1999 - 2004

Vragen voor minister van Mobiliteit, Openbare werken en Energie, Stevaert

24 April 2002

Vraag om uitleg over de kostprijs van het leerlingenvervoer

Vraag

Minister Vanderpoorten zal tevens namens minister Stevaert antwoorden.

De heer Ludwig Caluwé
: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, dames en heren, de problematiek van het leerlingenvervoer is gekend. De scholen worden voor het leerlingenvervoer op een verschillende wijze behandeld. Sommige scholen worden voor hun leerlingenvervoer bediend door De Lijn of door de naar De Lijn overgehevelde dienst. Andere scholen moeten zelf voor de organisatie van hun leerlingenvervoer zorgen.

De omzendbrief van de minister van Onderwijs van 11 september 2001 legt op dat schoolkinderen voor hun dagelijks vervoer niet meer dan 150 euro mogen betalen. Het gaat hier om een terechte maatregel. Het zou een ontoelaatbare discriminatie zijn indien het leerlingenvervoer naar een school die toevallig niet bediend wordt door De Lijn, voor de ouders meer dan dubbel zo duur zou zijn dan het vervoer naar een school die door De Lijn wel wordt bediend.

Met de omzendbrief is echter enkel het probleem voor de ouders opgelost, maar niet voor de scholen. De scholen die niet worden bediend door De Lijn, draaien immers zelf op voor het deficit. Daardoor kwamen vorig schooljaar al verschillende scholen financieel in de problemen. Sommige konden niet anders dan de oude tarieven blijven hanteren. Ze hadden die trouwens meestal aan de ouders bij de inschrijving aangerekend.

De omzendbrief is immers pas in de loop van het schooljaar verschenen. Zoals de heer Decaluwe op 17 mei 2001 reeds stelde, zijn er maar twee goede oplossingen voor dit probleem : ofwel breidt De Lijn haar aanbod uit naar alle scholen, ofwel streeft de overheid ernaar een overeenkomst te sluiten met de privé-vervoerders om het leerlingenvervoer voor iedereen tegen dezelfde prijs mogelijk te maken. Daarbij wordt de prijs van de Buzzy Pazz naar voren geschoven. Ondertussen kondigde u, mevrouw de minister, een bijsturing aan op uw omzendbrief voor het gewoon secundair onderwijs gelegen buiten het bereik van het zonale leerlingenvervoer voor het lopend schooljaar.

Tevens naderen de opendeurdagen en inschrijvingen in de scholen en is het probleem opnieuw acuut.

U kondigde aan dat u met de minister van Mobiliteit, de heer Stevaert, zou overleggen om tot een oplossing te komen.

Welke houding moeten de scholen aannemen ten aanzien van de ouders ?

Welke kostprijs moeten ze aanrekenen ?

Komt er effectief een bijsturing van de omzendbrief ? Hoe zal die luiden ?

Blijft die bijsturing ook gelden voor het volgend schooljaar ?

Bestaan er reeds richtlijnen voor de openbare of andere besturen van de scholen die met deze zaak worden geconfronteerd ?

Wat is het besluit van het overleg met de minister van Mobiliteit ?
Wanneer mogen we het aangekondigde decreet op het leerlingenvervoer verwachten ?

De heer Luc Martens
: Ik ben blij met de vraag van de heer Caluwé. Sinds 1993 vraagt het Vlaams Parlement aandacht voor het leerlingenvervoer. We hebben steeds voor een eenduidig beleid gepleit waarin De Lijn het voortouw zou nemen. De vragen van de heer Caluwé bieden ons de kans te vragen wat de laatste algemene stand van zaken is.

De heer Frans Ramon
: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik wil me graag aansluiten bij de vragen van de heer Caluwé. Ik heb over dit onderwerp in deze commissie in het verleden ook een aantal vragen gesteld. Welke oplossing stelt u voorop ?

Minister Marleen Vanderpoorten
: Mijnheer de voorzitter, dames en heren, de organisatie van het leerlingenvervoer voor het gesubsidieerd gewoon onderwijs behoort tot de bevoegdheid van de desbetreffende scholen en/of inrichtende machten. De huidige omzendbrief bepaalt inderdaad dat iedere leerling die gebruikmaakt van leerlingenvervoer een bijdrage dient te betalen die overeenstemt met de huidige tarieven van de Buzzy Pazz.Omdat de omzendbrief laattijdig verscheen, kunnen in afwijking hiervan scholen voor gewoon secundair onderwijs – buiten het zonaal leerlingenvervoer – die leerlingenvervoer organiseren, voor het schooljaar 2001-2002 nog wel de tarieven ‘schoolabonnementen voor een welbepaalde reisweg’ hanteren die van toepassing waren vóór 1 juli 2001.

Deze afwijking zal, in afwachting van de stemming over een nieuw decreet leerlingenvervoer, ook gelden voor het volgend schooljaar.Ik heb tot op heden nog geen overleg gepleegd met de minister van Mobiliteit over de tarievenproblematiek. Ik plan naar aanleiding van de overheveling van het leerlingenvervoer naar De Lijn volgend parlementair jaar een constructief overleg om tot een grondige uitzuivering van de onderwijsregelgeving te komen.

In 2003 zal er bijgevolg een nieuw decreet leerlingenvervoer bij het Vlaams Parlement worden ingediend. Dit decreet moet leiden tot een belangrijke vereenvoudiging van de regelgeving aangaande het leerlingenvervoer.Ik kan u ook nog meedelen dat mijn administratie thans een gecoördineerde omzendbrief betreffende het leerlingenvervoer ontwerpt die de bestaande vijftig omzendbrieven zal vervangen.

De heer Ludwig Caluwé
: Mevrouw de minister, uw antwoord is duidelijk, maar het stelt me wel teleur. U schuift de verantwoordelijkheid door naar de scholen. Daardoor ontstaat een ernstige discriminatie tussen scholen die bediend worden door De Lijn en de andere. Ouders moeten in sommige gevallen dan ook dubbel zoveel betalen voor een schoolabonnement. Dit staat in schril contrast met het principe van kosteloosheid van het onderwijs.Ik betreur ook dat er nog steeds geen overleg is gepleegd met minister Stevaert. De huidige toestand blijft voortduren, en een oplossing komt er pas als het decreet op het leerlingenvervoer wordt goedgekeurd. Dat zal ten vroegste in 2003 zijn.