1999 - 2004

Vragen voor minister van Mobiliteit, Openbare werken en Energie, Stevaert

19 September 2002

Vraag om uitleg over de implementatie van het nieuwe KB over de verhoogde inrichtingen op de openbare weg

Vraag

Op 31 mei jl. verscheen in het Staatsblad het KB van 3 mei 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 oktober 1998 tot bepaling van de vereisten voor de aanleg van verhoogde inrichtingen op de openbare weg en van de technische voorschriften waaraan die moeten voldoen. Het was een langverwacht KB, waar heel wat voorbereidende gesprekken met betrokkenen, zoals de gewesten en de VVSG, aan vooraf gingen.
De problematiek is bekend, en kwam in het verleden reeds meermaals aan bod in het Vlaams Parlement. Volgens het oorspronkelijke KB van 9 oktober 1998 moesten alle "slechte" verkeersdrempels tegen 1 november 2001 verwijderd of aangepast worden. Het KB van '98 maakte komaf met alle vreemde verkeersremmers die in het straatbeeld opdoken. Voortaan mochten alleen nog verkeersdrempels en verkeersplateaus worden aangelegd volgens strikte regels (de technische vereisten werden als bijlage aan het KB toegevoegd). Alle drempels moesten voortaan 4,8 meter lang zijn en maximaal 12 cm hoog. Voor verkeersplateaus waren de regels iets soepeler. Door de wildgroei aan drempels was het echter onmogelijk om alle drempels aan te passen voor 1 november 2001 en werd aangedrongen op enige soepelheid. Daarom werkte federaal minister Durant een nieuw KB uit, enerzijds om de periode te verlengen en anderzijds om afwijkingsmarges te bepalen.
Op 23 november 2001 verschenen in de media (o.a. GvA, HBvL) berichten dat er uitstel zou komen tot 1 november 2003. Er werd hiervoor verwezen naar verklaringen van Patrick Balcaen, woordvoerder van Durant. Ook in "VVSG - week" nr. 31 van 4 tot 10 september 2001 werd als richtlijn gegeven dat de te harde verhoogde inrichtingen uiterlijk 1 november 2003 aangepast of verwijderd moesten zijn. Met de aanpassing van de drempels werd gewacht tot het nieuwe koninklijke besluit er definitief was, want aanpassen of wegwerken van drempels kost heel wat geld. Het was vooral afwachten wat de precieze toleranties zouden worden.
Nu is het nieuwe KB verschenen. Enerzijds is er een aanzienlijke versoepeling voor drempels waarvan de hoogte kleiner is of de lengte groter is dan de bepalingen in de technische bijlagen. Deze mogen behouden blijven tot er structurele vernieuwingswerken aan de betreffende weg worden uitgevoerd. Anderzijds moeten inrichtingen waarvan de hoogte groter is of de lengte kleiner is dan de bepalingen voorzien in de nieuwe technische bijlagen uiterlijk op 1 november 2002 aangepast of verwijderd zijn. Dit laatste is bij de gemeenten ingeslagen als een bom. Vele gemeentebesturen zullen hier niet in slagen. Het argument dat zij al lang genoeg weten dat ze hun drempels moeten aanpassen, is niet van tel: het is logisch dat gemeentebesturen voor dergelijk belangrijke investeringsdossiers wachten op rechtszekerheid en de precieze bepalingen van het KB (en vooral van de technische bijlage). Wanneer er na 1 november e.k. ongelukken zouden gebeuren op niet-conforme drempels, riskeren de wegbeheerders aansprakelijk te worden gesteld.

1. De gewestregeringen werden betrokken bij het ontwerpen van dit KB, hebben zij advies gegeven over de inwerkingtreding van 1 november 2002? Heeft de bevoegde Vlaamse minister er een verklaring voor dat het kabinet een jaar geleden sprak van 1 november 2003 als deadline?

2. In hoeverre raakt dit KB het Vlaams gewest als wegbeheerder? Hoeveel niet-conforme drempels bevinden zich thans nog op de gewestwegen? Is er een programma voorzien om deze drempels her in te richten of te verwijderen? Kan het Vlaams gewest als wegbeheerder verantwoordelijk gesteld worden voor ongelukken op niet-conforme drempels na 1 november 2002?

Antwoord

1) Er was inderdaad overleg tussen de gewesten en de federale overheid over de inhoud van het ontwerp KB betreffende de vereisten voor de aanleg van verhoogde inrichtingen op de openbare weg. Dit ontwerp KB wijzigde het KB van 1998.

Op 29.06.2001 bracht de Vlaamse Regering reeds positief advies uit m.b.t. het door de federale overheid overgemaakte KB inzake de verhoogde inrichtingen.

In dit ontwerp KB bepaalde artikel 8 dat "de verhoogde inrichtingen waarbij de hoogte groter is of de lengte van de inrichting of van haar op- of afrit kleiner is dan deze, met inbegrip van de toleranties, voorzien in de bijlage tot dit besluit, moeten uiterlijk op 1 november 2003 aangepast of verwijderd zijn."

In het ontwerp KB was er dus sprake 1 november 2003 als uiterste datum, dat de in vorige paragraaf vermelde verhoogde inrichtingen dienden aangepast of verwijderd te worden.

Het definitieve KB verscheen pas op 31 mei 2002 in het Belgisch Staatsblad en hanteerde 1 november 2002 als uiterste datum. Het is uiteindelijk Mevrouw Durant als federaal minister van Mobiliteit en Vervoer, die voor de verkeerswetgeving als dusdanig bevoegd is. Het Vlaams Gewest verstrekt in het kader van de betrokkenheidsprocedure enkel een advies naar de federale overheid toe. De uiteindelijke beslissing ligt bij Minister Durant.

2) Het aantal verhoogde inrichtingen dat, op gewestwegen, niet in overeenstemming zou zijn met de voorschriften van het KB van 2002, is zeer beperkt. De niet conforme inrichtingen zullen ook op korte termijn worden aangepast. Het is de rechtbank die oordeelt over de verantwoordelijkheid wanneer zich eventueel ongevallen zouden voordoen.