1999 - 2004

3 December 2002

Tussenkomst tijdens een vraag om uitleg over de verschillende varianten van de Oosterweelverbinding in Antwerpen

De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw De Schepper tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de verschillende varianten van de Oosterweelverbinding in Antwerpen.

Mevrouw Claudine De Schepper : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, het tracé van de sluiting van de kleine ring blijft de bevolking van Zwijndrecht beroeren. In de pers las ik dat één van de alternatieven, de verlenging van de gewestweg N419-Krijgsbaan tussen de N70-N49, opnieuw wordt bestudeerd door het studiebureau SAM.

Voor het actiecomité Zwijndrecht is dit onbegrijpelijk. Zwijndrecht zou op die manier langs de westkant volledig worden afgesneden van het Waasland. Verder zou het deel van de Krijgsbaan tussen de E17 en de N70 ook moeten worden verbreed, wat een groot aantal onteigeningen betekent. Tevens zou dit tracé door gebieden lopen die eerder dit jaar werden beschermd.Volgens het actiecomité Zwijndrecht zou nog voor half december op diverse vlakken worden overlegd over de verschillende alternatieven, en zou nog voor het einde van dit jaar een principebeslissing worden genomen over het aangenomen tracé.

Mijnheer de minister, wanneer en op welk niveau of binnen welke werkgroep vindt overleg plaats ? Welke alternatieven worden er momenteel bestudeerd ? Blijft het voorstel van de Staten-Generaal een van de mogelijkheden ? Worden alle alternatieve mogelijkheden, ook die van de Staten-Generaal, evenwaardig en objectief op min- en pluspunten onderzocht ? De voorzitter : De heer Malcorps heeft het woord.

De heer Johan Malcorps : Naar aanleiding van de vraag om uitleg van de heer Caluwé en van de BAM-discussie, hebben we het hier al over gehad. Hopelijk wordt het BAM-decreet morgen goedgekeurd, en komen we dan in de BAM-fase terecht. Op dit moment zijn de mensen van het studiebureau SAM ijverig plannen aan het bestuderen en tracés aan het uitwerken, en jagen ze voortdurend nieuwe golven van ongerustheid door Zwijndrecht en Burcht. Dat is niet zo verstandig. Het is toch belangrijk dat we een maatschappelijk draagvlak krijgen voor het masterplan over de Antwerpse mobiliteit, waartoe ook de sluiting van de ring behoort.

De provinciegouverneur heeft de opdracht gekregen om zo'n maatschappelijk draagvlak voor het masterplan te bewerkstelligen. In Zwijndrecht is dat aan het ontsporen.We moeten daarom zo vlug mogelijk uitsluitsel krijgen over wat wordt bestudeerd. Voor Europa moeten we een aantal zaken bestuderen, maar toch niet alles.

Binnen de Staten-Generaal was er een consensus over het tracé aan de Blokkersdijk.Voor Europa moet ook het nul-scenario worden onderzocht, dat wil zeggen zonder sluiting van de ring.We moeten eveneens nagaan welke andere scenario's moeten worden onderzocht. Ergens moeten we een lijn trekken en durven zeggen welke tracés worden voorgelegd. Dat er een uitsluitsel moet zijn voor het einde van dit jaar, is volgens mij niet bepaald in de procedure, tenzij ik niet werd ingelicht. Het moet duidelijk zijn wat er wordt bestudeerd en wanneer er uitsluitsel komt.

De heer Ludwig Caluwé : Het wordt hoe langer, hoe gekker. De wildste voorstellen beginnen te circuleren. Morgen stelt de SAM misschien een tracé dwars door de kerk van Zwijndrecht voor. Het kiezen van een tracé is inderdaad niet gemakkelijk. Het is juist daarom dat een hele procedure van bemiddeling onder leiding van de gouverneur werd opgestart. Er werd dan een tracé voorgesteld waarin iedereen zich kon vinden. Het is bijzonder moeilijk te begrijpen, en zeker om uit te leggen, dat er dan anderen worden aangesproken.

De provincieraad van Antwerpen heeft vorige week nogmaals een motie goedgekeurd, waarin het tracé dat de staten-generaal heeft voorgesteld, als enige valabel tracé werd onderschreven. Het wekt enige verbazing dat de Agalev-fractie die motie niet mee heeft goedgekeurd. Ik hoop dat dit geen veeg teken is.

We moeten ook nagaan wanneer de procedures inzake het MER en dergelijke moeten opstarten, om de werken op tijd te kunnen laten beginnen ?

Mevrouw Marleen Van den Eynde : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het is duidelijk dat de onrust in Zwijndrecht en omstreken nog niet ten einde is, integendeel : de gemoederen zijn er wel zeer verhit. Mijnheer de minister, u bracht op 18 november 2002 samen met minister Van Grembergen nog een bezoek aan de gemeente Zwijndrecht. Blijkbaar hebben uw plannen toch niet iedereen kunnen geruststellen. (Opmerkingen van de heer Ludwig Caluwé)

Ik heb vernomen dat er verschillende varianten op tafel liggen. Ik stel me de vraag van welke variante men nu uitgaat : is dat van variante 7 of variante 8 ? Welke variante wordt nu verder bestudeerd ?

Hoe zal er overigens verder worden overlegd.We hebben tijdens de vorige commissievergadering vernomen dat er eigenlijk een zekere geheimhouding bestond over het dossier. Men had liever niet dat er meer duidelijkheid kwam over de voorstellen die werden uitgewerkt en over de details van het dossier. Op welke manier en op welke termijn zal er nu verder worden overlegd over uw plannen met het gemeentebestuur en met alle burgers van Zwijndrecht?

Ik hoor dikwijls dat men het heeft over het maatschappelijk draagvlak. Op welke manier zal dat maatschappelijk draagvlak echter worden gecreëerd als dat dossier zo lang blijft aanslepen en als er zoveel onzekerheid wordt gecreëerd ? Ik denk dat het toch belangrijk is dat u zo snel mogelijk duidelijk maakt wat u van plan bent.

De heer Robert Voorhamme : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik denk dat we ons een meer algemene vraag moeten stellen. Momenteel kennen we de BAM-structuur, waarover morgen wordt gestemd, en de SAM-structuur, die al het studiewerk verricht. Er zijn nogal wat grootscheepse infrastructuurwerken op komst, en daarbij rijst de meer algemene vraag naar aandacht voor de communicatie daarover. Het is bij zulke grootscheepse infrastructuurwerken namelijk niet vreemd dat ontelbare mogelijke tracés en uitvoeringsmodaliteiten worden onderzocht. Dat is volgens mij de logica zelve. Men moet rekening houden met de Europese wetgeving, die in deze heel strikt is. Men moet rekening houden met de veiligheidswetgeving, die in deze eveneens zeer strikt is. Men moet ook rekening houden met de technische uitvoeringsmodaliteiten en met de maatschappelijk aanvaardbare uitvoeringsmodaliteiten. Het is dus logisch dat er een waaier van mogelijke tracés is en dat zich daarin een voortdurende verschuiving voordoet.

Ook ben ik ervan overtuigd dat het zeer moeilijk is om hierover op een correcte manier te communiceren. We hebben precies hetzelfde gezien naar aanleiding van de tweede havenontsluiting : bijvoorbeeld, de spoorweginfrastructuur. Correct communiceren betekent enerzijds dat men communiceert over iets waarover men zinvol kan communiceren en niet over hersenschimmen. Anderzijds vind ik ook wel dat de gemeenschappen, die in de eerste plaats te maken hebben met de uitvoering van infrastructuurwerken en dikwijls met blijvende gevolgen opgezadeld zitten, moeten worden betrokken bij het tot stand komen van zo'n tracé. Het is dus een bijzonder moeilijke oefening.

Ik weet niet of er al mogelijkheden voor een nieuw tracé werden ontwikkeld, maar aangezien het masterplan van Antwerpen nog tal van ingrijpende werken tot gevolg zal hebben, moet het beleid toch veel aandacht schenken aan de manier waarop daarover wordt gecommuniceerd. In deze samenleving is het immers zo dat, als we de communicatie niet zelf organiseren, er altijd wel lekken zullen zijn. Die lekken worden dan gebruikt door personen die op dat ogenblik denken daarmee op korte termijn aan politiek opportunisme te kunnen doen. Het is inherent aan het systeem dat er altijd wel lekken zullen zijn om te misbruiken en om de bevolking ongerust te maken enzovoort. Ik heb de toveroplossing niet in mijn zak steken, maar ik zou er een pleidooi voor willen houden om beleidsmatig zeer goed na te denken over het communicatiebeleid dat in de toekomst over al deze projecten zal worden gevoerd.

Minister Steve Stevaert : Geachte collega's, ik kan jullie meedelen dat er op dit ogenblik een opdracht is toegewezen aan de Tijdelijke Vereniging Studie Antwerpen Mobiel (SAM) om een aantal mogelijke tracés voor de sluiting van de kleine ring uit te werken en verder te optimaliseren. Het voorstel dat op de staten-generaal werd geformuleerd, blijft uiteraard ook behouden als een mogelijk tracé bij de start van de strategische MER-procedure.Momenteel worden de voor- en nadelen van een aantal oplossingen zorgvuldig geanalyseerd, niet alleen op het vlak van een betere mobiliteit maar ook op andere vlakken, zoals hun impact op mens en natuur.

Deze tracés zullen begin december door de SAM worden voorgesteld aan de beleidsverantwoordelijken van de stad Antwerpen en de gemeente Zwijndrecht. Eventueel aangevuld met een verbeterd tracé van de lokale overheden, zullen ze ook volwaardig worden behandeld bij de start van de strategische MER-procedure. Dat is volgens mij ook de meest verstandige manier van werken.

Het zou bijzonder slecht zijn om als minister rechtstreeks in contact te treden met de lokale bevolking. Ik heb het volste vertrouwen in de verkozenen des volks en neem dus contact via de burgemeesters. Ze krijgen de mogelijkheid om de nodige inspraak te organiseren. Ik heb begrepen dat er in Zwijndrecht eenparigheid is in de gemeenteraad. Ik ga er dan zeker van uit dat de burgemeester er de vertegenwoordiger is van de hele bevolking. Ik richt me dan ook tot hem.

Een aantal commissieleden heeft in de regio het doemscenario naar voren geschoven waarbij alle onheil over de burgers zou neerdalen. Ik mag niet vooruitlopen op het strategische MER omdat dat tot opmerkingen zou kunnen leiden, maar ik ga er wel van uit dat een MER een vernuftig instrument is en dat op basis daarvan zal worden gekozen voor de beste haalbare oplossing. Ik ben jullie er in elk geval dankbaar voor dat ik in de toekomst zal kunnen zeggen dat ik op basis van het strategische MER een redelijke oplosing heb gevonden en dat het onheil niet over de bevolking zal neerdalen.

Mevrouw Claudine De Schepper : Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord. Ik hoop dat u zich kunt scharen achter het voorstel van de statengeneraal, namelijk het optimaal gebruiken van de bestaande verbinding tussen de E17 en E49 en het nemen van een aantal voorzorgsmaatregelen - zoals het plaatsen van geluidsschermen - om de bestaande hinder in de mate van het mogelijke te beperken.

Minister Steve Stevaert : Alles moet blijken uit het MER.Als ik als minister nu formeel zeg waar mijn voorkeur naar uitgaat, dan kan daar later gebruik van worden gemaakt. Dat is ooit al gebeurd. Alle bekommernissen die hier naar voren zijn geschoven, moeten in overweging worden genomen. In het MER moet de afweging worden gemaakt. Laat ons daar dan met zijn allen achter gaan staan. Ik heb echter de indruk dat de bevolking in de toekomst bijzonder gelukkig zal zijn, vermits ze nu bijzonder ongelukkig is. Dat zal mogelijk zijn dankzij jullie communicatie en die van de burgemeester van Zwijndrecht.