2004 - 2009

16 November 2004

Voorstel van decreet houdende bekrachtiging van de stedenbouwkundige vergunningen verleend door de Vlaamse Regering op 12 november 2004 in toepassing van het decreet van 14 december 2001 voor enkele bouwvergunningen waarvoor dwingende redenen van groot algemeen belang gelden

VOORSTEL VAN DECREET --
TOELICHTING DAMES EN HEREN,

Op 12 november 2004 heeft de Vlaamse Regering de volgende stedenbouwkundige vergunningen verleend. De werken, waarvoor deze stedenbouwkundige vergunningen verleend zijn, werden in artikel 2 van het decreet van 14 december 2001 voor enkele bouwvergunningen waarvoor dwingende redenen van groot algemeen belang gelden, van dwingend groot algemeen en strategisch belang verklaard.

Vier stedenbouwkundige vergunningen voor werken, gelegen op het grondgebied van de gemeente Beveren:

A. het uitvoeren van wegenis- en rioleringswerken waaronder:

- aanleg van een rotonde St. Antoniusweg met inbegrip van fietstunnel en zuidelijke aansluiting ringweg;
- herinrichting St. Antoniusweg met inbegrip van zuidelijk kruispunt Molenweg en aanleg van een fietspad;
- aanleg van een parallelweg ten zuiden van de heringerichte St. Antoniusweg;
- herinrichting (deels verplaatsing) Geslecht, Molenweg en St. Annalaan;
- aanleg riolering ten westen van Indaver, via rotonde naar het noordelijk insteekdok met inbegrip van de bouw van een uitwateringsconstructie;
- aanleg spoorzate ten zuiden van St. Antoniusweg, richting spoorzate Liefkenshoek;

B. het aanleggen van een rotonde op de kruising van de Hazopweg en Steenlandlaan met inbegrip van het opbreken van een gedeelte van de Steenlandlaan voor de ontsluiting van de Waaslandhaven Zuid;

C. de aanleg van een verbindingsweg tussen het Geslecht en de Scheldedijk en de aanleg van een doodloper vanuit Kalisbundel noordwaarts (spoorzaten en sporen);

D. de aanleg van het weidevogelgebied Doelpolder Noord en de kreek in Buffer Noord met onder meer het uitgraven van een kreek, de realisatie van een in- en uitlaatconstructie voor het Scheldewater in de Scheldedijk, een overbrugging van de kreek in de Oostlangeweg, de aanleg van een dijk en een poldergracht. Voor de waterhuishouding van het gebied worden twee stuwen gebouwd op de overgang tussen de kreek en het weidevogelgebied, wordt de bestaande afwatering afgesloten en wordt een nieuwe afvalwaterleiding naar het zuiden gelegd langsheen de Oostlangeweg.

Deze stedenbouwkundige vergunningen komen allemaal overeen met de werken, handelingen en inrichtingen die door het Vlaams Parlement van dwingend groot algemeen en strategisch belang werden verklaard.

Vooraleer de stedenbouwkundige vergunningen werden verleend, werd een openbaar onderzoek gehouden.

Voor de realisatie van de natuurcompensaties 'kreek ter hoogte van het Paardenschor' en 'weidevogelgebied gelegen in zoekzone "Doelpolder Noord"' werd een milieueffectrapport 'Aanleg van een kreek in Buffer Noord en een weidevogelgebied in de zoekzone Doelpolder-Noord en alle daarmee onlosmakelijk verbonden ingrepen' (goedgekeurd op 20 juli 2004 - PRMER-0053- GK) opgesteld in opdracht van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen als verfijning en aanvulling (wegens de bijkomende informatie door de opmaak van de inrichtingsplannen voor beide gebieden) van het 'MER Linkerscheldeoever- Deurganckdok' (conform verklaard op 5 oktober 2001 - CAI/01/396).

De geciteerde projecten kaderen in het geheel van werken, waarop een milieueffectbeoordeling werd uitgevoerd en gerapporteerd aan de hand van het milieueffectrapport 'Linkerscheldeoever Deurganckdok' en het aanvullende milieueffectrapport 'Aanleg van een kreek in Buffer Noord en een weidevogelgebied in de zoekzone Doelpolder- Noord en alle daarmee onlosmakelijk verbonden ingrepen' die samen moeten worden gelezen.

De stedenbouwkundige vergunningen bevatten de motivering van de beslissing, onder meer gebaseerd op informatie over de ingediende bezwaren en adviezen, en het antwoord hierop. Tevens bevat elke stedenbouwkundige vergunning de voorwaarden die moeten worden vervuld om het project te kunnen voortzetten.

Vastgesteld wordt dat voor het afleveren van de ter bekrachtiging voorgestelde stedenbouwkundige vergunningen, de Vlaamse Regering de in acht te nemen bepalingen van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening heeft gewaarborgd evenals de, in artikel 4 van het decreet van 14 december 2001 voor enkele bouwvergunningen waarvoor dwingende redenen van groot algemeen belang gelden, vermelde bepalingen van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, de richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de milieueffectenbeoordeling en alle relevante bepalingen van richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (de vogelrichtlijn) en van de richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (de habitatrichtlijn). Dat de Vlaamse Regering al deze bepalingen heeft gerespecteerd, blijkt uit de informatie die verstrekt wordt in elk van de voorgelegde stedenbouwkundige vergunningen (betreffende onder meer de situering van elke aanvraag binnen het totaalproject, de bespreking van de planologische randvoorwaarden, de beantwoording van de bezwaren en adviezen en de eigenlijke motivering van elke beslissing tot afgifte van de vergunning). Het respecteren van, in het bijzonder, de relevante bepalingen van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu blijkt tevens uit het voorwerp van de stedenbouwkundige vergunningen die door de Vlaamse Regering werden verleend.

De Vlaamse Regering maakt, voor zover nodig, gebruik van de machtiging haar gegeven in artikel 3, eerste lid, van het voormelde decreet om een uitzondering te maken op de bestemmingen van de plannen van aanleg.

VOORSTEL VAN DECREET Artikel 1 Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Artikel 2 De volgende stedenbouwkundige vergunningen, verleend door de Vlaamse Regering op 12 november 2004, worden bekrachtigd:
1° de stedenbouwkundige vergunning voor het uitvoeren van wegenis- en rioleringswerken waaronder:
- aanleg van een rotonde St. Antoniusweg met inbegrip van fietstunnel en zuidelijke aansluiting ringweg;
- herinrichting St. Antoniusweg met inbegrip van zuidelijk kruispunt Molenweg en aanleg van een fietspad;
- aanleg van een parallelweg ten zuiden van de heringerichte St. Antoniusweg;
- herinrichting (deels verplaatsing) Geslecht, Molenweg en St. Annalaan;
- aanleg riolering ten westen van Indaver, via rotonde naar het noordelijk insteekdok met inbegrip van de bouw van een uitwateringsconstructie
- aanleg spoorzate ten zuiden van St. Antoniusweg, richting spoorzate Liefkenshoek;

2° de stedenbouwkundige vergunning voor het aanleggen van een rotonde op de kruising van de Hazopweg en Steenlandlaan met inbegrip van het opbreken van een gedeelte van de Steenlandlaan voor de ontsluiting van de Waaslandhaven Zuid;

3° de stedenbouwkundige vergunning voor de aanleg van een verbindingsweg tussen het Geslecht en de Scheldedijk en de aanleg van een doodloper vanuit Kalisbundel noordwaarts (spoorzaten en sporen);

4° de stedenbouwkundige vergunning voor de aanleg van het weidevogelgebied Doelpolder Noord en de kreek in Buffer Noord met onder meer het uitgraven van een kreek, de realisatie van een in- en uitlaatconstructie voor het Scheldewater in de Scheldedijk, een overbrugging van de kreek in de Oostlangeweg, de aanleg van een dijk en een poldergracht. Voor de waterhuishouding van het gebied worden twee stuwen gebouwd op de overgang tussen de kreek en het weidevogelgebied, wordt de bestaande afwatering afgesloten en wordt een nieuwe afvalwaterleiding naar het zuiden gelegd langsheen de Oostlangeweg.

Ludwig CALUWE
Annick DE RIDDER
Robert VOORHAMME
Bart DE WEVER