Moerman: De 60.000 euro van minister Peeters is bestemd voor kleinere werken.

Wat mij is bijgebleven uit lokaal mandaat en uit andere beroepsactiviteiten, is dat niets moeilijker is dan verschillende diensten, instellingen en organisaties te doen samenwerken rond een gemeenschappelijk doel. Dat is niet-aflatend. Wie denkt dat bezitten over een code, artikels en bestekken volstaat, vergist zich. Je moet bij elke keer opnieuw op dit punt hameren.

De voorzitter: Er kunnen voor de inwerkingtreding in mei nog vragen gesteld worden en we kunnen voor het zomerreces de laatste stand van zaken bespreken.