1999 - 2003

Vragen voor Minister van Mobiliteit en Vervoer, Isabelle Durant

4 October 2002

Schriftelijke Vraag over het afleveren van een vergunning door Vlaams minister Van Mechelen voor het inplanten van een station voor autokeuring op het industrieterrein van Malle.

Vraag

Onlangs leverde Vlaams minister van Ruimtelijke Ordening Dirk Van Mechelen aan het Bureau voor Technische Controle (BTC) een vergunning af voor de bouw van een station voor autokeuring op het industrieterrein van de gemeente Malle, aan de Ambachtstraat.

BTC plant in de regio de bouw van een nieuw station vermits het station voor autokeuring in Brasschaat langs de E-19 te kampen heeft met te lange wachttijden. Bovendien zal een deel van de toegangsweg en de parking van het station plaats moeten maken voor de aanleg van de hogesnelheidslijn.

Reeds van in het begin van de aanvraagprocedure heeft het gemeentebestuur zich tegen de inplanting van dit station gekant, gelet op de ligging en de verwachte impact op de omgeving.

Het gemeentebestuur kreeg eerder ook geen gehoor bij het provinciebestuur en gaat nu, tegen de aflevering van de vergunning door Vlaams minister Van Mechelen, in beroep bij de Raad van State.

1. Heeft de minister over deze aangelegenheid overleg gepleegd met het gemeentebestuur ?
2. Strookt de bestemming van het terrein van industriële en ambachtelijke nijverheid, zoals voorzien in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, met de inplanting van een station voor autokeuring ?
3. Is de minister van oordeel dat een station voor autokeuring bij voorkeur op een industrieterrein moet voorzien worden ?
4. Is er onderzoek verricht naar de impact inzake verkeersveiligheid en mobiliteit op het industrieterrein én in de gemeente na de te verwachten toestroom van honderden auto's met de bouw van het station ?
5. Is de minister van oordeel dat de bereikbaarheid van de bedrijven op het industrieterrein én de dorpskernen van Oost- en Westmalle verenigbaar is met de overlast van bijkomend autoverkeer van en naar het autokeuringstation ?
6. Zijn er door de aanvrager (BTC) alternatieve locaties in de regio onderzocht ?