1999 - 2004

Vragen voor minister van Mobiliteit, Openbare werken en Energie, Gilbert Bossuyt

11 February 2004

Actuele Vraag over de problemen met de Antwerpse mobiliteitsdossiers en de relatie tot de NMBS

De voorzitter : Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van de heren Penris en Malcorps tot de heer Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de prefinanciering van de spoorprojecten voor Antwerpen en van de heer Caluwé tot minister Bossuyt en tot de heer Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, over de problemen met de Antwerpse mobiliteitsdossiers en de relatie tot de NMBS.

De heer Jan Penris (Op de tribune) : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, als we na vijf jaar paars-groen een bilan opmaken van het havenbeleid van deze regering, in het bijzonder het beleid ten aanzien van de haven van Antwerpen, dan moeten we vaststellen dat er in sommige dossiers geen enkele vooruitgang is geboekt. Ik noem er vijf, één per jaar.

De Schelde is nog geen millimeter uitgebaggerd. Er is geen meter spoor vrijgekomen van de IJzeren Rijn. Nog nooit is het sociaal klimaat in het loodsbedrijf zo slecht geweest. (Opmerkingen van minister Gilbert Bossuyt)

Mijnheer de minister, ik weet dat u het lastig hebt met deze evaluatie, maar u zou me beter laten uitspreken. De mobiliteit rondom de Antwerpse metropool is nog nooit zo problematisch geweest. (Opmerkingen van minister Gilbert Bossuyt)

Mijnheer, de voorzitter, ik verzoek u de orde te handhaven. (Opmerkingen van minister Gilbert Bossuyt, de heer Frans Wijmeersch en de heer Luk Van Nieuwenhuysen, rumoer)

Ik stel de vraag op mijn manier, en u antwoordt op uw manier. Maar het doet natuurlijk pijn na vijf jaar die evaluatie te moeten horen.

Minister Gilbert Bossuyt : Mijnheer Penris, u bent vooralsnog geen absoluut heerser in Vlaanderen.

De heer Jan Penris : U nog minder. (Opmerkingen van minister Gilbert Bossuyt)

De voorzitter : Collega’s, ik doe een beroep op alle aanwezigen om op een rustige manier de aangekondigde actuele vraag te laten stellen. Dat komt de waardigheid van het Vlaams Parlement ten goede. Het mag geen tactiek worden naar elkaar te roepen.

De heer Jan Penris : Ik herhaal mijn vraag. De afgelopen vijf jaar is in minstens vijf dossiers met betrekking tot de haven van Antwerpen geen enkele vooruitgang geboekt. Het gaat om de dossiers van de Scheldeverdieping, de IJzeren Rijn, het Loodswezen, de mobiliteit rond Antwerpen en de zakenluchthaven van Antwerpen.

In één dossier was er echter een klein lichtpuntje, en daar wilden we de regering zelfs krediet voor geven. We hebben haar voorzichtige inspanningen dan ook gesteund. Het gaat om het veiligstellen van de toekomst van Antwerpen als spoorweghaven bij uitstek. Het Vlaams Gewest zou aan pre- en cofinanciering doen van specifieke spoorwegprojecten in het voordeel van de haven van Antwerpen.

Mijnheer de minister, in uw beleidsbrief en in de begroting die u ons onlangs voorlegde, vroeg u daar onze goedkeuring voor, en we hebben daar voorzichtig maar positief op gereageerd. Uw voornemen om een Liefkenshoekspoortunnel en de tweede spoorontsluiting van de haven te co- of prefinancieren, heeft de goedkeuring weggedragen van alle Antwerpse middens. Ook onze partij stond daar achter.

Het is dan ook des te pijnlijker dat we vandaag in de Gazet van Antwerpen het volgende lezen : ‘De Vlaamse regering heeft per brief aan de NMBS laten weten dat de voorfinanciering van de spoorprojecten nu financieel niet haalbaar is. Dat kreeg onze redactie gisteren bevestigd.’ Is dat waar ? Is er een brief gestuurd naar de NMBS met deze inhoud ? En als dat is gebeurd, om welke reden dan ?

Als het waar is – en ik heb geen reden om daaraan te twijfelen – dan hebt u uw hele politiek ten aanzien van het spoorwezen in Vlaanderen en in de haven van Antwerpen in het bijzonder, met 180 graden omgegooid. Ik ben benieuwd welke verklaring u daarvoor hebt. (Applaus bij het Vlaams Blok)

De heer Ludwig Caluwé (Op de tribune) : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dames en heren, ik zal me beperken tot twee dossiers. Ze worden vandaag op de voorpagina van Gazet van Antwerpen vermeld en zijn dus meer dan actueel.

Gisteren gaven een aantal ondernemers uit het Antwerpse een eigenaardige persconferentie. Ze hebben hun verwondering en ongenoegen geuit over het mobiliteitsbeleid in Antwerpen.

De overheid heeft altijd beloofd dat de werken voor de spoorwegtunnel op 18 juni van start zouden gaan. Alle voorbereidingen zouden tegen dan afgerond zijn. De voorbereidende werken zijn nu wel gestart. De minder hindermaatregelen die geen werken met zich meebrengen, zijn echter niet klaar. Mits een goede en tijdige voorbereiding zou dit wel gelukt zijn. De Lijn beschikt niet over de nodige bussen, anders zou ze vandaag reeds op een andere manier te werk kunnen gaan. De NMBS heeft een voorstel gekregen, te bescheiden volgens mij, maar goed, er is een voorstel. Er is echter een verschrikkelijk getouwtrek tussen de Vlaamse en de federale overheid over wie die factuur al dan niet gaat betalen. Intussen zijn de werken van start gegaan en zou de NMBS die maatregelen kunnen treffen.

We weten op 100 dagen voor de eigenlijke werken niet of de Liefkenshoekspoortunnel gratis zal zijn of niet. Niemand kan uitleggen waarom die beslissing uitblijft. Waarom hakt niemand de knoop door ? Dit ene feit is op zich al zwaar genoeg.

Op de voorpagina van Gazet van Antwerpen las ik vandaag een tweede verwonderlijk feit. De Vlaamse regering zou aan de NMBS een brief gestuurd hebben om te laten weten dat de prefinanciering voor dit jaar niet zou doorgaan. Ik heb minister Van Mechelen twee weken geleden op een vraag van mij nog volmondig horen antwoorden dat de werken voor de Liefkenshoekspoortunnel zouden starten in 2005, en klaar zouden zijn in 2009. Als die werken inderdaad volgend jaar van start moeten gaan, moeten we dit jaar nog beginnen financieren.

Ik heb intussen begrepen dat er zich opnieuw een dispuut voordoet tussen de NMBS en de Vlaamse regering. Er was een akkoord dat de NMBS het kapitaal zou terugbetalen en de Vlaamse regering de intrestlasten. Het dispuut gaat erover wie de lening zal afsluiten. Als de NMBS dat zou doen, zou haar schuldratio te groot worden, hetzelfde zou gelden voor de Vlaamse regering. Indien deze informatie klopt, indien dit getouwtrek meebrengt dat de werken niet tijdig kunnen beginnen, dan zal dat ernstige gevolgen hebben. Ik hoop dat u mij zult corrigeren, mijnheer de minister, en dat u zult zeggen dat de Vlaamse regering het akkoord zal nakomen. (Applaus bij CD&V)

De heer Johan Malcorps (Op de tribune) : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dames en heren, mijn vraag gaat eveneens over dat bericht in Gazet van Antwerpen. De Vlaamse regering zou in een brief aan de NMBS laten weten dat er voorlopig geen geld is voor de prefinanciering van de tunnel. Mijnheer de minister, kunt u dit bericht bevestigen ? Ik heb die brief nog niet gezien.

Ik heb overigens vernomen dat de prefinanciering van kracht zou worden vanaf 2005. Er is sprake van 25 miljoen euro, oplopend naar 147 miljoen euro in 2006 en 163 miljoen euro in 2007. Voor 2004 was er echter geen prefinanciering gepland. Is er misschien een verband met dat andere onderhandelingsdossier ?

Op dit moment is er nood aan een minder-hinderplan om de eerste gevolgen van het Minder-Hinderplan op te vangen. Het is dringend nodig dat de NMBS een duit in het zakje doet. De NMBS heeft gezegd dat ze een plan klaar heeft, maar dat ze dat zelf niet zal betalen omdat de Vlaamse regering dit moet doen. De Vlaamse regering zegt eveneens dat ze dat niet zal betalen omdat de spoorwegen een federale materie zijn. Voor beide standpunten is iets te zeggen. We moeten er wel uit geraken. Mijnheer de minister, ik hoop dat u daarover op korte termijn een akkoord bereikt met federaal minister Vande Lanotte. De heer Caluwé heeft een punt als hij zegt dat er snel duidelijkheid moet zijn. Op dit moment zouden al een aantal milderende maatregelen moeten worden genomen.

Mijnheer de minister, zou het kunnen dat die twee dossiers met elkaar verbonden zijn ? Zou de Vlaamse regering, als er niet snel een oplossing komt voor een inbreng van de NMBS in het Minder-Hinderplan, kunnen gaan twijfelen aan de gedane belofte in verband met de prefinanciering ? Dat zou niet erg verstandig zijn. Het is belangrijk om hierover uitsluitsel te krijgen.

Minister Gilbert Bossuyt (Op de tribune) : Mijnheer de voorzitter, collega’s, momenteel wordt nog steeds druk overlegd tussen de federale regering en de gewestregeringen om het financieringsplan vorm te geven. Eerlang zal een document worden vrijgegeven waarin zowel juridische als begrotingstechnische aspecten aan bod zullen komen. Het is niet eenvoudig. Minister Van Mechelen is ook heel druk bezig met het wegwerken van mogelijke obstakels inzake ruimtelijke ordening.

Op onze vraag heeft de NMBS geantwoord dat er geen reden was om middelen te plannen op de begroting 2004, omdat heel wat dossiers, die opgestart moesten zijn, nog in de voorbereidende fase van vergunningen, MER, aanbesteding, enzovoort, zitten. We moesten dus geen financiële middelen plannen voor 2004. Voor 2005 zullen we dat opnieuw moeten nagaan. Dat zal na het zomerreces gebeuren, zoals gebruikelijk is.

Van een brief weet ik niets. Dat is heel vervelend. Ik heb navraag gedaan. Ook de NMBS en mijn collega-ministers weten nergens van. Het is voor Vlaanderen belangrijk dat we een serieuze indruk blijven maken.

Ik bevestig ten stelligste dat er geen enkele wijziging is in het standpunt van de Vlaamse regering. Wij bereiden de dossiers heel intens en in al hun aspecten voor en hopen tot een goede oplossing te komen. Het is de bedoeling dat die werken zo snel mogelijk worden gestart en binnen een redelijke termijn kunnen worden afgerond.

Wat de werken inzake de minder-hindermaatregelen betreft, ben ik verbaasd over de manier waarop die berichtgeving in de pers wordt gebracht. De Vlaamse regering stelt heel wat financiële middelen ter beschikking om een goede communicatie te voeren, maar nu verwijt men ons dat er geen communicatie zou zijn. Tijdens de korte periode waarin het openbaar onderzoek liep, is er geen communicatie geweest, maar dat is normaal.

De bereikbaarheidsmanager die wij betalen en die gedetacheerd is, zit naast de mensen die dat bericht in alle kranten verspreiden. Die persoon is aanwezig bij alle voorbereidende vergaderingen – en dat zijn er niet weinig.

Ik wil het in dit parlement even hebben over de honderden mensen die op een zeer ernstige manier proberen een zeer complex dossier rond te krijgen. Als het een techniek wordt om de komende maanden via dat soort vermeende berichtgeving een bepaalde sfeer te creëren, dan vraag ik me af of dat deontologisch wel kan. Ik weet dat er heel wat vragen zijn, maar ik heb ook niet voor alles een antwoord. Ik weet alleen dat iedereen zijn best doet.

Tot slot wil ik het nog even hebben over het al dan niet gratis zijn van de doorgang tot de Liefkenshoektunnel. Mijn probleem is niet de kostprijs van de doorgang,maar hoe de mobiliteit rond Antwerpen kan worden gewaarborgd. Als professoren en deskundigen mij aanraden om daarmee te wachten tot vlak voor de werken, dan luister ik daarnaar. Het is niet de bedoeling om al het verkeer te laten aanzuigen via de Liefkenshoektunnel. Daarmee creëren we alleen nieuwe problemen. Dit soort opmerkingen laat ik aan de experts over.

Deze problematiek is niet eenvoudig. De Vlaamse regering en het Vlaams Parlement zetten enorm veel middelen en mensen in om de zaken ter plaatse op te volgen. Minister Van Mechelen en ikzelf proberen de coördinatie zo goed mogelijk te organiseren. Waar vele diensten moeten samenwerken, kan zich al eens een incident voordoen. Precies daarom engageren we ons ertoe om in te grijpen zodra zich een probleem voordoet.

Ik hoop dat we nu verder kunnen werken. Er wordt niet getalmd. Er zal volop worden gecommuniceerd. Ze zal gebeuren op een deskundige manier zodat ze zo efficiënt mogelijk verloopt. Ik hoop dat niet alleen de politieke overheid, niet alleen het Vlaams Parlement maar zeker ook de Vlaamse administratie kan bewijzen dat we dergelijke werken aankunnen.

De heer Jan Penris : Mijnheer de minister, mijn repliek bestaat uit drie letters : oef ! De brief bestaat niet. We hebben ons dus zorgen gemaakt om niets. Ik vrees dat de betrokken redacteur deze namiddag een dikke sigaar zal roken op zijn redactie.

Mijnheer de minister, u hebt ons uitgedaagd. We zijn daar graag op ingegaan. Het was wel een Shakespeariaans spektakel : ‘Much ado about nothing.’ Gelukkig maar.

De heer Ludwig Caluwé : Mijnheer de minister, er is heel wat commotie over de werken aan de ring. Dit betekent echter niet dat er kritiek is op de honderden mensen die hun uiterste best doen om ervoor te zorgen dat de werken in de best mogelijke omstandigheden en met de minst mogelijke hinder worden uitgevoerd. Meer en meer mensen die er deels of volledig bij betrokken zijn, beginnen ons echter gelijk te geven. Sinds afgelopen zomer hebben we al de vrees geventileerd dat de voorbereiding veel te laat is begonnen. Als men tijdig was begonnen, dan zouden de maatregelen voor het openbaar vervoer klaar zijn op het moment dat de werkzaamheden inzake de ‘minder hinder’ van start gaan.

In Amsterdam werden gelijkaardige werken uitgevoerd. 20 ingenieurs hebben die gedurende 6 jaar voorbereid. Hier is het aantal medewerkers veel beperkter en de tijdspanne veel korter. Hier wordt er holderdebolder gewerkt. Veel mensen houden hun hart vast. Ze zien wat ze zien. Ze vrezen dat er één grote chaos zal ontstaan.

Wat het punt over de spoortunnel van de Liefkenshoek betreft, hoop ik ook dat het om een storm in een glas water gaat. Ik heb een hele voormiddag mijn best gedaan om de bewuste brief te vinden. Ik heb hem niet gevonden. Ik hoop dat hij niet bovenkomt. Als dat wel het geval is, is er een probleem.

Minister Gilbert Bossuyt : Er worden allerlei zaken in het wilde weg gelanceerd. De krant had de brief samen met het artikel moeten publiceren. Dat zou pas eerlijk zijn. Als er echter op deze manier wordt gecommuniceerd, dan stel ik me toch vragen over de betrokkenheid van de ene en de andere.

De heer Johan Malcorps : Mijnheer de minister, wat in alle geval klopt, is dat er geen prefinanciering zal gebeuren in 2004. U hebt daar goede redenen voor aangehaald. De bedragen die ik daarnet heb gegeven, liggen wel al vast. De volgende regering is dus gebonden door die beslissing. We zullen zien wat ze zal doen.

Door de verwachte problemen op de ring zullen er een aantal maatregelen worden genomen op de Singel. Daar worden – terecht – vragen over gesteld. Is daarvoor ook in een scenario voorzien ? Ik meen van wel. Ik veronderstel dat daarover uitgebreid zal worden gecommuniceerd. De zenuwachtigheid bij de mensen heeft te maken met het feit dat ze niet weten wat er te gebeuren staat.

Minister Gilbert Bossuyt : Daarin wordt voorzien.