1999 - 2003

16 May 2002

Tussenkomst van Senator Ludwig Caluwé tijdens de bespreking van het wetsontwerp op de hervorming van de BIRB in de Senaat

De heer Ludwig Caluwé (CD&V). - Het voorliggend ontwerp heeft de bedoeling een aantal bepalingen uit de Lambermontakkoorden uit te voeren. Bij het lezen van de tekst van het ontwerp worden de gebreken van die akkoorden duidelijk. De keuze om Landbouw niet volledig te regionaliseren maakt het bijzonder moeilijk om instellingen op te richten of te hervormen en om bestuursorganen samen te stellen. Zonder een volledige regionalisering is een goed beleid ondenkbaar.

Het oorspronkelijke voorstel respecteerde nog min of meer de geest van de Lambermontakkoorden. Het zwaartepunt van de beleidsverantwoordelijkheid in de BIRB zou bij de gewesten liggen. De federale overheid zou nog maar een marginale invloed uitoefenen.
Ingevolge een advies van de Raad van State heeft de regering de samenstelling van de raad van bestuur echter gewijzigd. Ik waardeer weliswaar dat de regering zich voor één keer houdt aan het advies van de Raad van State. Als de regering zich wenst te houden aan het politieke akkoord dat werd gesloten, zou ze echter de bijzondere wet moeten wijzigen.
De regering komt echter terug op het politieke akkoord. De gewesten in het algemeen en het Vlaams Gewest in het bijzonder zullen voortaan maar een marginale invloed in de raad van bestuur kunnen laten gelden. De overgrote meerderheid van de vertegenwoordigers in deze raad zullen worden afgevaardigd door entiteiten die nauwelijks bevoegd zijn voor de materies die de BIRP behandelt.
Wij dienen onze amendementen dus opnieuw in en desnoods willen wij in geval van moeilijkheden voor dit ene punt nog een helpende hand uitsteken voor het bereiken van de tweederde meerderheid.
Ik zou nog even willen terugkomen op een incident in de commissie. Ik betreur dat de rapporteur afwezig is en zich dus niet kan verantwoorden. Zowel de Nederlandstalige als de Franstalige versie van de door de Kamer goedgekeurde tekst zijn volkomen onverstaanbaar. Op de vraag welke betekenis de goedgekeurde tekst had, bleef de minister een klaar antwoord schuldig. Wie doorredeneert op dit antwoord, komt tot een andere conclusie dan de meerderheid in de commissie. Deze tegenstrijdige interpretaties kunnen enkel uit de wereld worden geholpen met een amendement. Ik had dan ook in de commissie een amendement ingediend, maar het werd verworpen omdat de meerderheid in de commissie van oordeel was dat een tekstverbetering volstond om haar interpretatie van de tekst te expliciteren en die van de minister te verwerpen.Wat mij nog het meest verbaast, is dat het schriftelijk verslag van dit alles geen gewag maakt. Onze bezwaren tegen een tekstverbetering worden niet eens vermeld. Ik betreur deze werkwijze. Voortaan zal onze fractie dus ook voor zeer kleine ontwerpen het vertrouwen aan de verslaggever weigeren en eisen dat de verslagen integraal worden voorgelezen.
CD & V zal vooralsnog een reeks amendementen indienen. Mochten deze niet worden aanvaard, dan zal onze fractie tegen het ontwerp stemmen. Ik kan mij niet mengen in wat tussen de partners van het Lambermont-akkoord werd afgesproken en wat men daar verder mee doet. Ik stel wel vast de heer Vankrunkelsven zich terecht bedrogen voelt. Er was immers een akkoord gesloten dat in eerste instantie letterlijk in een ontwerp van tekst werd weergegeven. Na mogelijk terechte bezwaren van de Raad van State houdt de regering zich aan de letterlijke oplossing die de Raad van State suggereert. Er waren echter andere mogelijkheden om zich toch aan het politieke akkoord te houden. Zo had de regering de raad van bestuur kunnen samenstellen met een bijzondere meerderheid of een samenwerkingsakkoord sluiten. Dat is niet gebeurd. Ik leid daaruit af dat de meerderheid, eenmaal ze de tweederde meerderheid bereikt had, de fractie die haar die meerderheid bezorgd heeft laat vallen en geen verdere toegevingen doet aan de gewesten.