2003 - 2004

2 September 2003

Wetsvoorstel tot aanvulling van het wegverkeersreglement, wat de parkeerplaatsen voor mindervaliden betreft

TOELICHTING

Steeds vaker moeten we vaststellen dat perfect mobiele mensen hun auto parkeren op voorbehouden plaatsen voor mindervaliden.

Nochtans zijn speciale parkeerplaatsen voor personen met een handicap onmisbare elementen om de mobiliteit van die mensen te garanderen. Er moeten voldoende parkeerplaatsen voor mindervaliden zijn (het Vlaams Gewest hanteert de norm van één voorbehouden plaats op 25 ofwel 4 % van het totale aantal plaatsen) en ze moeten ruim genoeg zijn (3,5 meter breed en 5 meter lang, maar 6 meter als de auto's achter elkaar geparkeerd moeten worden). Het rechtmatige gebruik ervan moet regelmatig door de politie gecontroleerd worden. De parkeergelegenheden mogen enkel gebruikt worden door houders van een speciale parkeerkaart, die toegekend en uitgereikt wordt door het federale ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu.

Parkeerplaatsen voor mindervaliden op de openbare weg moeten gesignaleerd worden door het verkeersbord E9a, aangevuld ­ op het bord zelf of op een onderbord ­ met een pictogram dat een persoon in een rolstoel voorstelt. Dat pictogram mag, in witte kleur, op het wegdek gereproduceerd worden. Verder moeten de parkeervakken afgebakend worden door middel van witte lijnen. Die bepalingen zijn van toepassing op de openbare weg en op parkeerzones die daartoe gerekend worden, zoals op een marktplein.

Regels kunnen maar regels zijn als ze worden nageleefd en gehandhaafd. Chauffeurs zonder de juiste parkeerkaart die hun auto toch op die parkeerplaatsen achterlaten, moeten gestraft worden. In het federaal veiligheidsplan werd het onrechtmatig gebruik van parkeerplaatsen voor gehandicapten opgenomen in de lijst van de overtredingen die als eerste moeten worden aangepakt.

Repressief optreden kan gecombineerd worden met efficiënte preventieve maatregelen. Enkele gemeentebesturen, maar ook privé-initiatieven, hebben reeds dergelijke preventieve maatregelen ingevoerd.

Onder andere in Essen, Hasselt, Tongeren en bijvoorbeeld ook op de parking van Delhaize in Sint-Gillis-Dendermonde zin voor mindervaliden voorbehouden parkeerplaatsen ­ binnen de voorgeschreven afbakening met witte lijnen ­ volledig blauw geverfd, met het bekende witte pictogram van een persoon in een rolstoel ermiddenin. Die parkeerplaatsen zijn heel duidelijk zichtbaar en een chauffeur zonder kaart zal wel twee keer nadenken vooraleer hij zijn wagen daar parkeert.

In Herentals vonden sommige partijen van het bestuur volledig blauw geverfde parkeerplaatsen storend en werd een compromis uitgewerkt : elke parkeerplaats voor mindervaliden wordt omgeven door een 15 cm brede blauwe lijn. Het rolstoelpictogram middenin de parkeerplaats wordt gehandhaafd. Dat systeem is eveneens efficiënt omdat, zelfs als er een wagen geparkeerd staat, de brede blauwe lijn duidelijk zichtbaar blijft als een niet te miskennen waarschuwing. Om in overeenstemming te blijven met het verkeersreglement, wordt de omtrek van het parkeervak nog steeds met een witte lijn aangegeven (naast de blauwe band).

Zoals eerder gesteld mag het pictogram, in witte kleur, op het wegdek (dat blauw mag zijn) gereproduceerd worden. Op zichzelf is die reproductie echter onvoldoende om in een voorbehouden parkeerplaats te voorzien. Wanneer een wagen geparkeerd wordt, is het pictogram immers niet langer zichtbaar. Met een blauwe kleur op de grond ­ aan de rand of op de volledige parkeerplaats ­ blijft het duidelijk dat het niet om een gewone parkeerplaats gaat.

Vaak wordt een parkeerplaats voor mindervaliden aangeduid met een verkeersbord aan het begin van de parkeerplaats en is de chauffeur dat bord al voorbijgereden op het ogenblik dat hij de parkeerruimte opmerkt. Indien de parkeerplaats zelf duidelijk herkenbaar gemaakt wordt, kan hij zich niet langer verschuilen ­ te goeder noch te kwader trouw ­ achter een « ik had het bord niet zien staan ». Naast het preventieve effect van een dergelijke ingreep, wordt ook de handhaving vergemakkelijkt. Met dit wetsvoorstel willen we die doelstellingen realiseren.

Ludwig CALUWÉ.

WETSVOORSTEL

Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Artikel 2

Artikel 70.4 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, opgeheven bij het koninklijk besluit van 18 september 1991, wordt hersteld in de volgende lezing :

« Art. 70.4. ­ Het verkeersbord E9a met het symbool of het onderbord vermeld in artikel 70.2.1, 3º, c), wordt aangevuld met het volledig blauw schilderen van het wegdek van de parkeerplaats binnen de in artikel 77.5 vermelde witte markeringen en met een witte reproductie van het symbool in het midden of langs de kant van de parkeerplaats. Als alternatief voor een volledig blauw vlak mag een blauwe band van 15 cm breed aangebracht worden aan de binnenzijde van de witte markering. »

Ludwig CALUWÉ.
Didier RAMOUDT.
Jacques TIMMERMANS.
Johan MALCORPS.