2003 - 2004

Vragen voor Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, Patrick Dewael

22 March 2004

Schriftelijke vraag over de toegekende aanplakkingruimte voor de Vlaamse lijsten in het Brusselse

Vraag

Naar aanleiding van de laatste federale verkiezingen werd in de meeste gemeenten aan de onderscheiden partijen aanplakkingruimte toegekend.

In het Brusselse werd in zeker één gemeente, voor alle Vlaamse lijsten één enkel paneel gereserveerd, terwijl andere, uiteraard Franstalige, partijen een volledig eigen paneel toegewezen kregen. Dat wil zeggen dat er een discriminatie op basis van een gemeenschapsaanhorigheid heeft plaatsgevonden.

Het lijkt evident dat de ruimte die door een overheid toegewezen wordt, identiek moet zijn voor elke partij of het nu een nieuwe of een bestaande partij betreft, een grote of een kleine, een Nederlandstalige, Franstalige, Duitstalige of meertalige.

Is dit ook uw mening ?
Werden en worden terzake onderrichtingen verstrekt ?

Antwoord

Artikel 5, § 2, van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de Federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, voorziet dat de gouverneur van de provincie of van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad bij politiebesluit de nadere regels inzake het aanbrengen van verkiezingsaffiches bepaalt.

Een identieke bepaling bestaat voor de verkiezingen van het Europees Parlement en voor de verkiezingen van de Gewest- en Gemeenschapsraden (artikel 5, § 2, van de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van het Europees Parlement en van de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingscampagne en tot beperking en aangifte van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, alsmede tot vaststelling van de toetsingsnorm inzake officiële mededelingen van de overheid).

In mijn omzendbrief van 8 maart 2004 inzake de instructies betreffende de aanplakking en de algemene maatregelen die genomen dienen te worden om een efficiënte ordehandhaving te verzekeren bij de Europese en regionale verkiezingen van 13 juni 2004, heb ik de aandacht van de gouverneurs gevestigd op het feit dat er vanaf nu in elke gemeente voldoende plaatsen voor aanplakking van verkiezingsaffiches ter beschikking worden gesteld van de kandidaten. Daarbij dient er in de gemeenten een gelijke verdeling van de borden tussen de kandidatenlijsten te gebeuren.

Ik heb er eveneens aan herinnerd dat de kandidaten zich kunnen wenden tot de arrondissementscommissarissen ingeval de gemeentelijke overheden de taken, die hen bij politiebesluit van de gouverneurs werden opgelegd, niet of onvoldoende zouden uitvoeren.