1999 - 2004

3 February 2004

Met redenen omklede motie tot besluit van de op 3 februari 2004 door de heren Jan Laurys en Kris Van Dijck in commissie gehouden interpellaties tot de heer Bart Somers, minister-president van de Vlaamse regering, respectievelijk over het pleidooi van de minister-president voor meer Vlaamse autonomie en de verklaringen van federaal premier Verhofstadt betreffende een mogelijke herfederalisering van de arbeidsmarkt, en over de verklaringen van federaal premier Verhofstadt betreffende een mogelijke herfederalisering van sociaal-economische bevoegdheden door Jan Laurys, Luc Van den Brande en Ludwig Caluwé

Het Vlaams Parlement,

- gehoord :

- 1° de interpellatie van de heer Jan Laurys ;

- 2° het antwoord van minister-president Bart Somers ;

-gelet op :

1° de vijf resoluties van 3 maart 1999 betreffende de volgende staatshervorming, waarin uitdrukkelijk werd vooropgesteld dat Vlaanderen meer en ruime bevoegdheden moet krijgen op het gebied van het werkgelegenheidsbeleid ;

- 2° de resolutie van 18 december 2003 waarin het Vlaams Parlement stelt dat in de aangekondigde onderhandelingen over een verdere staatshervorming, de resoluties van 1999 het uitgangspunt zijn ;

- 3° de grote verschillen tussen de arbeidsmarkt in Vlaanderen en Wallonië, die een verschillend, aangepast beleid vereisen ;

- 4° de analyses van het IMF, de OESO, de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid, enzovoort, die allen de nadruk leggen op de noodzaak van een regionale differentiatie inzake het sociaal-economische beleid ;

- vraagt de Vlaamse regering :

- 1° uitdrukkelijk afstand te nemen van de verklaringen van federaal premier Verhofstadt ;

- 2° de nodige stappen te zetten om, in het kader van een ruime staatshervorming, ook een overdracht te realiseren van de bevoegdheden inzake werkgelegenheid en arbeidsmarktbeleid.

- Jan LAURYS, Luc VAN DEN BRANDE, Ludwig CALUWE