2004 - 2009

Vragen voor Vlaams minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, Fientje Moerman

7 March 2007

Actuele vraag over de aangekondigde mogelijke herstructureringen bij Opel Antwerpen en stappen die de Vlaamse regering kan zetten om zoveel mogelijk werkgelegenheid in Antwerpen veilig te stellen

Actuele vraag over de aangekondigde mogelijke herstructureringen bij Opel Antwerpen en stappen die de Vlaamse regering kan zetten om zoveel mogelijk werkgelegenheid in Antwerpen veilig te stellen
De heer Ludwig Caluwé:

Mevrouw de voorzitter, leden van de regering, collega's, de afgelopen dagen werden we opgeschrikt door het mogelijke verlies van 1000 of meer arbeidsplaatsen bij General Motors in Antwerpen. Naar aanleiding van de problemen bij Volkswagen en Ford hebben we hier al meermaals - en terecht - gedebatteerd over de autoassemblage-industrie in Vlaanderen. Het gaat immers over een belangrijke industrie, die direct en indirect werk verschaft aan om en bij 100.000 arbeiders en bedienden, waarvan een groot deel allochtonen en laaggeschoolden. We zijn het niet met, bijvoorbeeld, professor De Grauwe eens, dat die industrie hier toch zal verdwijnen. Gelukkig vindt ook de Vlaamse Regering dat we moeten zorgen dat een aanzienlijk deel ervan in Vlaanderen blijft.

Vlaanderen heeft een aantal troeven. Door de ligging kan er in belangrijke mate worden bespaard op de transportkosten. We hebben de ervaring en de kennis. We hebben de meest productieve arbeiders ter wereld. General Motors Antwerpen staat bekend als het vierde meest productieve bedrijf. Ik kan dat trouwens bevestigen. Ooit heb ik er eens één dag meegelopen met de ochtendploeg. Telkens ik mijn deel aan één wagen had gedaan, waren er op de band al twee andere wagens gepasseerd. Het is niet het meest eenvoudige werk. Na die ochtendshift was ik bekaf.

We worden nu opnieuw opgeschrikt door deze berichten. De Vlaamse Regering vindt het behoud van industrie in Vlaanderen belangrijk. Daarom hebt u die Taskforce Voertuigindustrie gestart. Die heeft een hele reeks maatregelen naar voren geschoven. Naar aanleiding van de nieuwe berichten stel ik de volgende vragen.

Hoe staat het met de uitvoering van de maatregelen van deze taskforce? Meer in het bijzonder, hoe staat het met onze voornaamste handicap, de loonkost? In de maatregelen gaat het onder meer over het terugdringen van de shiftpremie. Daar heeft de federale regering al, terecht, maatregelen genomen. Volstaan die maatregelen? Een andere taak van de taskforce is om de loonkosten in vergelijking met Duitsland te monitoren. We horen opnieuw berichten dat dit opnieuw wat negatief zou uitvallen, ondanks de maatregel die door de federale regering is genomen. Het verschil van 20 percent op de sociale lasten zou met een kwart zijn teruggedrongen. Volstaat dat of is hier nog een bijkomende operatie noodzakelijk? Hebt u permanent contact met General Motors en met de toeleveringsbedrijven? Mocht het daar toch fout lopen, worden er dan maatregelen genomen opdat de tewerkstelling in ons land zowel in de industrie zelf als in de toeleveringsbedrijven zoveel mogelijk kan worden behouden?
De voorzitter:

Minister Moerman heeft het woord.
Minister Fientje Moerman:

Wat is er tot nu toe gebeurd en welke uitvoering is er gegeven aan die rondetafel? Als er één dossier is waar de regering, of beter, de regeringen in dit land vooruitziend zijn en proactief zijn geweest, dan wel dit dossier. Twee jaar geleden heb ik die rondetafel in een stramien gestoken. We hebben gesproken met alle betrokken overheden en ministers, met Agoria, met de toeleveranciers, met alle automobielbedrijven en ook autobusbedrijven, want die hebben we ook in Vlaanderen, met de vakbonden, enzovoort. Het resultaat was dat twaalf-puntenactieplan, dat eigenlijk in vier grote pijlers uiteenvalt. Op één staat arbeidskosten. Op twee, met stip, flexibiliteit. Op drie logistiek en op vier energiekosten. Drie en vier zou je moeten omdraaien want de energiekosten worden een steeds zwaarder doorwegende factor. De hele rondetafel en alle twaalf actiepunten worden permanent gemonitord. Zo ook de voornaamste factor, de loonkosten. Een permanente monitoring moet uitmaken waar wij hier in Vlaanderen en in België staan ten opzichte van niet één bepaalde constructeur of fabriek maar van het gemiddelde van de Duitse constructeurs. Daarmee vergelijken wij ons. Door de maatregelen, met name de verlaging van de loonkost voor de shiftpremies door de fiscale ingreep die u kent, is onze loonhandicap geneutraliseerd en is ons systeem van automatische indexactie min of meer geneutraliseerd. We zijn van 2,5 percent korting in juli 2005 gegaan naar de 10,7 percent korting die ingaat op 1 april.

Er zijn meer maatregelen nodig omdat zodra we een maatregel nemen, die door ons systeem van automatische indexatie opnieuw wordt afgekalfd iedere keer dat er een loonaanpassing is. We moeten daarin nog verder gaan, willen we competitief blijven. Die maatregelen zijn er, en ze hebben resultaat.

De flexibiliteit staat met stip op twee omdat de methode van produceren volledig is veranderd. Vroeger maakte men een auto, of veel auto's, die werden verscheept naar de dealers, en dan kon je bij die dealers gaan - zoals bepaalde mensen van uw partij blijkbaar een tijdje geleden hebben gedaan. Die dealers zegden dan dat ze nog ergens een verloren oranje Golfke in een hoek hadden staan en dat je het kon kopen in de solden. Die tijd is voorbij.

Nu wordt een auto pas gemaakt als die is besteld. Dat betekent dat er ook in de productie flexibiliteit nodig is. Vandaar het belang van de wetgeving op het plus-minusconto die nu uitvoering krijgt in de cao's.

Vlaanderen mikt op innovatie. Er is voor 20 miljoen euro aan investeringen in innovatieve projecten gebeurd, waarvan 9,6 miljoen IWT-steun en dat is niet onaanzienlijk. We mikken ook op Flanders Drive 2 om Vlaanderen op dat vlak op de kaart te zetten. Dat plan loopt dus.

Ik heb heel regelmatige contacten met de directie van GM Antwerpen. Ik ben vorige week nog op bezoek geweest in de fabriek. We houden elkaar dus op de hoogte.

U vroeg ook wat de Vlaamse Regering anticiperend doet. Mijnheer Caluwé, ik wil door uw vraag niet in een situatie belanden waardoor we een selffulfilling prophecy creëren. U kunt ervan op aan dat deze regering en de regeringen van dit land leren uit ervaring. Daar waar we in het verleden reactief optraden, proberen we nu proactief maatregelen te nemen. Ik wil daar niet dieper op ingaan, omdat ik niet in een situatie wil verzeilen waarbij wordt gezegd dat de regering van alles doet om de tewerkstelling elders te garanderen of te verwezenlijken. Neem van mij aan dat we in dit dossier zeer proactief en permanent waakzaam zijn.
De heer Ludwig Caluwé:

Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik dring niet te veel aan op uitspraken over wat u zou doen als er zich dramatische situaties zouden voordoen. We moeten er inderdaad van uitgaan dat die zich niet zullen voordoen en dat we er alles aan doen om dit te beletten. We mogen niet zelf aanleiding geven om maatregelen te nemen.

Het is goed dat dit van kortbij wordt opgevolgd. Ik vraag u om de concrete monitoring van de arbeidskosten goed in de gaten te houden. Ik heb ooit zelf een wetsvoorstel ingediend om de shiftpremie totaal vrij te stellen van sociale bijdragen. Er zijn al belangrijke stappen gezet, maar er moeten er nog bijkomend worden gezet om onze concurrentiekracht op peil te houden.
De voorzitter:

De heer Penris heeft het woord.
De heer Jan Penris:

Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, ik ben blij dat de heer Caluwé de vraag heeft gesteld. U hebt geappelleerd aan de honderdduizend banen die deze sector vertegenwoordigt. Ik kan daaraan toevoegen dat dit 5,2 miljard betekent aan toegevoegde waarde van ons bruto binnenlands product en daarenboven 15 percent van de Vlaamse uitvoer. In het havengebied gaat het om 15.000 rechtstreekse en onrechtstreekse jobs. Dit is dus een belangrijk dossier en we moeten proactief blijven nadenken. De loonkost is terecht aangehaald door de heer Caluwé. Professor De Grauwe minimaliseert de loonkost, maar er zijn andere even eminente professoren zoals de heer Dudenhöffer die zeggen dat ook in Vlaanderen de loonkost belangrijk is. Alle inspanningen ter zake zijn van belang.

De minister heeft gezegd dat we ook nog op andere terreinen proactief moeten nadenken. Ze laat niet in haar kaarten kijken en ze heeft misschien een punt. Het is echter niet oninteressant om op het vlak van de hybride wagens al open kaart te spelen. Economen zijn het erover eens dat dit dossier het onderwerp van de toekomst zal worden. We moeten daar verder op inzetten.

We kunnen dat. Vlaanderen is daar bevoegd voor. Voor het loonkostendossier zijn we dat minder. Maar hier gaat het over innovatie en nieuwe technologieën, en op dat vlak kunnen we aanzetten geven. Dit wordt een belangrijk dossier. We stellen evenwel vast dat de markt niet mee wil. Een hybride wagen is niet sexy. De modellen die vandaag als hybride wagen worden aangeboden, spreken de klant niet aan. Bovendien is de huurkoopmarkt in dat soort van wagens voorlopig nog niet geïnteresseerd. Op dat vlak zou Vlaanderen proactief kunnen optreden en een initiatief nemen.

Als u vandaag zou zeggen dat u in dat marktsegment gelooft en inspanningen wilt doen ten bate van de vier grote productiecentra in Genk, Antwerpen, Gent en Vorst, ook al zou u verder niet in uw kaarten laten kijken, dan geeft u mijns inziens een belangrijk signaal.
Minister Fientje Moerman:

De heer Penris zegt dat hybride wagens niet sexy zijn. Ik hoop dat dit niets zegt over de mensen die ze wél gebruiken, want ik heb er zo twee in gebruik. (Gelach)

Ik ben het met u eens dat het stimuleren van alternatieve aandrijfmodi van auto's belangrijk is. Op 2 februari 2004 heb ik over dat onderwerp een conferentie georganiseerd. We moeten er evenwel voor opletten dat we niet een of andere constructeur een concurrentievoordeel bezorgen. De maatregelen moeten betrekking hebben op alle schone technologieën. De fiscale maatregelen die we nemen, moeten technologieneutraal zijn.

Enkele manden geleden ben ik in de VS bij GM en Ford op bezoek geweest. Mijn contacten bij Ford maakten me duidelijk dat Ford inzake research ervoor kiest om technologieneutraal te zijn. Ze willen niet alles inzetten op hybrideauto's, maar ook onderzoek verrichten over het gebruik van waterstof en biobrandstoffen en dergelijke. Wij moeten de keuze voor een of andere technologie niet maken, want de komende jaren en wellicht decennia zullen verschillende technologieën naast elkaar bestaan.

Dat stelt ons voor uitdagingen. Ik ben er een voorstander van om de fiscaliteit voor het autobezit te hervormen zodat het ecologische aspect in rekening wordt gebracht. We moeten er evenwel voor opletten dat we daarmee de markt niet compartimenteren en fragmenteren. Dat zou de productiekosten de hoogte in jagen. We moeten technologieneutraal te werk gaan. Innovatie is cruciaal. Vandaar dat we in Flanders' DRIVE II het geweer van schouder zullen veranderen. In plaats van alles in te zetten op testing, zoals we vroeger deden, zullen we meer energie besteden aan complementaire innovatie en bijvoorbeeld de ontwikkeling van de zogeheten 'clean power train' stimuleren. We willen daarbij niet de R&D van de constructeurs dupliceren, maar wel aanvullend werken en daarbij Vlaanderen op de kaart zetten.
De voorzitter:

Het incident is gesloten.