1999 - 2004

Vragen voor minister van Mobiliteit, Openbare werken en Energie, Gilbert Bossuyt

24 June 2003

Vraag om uitleg over de organisatie van het leerlingenvervoer door De Lijn

Vraag

De heer Ludwig Caluwé : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, de problematiek van het leerlingenvervoer is in deze commissie al meermaals aan bod gekomen.

Er hebben zich terzake een aantal evoluties voorgedaan. Zo is het leerlingenvervoer overgeheveld naar De Lijn. Anderzijds hebben wij - en mevrouw Van Cleuvenbergen heeft daarvoor terecht een ware kruistocht georganiseerd - al een paar keer de discriminatie en de hoge kosten aangeklaagd voor de schoolabonnementen die vaak in schril contrast stonden met de tariefmaatregelen die er waren voor andere categorieën. Dankzij deze inspanningen is de Buzzy Pazz geïntroduceerd, die ook wordt gebruikt voor het leerlingenvervoer.

Deze Buzzy Pazz leidt echter tot een nieuwe discriminatie tussen leerlingen die naar scholen gaan die worden bediend door De Lijn en leerlingen die naar scholen gaan die niet worden bediend door De Lijn. Dat zorgt voor een drastisch verschil in kosten. Zo moeten ook in mijn eigen streek leerlingen zich inschrijven in een school die verder is gelegen omwille van de kostprijs van het leerlingenvervoer. Sommigen moeten zich inschrijven in Hoogstraten omdat de school er wordt bediend door De Lijn. De prijs die zij betalen, bedraagt een derde van de prijs die ze zouden moeten betalen om naar een school te gaan die op slechts 15 kilometer afstand ligt, namelijk in Wuustwezel. Dus voor een abonnement naar die school moet men meer dan 400 euro, of het drievoudige, betalen. Dat betekent dat veel leerlingen tweemaal per dag een half uur langer op de bus moeten zitten om hun school te kunnen bereiken.

Deze problemen zijn hier al meermaals aangekaart. Met enige vreugde stelden we dan ook vast dat in de begroting 2003 was voorzien in 5 miljoen euro waarmee de meeste problemen in Vlaanderen zouden kunnen worden opgelost.Tot onze verbazing is dit bedrag in de begrotingscontrole teruggeschroefd naar 500.000 euro. Daarmee zouden tijdens het volgende jaar slechts drie proefprojecten kunnen worden uitgevoerd. Het zou gaan om Mechelen, Kalmthout en Menen. Hoe heeft men deze keuze gemaakt ? Waarom is dat bedrag teruggeschroefd ?

Het is een goede zaak dat dit gebeurt voor de scholen die gelegen zijn in de gemeente Kalmthout, maar het zou veel efficiënter zijn om de scholen uit de omliggende gemeenten daarbij te betrekken. Op die manier zou men een volledig gebied omvatten. Het zou veel efficiënter zijn om de scholen van Kapellen,Wuustwezel, Essen, Stabroek en Kalmthout bij het project te betrekken en als één geheel te behandelen. We werken met scholengemeenschappen die overeenstemmen met dat gebied. Nu zult u absurde toestanden en discriminatie tussen scholen creëren.

Wat is de stand van zaken met betrekking tot het geïntegreerde schoolvervoer ? Hoe zit het met de geplande stuurgroepen ? Waarom is er die beperking tot drie proefprojecten ? Bent u bereid deze proefprojecten geografisch uit te breiden ? U zult deze vraag vandaag of morgen ook met de post ontvangen. Dat kan onmiddellijk starten, want we hebben al samenwerking tussen scholen en busvervoer. De vraag blijft alleen de financiering. Alle andere voorwaarden inzake coördinatie en netoverschrijdende samenwerking zijn vervuld.

Eventueel kunnen we morgen nog een amendement goedkeuren zodat het budget wordt opgetrokken. Het kan niet om onmogelijke bedragen gaan. Op die manier kan de discriminatie worden weggewerkt. Dan komen alle scholen en alle leerlingen voor het schoolvervoer op één lijn.

De heer Koen Helsen : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ik zou me graag aansluiten bij de vraag van de heer Caluwé. Ik ben blij met de drie proefprojecten. Ik vraag me af hoe alles in het werk zal gaan.Wordt er rekening gehouden met het busvervoer dat de school vroeger zelf organiseerde ? Wordt dat opgenomen in het project?

Ik heb het vroeger al gehad over Kalmthout. Die zaak lijkt me enorm belangrijk omdat die school ontzettend veel specialisaties aanbiedt. Ze is kenmerkend voor de hele regio. De keuze voor Kalmthout is dan ook perfect. Hoe komt u tot die drie gemeenten ? Hoeveel aanvragen kreeg u ? Hoe groot is de nood als we het systeem veralgemenen ? Over hoeveel scholen of regio's hebben we het dan ? Is de verlaging van het budget er gekomen omdat er te weinig aanvragen waren ?

Minister Gilbert Bossuyt :Mijnheer Caluwé, ik kan me zonder problemen akkoord verklaren met uw opmerkingen, behalve met de laatste natuurlijk. In de begroting was aanvankelijk een relatief groot bedrag ingeschreven. Mijn voorganger heeft dat moeten aanpassen tot een bescheidener bedrag.

Voor alle duidelijkheid :Menen doet niet mee aan het proefproject. Dat is jammer voor mij, maar Menen kampt met andere problemen. De scholen van Menen hebben een netmanager nodig. Ik noem Menen omdat dit voorbeeld onmiddellijk de moeilijkheid van de veralgemening van het project illustreert.

We willen voor alle kinderen hetzelfde vervoer, naar welke school ze ook gaan. Dat lukt nu al waar het mogelijk is om de school met het openbaar vervoer te bereiken. Het heeft niets te maken met de keuze voor een of andere school. De overheid heeft op dat vlak al heel wat inspanningen geleverd.

De uitbreiding van dit bijzonder vervoer is niet eenvoudig. De overheid moet dat op een neutrale manier realiseren : ze mag de ene school niet bevoordelen tegenover de andere. De uitbreiding veronderstelt verder de medewerking van de lokale overheid en van de instellingen. We moeten een systeem uitwerken om dit allemaal op een degelijke manier te organiseren. Dat zal veel werk en geld vergen.

Juist daarom heeft mijn voorganger voor drie proefprojecten gekozen. De besprekingen zijn opgestart in Mechelen, Kalmthout en Sint-Truiden. Aan de hand van die projecten en de evaluatie ervan zullen we een globale aanpak op stapel zetten. De problemen die zich voordoen, kunnen ons helpen bij de uitbreiding naar heel Vlaanderen. Na die evaluatie moeten we de middelen samenbrengen. Dat zal nog niet voor morgen zijn.We moeten er nu wel mee starten.We willen dit alleszins verwezenlijken.

Dan zal ik nu mijn tekst voorlezen voor de volledigheid. Over de stand van zaken betreffende het geïntegreerd schoolvervoer en de projecten Schoolvervoerplan heeft in Mechelen een stuurgroep reeds tweemaal overleg gepleegd. Deze stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van De Lijn, de schepen van Onderwijs en zijn diensthoofd, de voorzitter van de overkoepelende groep Overleg Onderwijs Mechelen en enkele schooldirecteuren.

Gelet op de marktraadpleging voor de exploitatie werd reeds overeengekomen dat 1 september 2003 als startdatum niet haalbaar is, en werd 1 januari 2004 naar voren geschoven. Hierover bestaat echter geen consensus aangezien het gemeenschapsonderwijs niet zou meewerken als 1 september niet wordt gehaald. In Kalmthout werd door het gemeentebestuur eenmaal een vergadering georganiseerd met De Lijn, de schepen van Onderwijs en een vertegenwoordiger van elk onderwijsnet. Aangezien Kalmthout geen overkoepelend overlegorgaan over de onderwijsnetten heen heeft, werd elk net vertegenwoordigd door één directielid van één school uit dat net. Een concreet project werd voorgesteld, maar nog niet door de vergadering beoordeeld.

Het gaat in casu om proefprojecten waarbij organisatorisch nog heel wat op orde moet worden gesteld, niet alleen bij De Lijn, maar ook bij de onderscheiden onderwijsnetten en mogelijk bij de provinciebesturen.We willen hieruit vooral leren hoe in de toekomst efficiënter kan worden gewerkt. De ervaringen moeten in eerste instantie dienen om een regelgevend kader te kunnen opstellen voor de toekomst, zodat alle scholen op een soortgelijke manier worden behandeld en waarbij de vrije schoolkeuze niet in het gedrang komt.

In het uitvoeringsbesluit omtrent het netmanagement is opgenomen dat ook de scholen bediend moeten worden. Binnen dit kader - en daar zijn budgetten voor - zal er dus reeds heel wat schoolvervoer opgevangen kunnen worden. Ik kan uiteraard niet ontkennen dat er nog altijd een aanvullend schoolvervoernet nodig zal zijn om het geheel sluitend te maken. Niet alle vervoer kan met het geregeld vervoer worden opgevangen, de leerlingen uit het buitengewoon onderwijs bijvoorbeeld en leerlingenvervoer waar een begeleider nodig is.

Eenmaal we in het pilootproject voldoende ervaring hebben opgedaan, moeten we een algemeen kader voor het leerlingenvervoer creëren. Dit algemeen kader moet decretaal worden vastgelegd. Ik heb met de minister van Onderwijs de nodige afspraken gemaakt om hieraan te werken. Samen zullen we het pilootproject nauwlettend opvolgen.

In Menen zit het geregeld vervoer met een netmanagementprobleem. Bovendien moeten de betrokken scholen hun uren op elkaar afstemmen. Deze problemen illustreren hoe moeilijk het eigenlijk is om dit vervoer te organiseren. Vroeger liepen de leerlingen uit de gemeenten rond Menen grotendeels school in Kortrijk. De voorbije jaren komen heel wat van die leerlingen naar Menen.

Deze trend zal zich elders allicht ook voordoen. Aangezien we niet altijd met het geregeld vervoer werken, vergen wijzigende situaties een zeer omzichtige aanpak. Het organiseren van dit vervoer moet zo neutraal mogelijk gebeuren. Dit zal in een aantal situaties zeker niet eenvoudig zijn.

Momenteel inventariseren we de problemen die zich op het terrein stellen. Aan de hand van die inventaris en van onze ervaringen zullen we nagaan hoe we het vervoer kunnen organiseren. Hopelijk kunnen we het leerlingenvervoer zoveel mogelijk door middel van netmanagement organiseren. Het aanpassen van bestaande lijnen zou ongetwijfeld de snelste manier zijn om ons doel te bereiken. Door middel van het netmanagement zullen we een aantal problemen in het leerlingenvervoer misschien kunnen oplossen.

De heer Ludwig Caluwé : Ik moet eerlijk toegeven dat het antwoord van de minister me enigszins teleurstelt. Hij heeft zelfs geen uitsluitsel gegeven over de door mij aangehaalde proefprojecten. Ik denk hierbij aan het project in en rond Kalmthout. Uit de briefwisseling waarover ik beschik, blijkt dat dit project op 1 september 2003 van start zou gaan. Uit het antwoord van de minister blijkt evenwel dat dit misschien niet het geval zal zijn.

De minister heeft naar de moeilijkheden op het terrein verwezen. Ik wil er evenwel op wijzen dat de scholen momenteel al samenwerken, samen systemen hebben opgezet en hun uren op elkaar hebben afgestemd om de kosten zoveel mogelijk te drukken. De kosten blijven echter veel hoger dan het tarief van de Buzzy Pass.

Eigenlijk draait heel deze zaak rond financiering. We dringen al drie jaar aan op een verhoging van de financiering. Blijkbaar hebben we zo hard gezaagd dat hier en daar enkele pilootprojecten worden opgestart. De feitelijke situatie blijft evenwel ongewijzigd.

Als de scholen moeten bijpassen, worden ze gediscrimineerd ten aanzien van andere scholen. Bovendien zijn enkel de scholen met veel middelen in staat om bij te passen. Als de leerlingen en hun ouders moeten bijpassen, worden zij gediscrimineerd. In sommige gevallen moeten ze voor de helft van de afstand driemaal meer betalen dan de leerlingen die het geluk hebben dat ze met een bus van De Lijn naar school kunnen. In het huidige Vlaanderen kunnen dergelijke discriminaties niet meer worden aanvaard.

Minister Gilbert Bossuyt : Mijnheer Caluwé, u draait de zaken om. Indien we momenteel alle leerlingen dezelfde behandeling willen geven, moeten we de voordelen voor leerlingen van De Lijn afschaffen. Momenteel is dit de enige methode om iedereen op dezelfde lijn te krijgen. Ik ben al blij dat we heel wat kinderen, uit alle netten, dergelijke voordelen kunnen bieden.

U moet trouwens niet doen alsof er op dit vlak helemaal niets gebeurt. Het geld groeit nu eenmaal niet aan de bomen. CD&V eist altijd een financieel waakzaam beleid. Nu gedraagt u zich hier alsof het geld aan de bomen groeit. Dat is een gemakkelijke houding. (Opmerkingen van de heer Carl Decaluwe)

Mijnheer Caluwé, het is allemaal niet zo eenvoudig als u het hier voorstelt. Op bepaalde plaatsen werken scholen samen. Ik weet echter zeer goed dat het vaak veel inspanningen vergt om scholen op eenzelfde lijn te krijgen. Technisch gezien, is het geen eenvoudige materie. Aangezien we hier politiek bedrijven, moeten we de realiteit onder ogen kunnen zien.

.Wie de zaken op een andere manier wil organiseren, mag dit gerust doen. Ik wil zoveel mogelijk leerlingen in het geregeld net opvangen. Het netmanagement zal rekening houden met wijzigende situaties. Indien we het systeem nu overal zouden invoeren, zouden verschuivingen van de ene school naar de andere school volgend jaar allicht al voor nieuwe problemen zorgen.

Hoewel het absoluut niet eenvoudig is, willen we dit probleem aanpakken. Indien het geregeld vervoer niet volstaat, zullen we in uitzonderlijke gevallen gebruikmaken van bijzonder georganiseerd vervoer. Het is de bedoeling van de Vlaamse regering om alle kinderen, in welke school ze ook zitten, van dezelfde voordelen te laten genieten.

De heer Ludwig Caluwé : In de vorige begroting was hiervoor een bedrag van 5 miljoen euro ingeschreven. Met dit bedrag had de Vlaamse overheid het tienmaal meer kunnen doen dan uiteindelijk zal gebeuren. Dit bedrag is evenwel geschrapt.Volgens de minister groeit het geld niet aan de bomen. Blijkbaar groeiden een half jaar geleden tienmaal zoveel bladeren aan de bomen dan nu het geval is. Ik weet alleszins niet waarom die bomen plots zijn gesnoeid.

Minister Gilbert Bossuyt : Mijnheer Caluwé, u weet maar al te goed dat 5 miljoen euro niet zou volstaan. Het gebrek aan middelen is overigens niet het enige probleem. Er stellen zich nog een hele reeks technische problemen. De bussen moeten van de ene school naar de andere rijden. De betrokken scholen moeten afspreken hoe laat ze hun lessen laten beginnen. (Opmerkingen van de heer Ludwig Caluwé)

De heer Caluwé is blijkbaar in staat om dit probleem in een handomdraai op te lossen. Dat is allicht de reden waarom het probleem nog steeds bestaat.

De heer Ludwig Caluwé : De bussen rijden al. Het systeem werkt al perfect.

De heer Jan Verfaillie : Hoewel ik eigenlijk niet aan deze discussie mag deelnemen, wil ik hier toch even opmerken dat de minister de waarheid geweld aandoet.

Minister Gilbert Bossuyt : Mijnheer Verfaillie, het is duidelijk dat u zich niet mag mengen.

De voorzitter : Mijnheer de minister, de heer Verfaillie mag ook iets zeggen. U hebt daarstraks namelijk te vaak het woord genomen.

Minister Gilbert Bossuyt : Indien ik niets zeg, maken bepaalde mensen daar ook een probleem van. Ik ben overigens nog steeds van mening dat een minister, als hij het woord vraagt, altijd mag tussenbeide komen.

De heer Jan Verfaillie : Mijnheer de minister, we zijn allebei burgemeester.

Minister Gilbert Bossuyt : Ik hoor wat lawaai in de verte.

De voorzitter: Mijnheer de minister, het is nog steeds de voorzitter die de werkzaamheden in deze commissie regelt.

De heer Jan Verfaillie : Mijnheer de minister, u zou een beetje respect voor het Vlaams Parlement moeten tonen.

Minister Gilbert Bossuyt : De voorzitter zou het reglement moeten toepassen.

De voorzitter: Ik pas het reglement toe als dat noodzakelijk is.

De heer Jan Verfaillie : Zelfs als een stadsbestuur en de betrokken scholen De Lijn samen om leerlingenvervoer vragen, krijgen ze hetzelfde antwoord te horen. De Lijn heeft blijkbaar nooit voldoende middelen of mogelijkheden. De Lijn verbergt zich steeds achter schoolvervoerplannen en achter de mobiliteitsplannen van andere gemeenten. De Lijn is niet bereid zich aan de scholen aan te passen. Blijkbaar vindt De Lijn dat de scholen zich aan de bussen moeten aanpassen. Ze zouden beter in onderling overleg een oplossing zoeken.

Mijnheer de minister, u luistert niet. (Opmerkingen van minister Gilbert Bossuyt)