1999 - 2003

Vragen voor Minister van Mobiliteit en Vervoer, Isabelle Durant

3 April 2003

Mondelinge Vraag over de spoordossiers tussen België en Nederland

Vraag

De heer Ludwig Caluwé - Het leek mij gepast, vooral in het licht van recente gebeurtenissen, om in het laatste vragenuurtje van deze zittingsperiode van de Senaat nog even terug te komen op enkele dossiers die de voorbije vier jaar geregeld aan bod kwamen, maar waarvoor er nog altijd geen oplossing gevonden is. Het gaat om twee spoordossiers waarover tussen België en Nederland wordt onderhandeld. Er kwam voor beide een begin van regeling door het verdrag van 1996 met betrekking tot de hogesnelheidslijn tussen België en Nederland.
Ten eerste werd in dat verdrag van december 1996 afgesproken dat het goederenverkeer tussen Rotterdam en Antwerpen zou worden verlegd van lijn 12 naar lijn 11, die met het Nederlandse spoornet zou worden verbonden. Dat is het eerste dossier. Deze ingreep is nodig omdat de transporten risico's meebrengen voor het dichtbevolkte gebied rond lijn 12. Enkele jaren geleden deed zich in Mariaburg een uiterst gevaarlijk situatie voor die dramatisch had kunnen aflopen. De ingreep is ook nodig om op lijn 12 een volwaardig voorstedelijk net voor reizigers te kunnen uitbouwen.

Op 18 maart 2003 verscheen een studie van het Nederlandse planbureau waaruit blijkt dat er op de spoorlijn Rotterdam-België geen capaciteitstekort zal zijn. Het gevaar bestaat dat de Nederlandse overheid uit deze studie het besluit zal trekken dat het absoluut niet nodig is om het goederenvervoer tussen Rotterdam en Antwerpen te verleggen.

Heeft de vice-eerste minister de Nederlandse overheid eraan herinnerd dat België het goederenverkeer wenst om te leggen en dat er hierover al een overeenkomst bestaat?

Ten tweede, werd in hetzelfde verdrag afgesproken dat de heropening van de IJzeren Rijn op zijn eigen merites en in goed overleg en nabuurschap zal worden beoordeeld. Dat is het tweede dossier. Sindsdien is er echter al veel water door Rijn, Maas en Schelde gevloeid en werden er zelfs afspraken gemaakt die er volgens de eerste minister zouden voor zorgen dat er vóór het einde van 2001 opnieuw treinen over de IJzeren Rijn zouden rijden. De laatste fase in deze processie van Echternach was de afspraak dat er voor het dossier IJzeren Rijn een arbitrageprocedure wordt opgestart. Volgens berichten in de pers is die arbitrage nu ook afgesprongen, zodat we nog steeds nergens staan.

Welke initiatieven zal de vice-eerste minister nemen om dit dossier opnieuw vlot te krijgen?

Mevrouw Isabelle Durant,
Mme Isabelle Durant, vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des Transports. - À la procession d'Echternach, je préfère une longue marche ou le jogging. En cette fin de législature, il est peut-être opportun de faire le point sur les dossiers de la ligne 11 et de l'Ijzeren Rijn.

De verlenging van lijn 11 en de aansluiting met het Nederlandse net zijn gepland en begroot. De voorbereidende werkzaamheden zijn inmiddels aan de gang. Het blijft wel degelijk de bedoeling lijn 12 te ontlasten ten voordele van het lokale reizigersvervoer.

Het is positief dat de heer Caluwé deze dossiers zo nauwlettend opvolgt en rekening houdt met mogelijke scenario's, maar wat hij zegt, blijft een hypothese. De Nederlandse regering heeft mij nog niet gecontacteerd over de studie van het Nederlandse bureau. Bovendien hangt de beslissing om goederentreinen te laten rijden vooral af van de operatoren. De rol van de regering bestaat er hoofdzakelijk in de middelen en de infrastructuur ter beschikking te stellen. Lijn 11 is overigens van belang voor andere verbindingen dan de verbinding met Rotterdam. De Nederlanders blijven vragende partij om lijn 12 op te nemen in het Europese netwerk. Ze hebben mijn steun gevraagd voor de inschrijving van lijn 11 en van de IJzeren Rijn in de Transeuropean Networks. De Nederlanders beschouwen dat als een prioriteit. De resultaten van de studie zullen de Nederlandse regering er dus niet toe brengen haar standpunt te veranderen.

Het Parlement en de regering hebben kosten noch moeite gespaard om de zaak van de IJzeren Rijn te bepleiten. De eerste minister steunt mij in mijn pogingen om op korte termijn een overeenkomst met Nederland te bereiken over een arbitrageprocedure. Arbitrage moet op vrijwillige basis door beide partijen worden aanvaard. Er moet onder meer overeenstemming worden bereikt over de vragen die daarbij zullen worden geformuleerd.

Eventuele nieuwe initiatieven hangen natuurlijk af van de resultaten van de huidige werkzaamheden. De bedoeling van de eerste minister en van mijzelf blijft onveranderd. Morgen vindt er een vergadering plaats waarop een stand van zaken zal worden opgemaakt.
Ik begrijp dat de heer Caluwé vindt dat het dossier lang aansleept. Toen ik op het departement kwam, was het ook geen nieuw dossier. Deze kwestie sleept al aan sedert het begin van de jaren negentig. Tijdens deze regeerperiode werden twee belangrijke stappen gedaan: ten eerste, werden de nodige bedragen uitgetrokken en, ten tweede, heeft Nederland het historisch tracé na lange onderhandelingen aanvaard.

Ik hoef niet uit te leggen dat de snel veranderende politieke situatie in Nederland er niet heeft toe bijgedragen om het proces te versnellen. De Nederlandse regering bevindt zich nog steeds in een periode van lopende zaken.
Bij het begin van de volgende regeerperiode kan hopelijk worden voortgebouwd op de beslissingen die tot nu toe zijn genomen.
Bij deze gelegenheid dank ik de senatoren voor de constructieve samenwerking bij de behandeling van het spoordossier en van de dossiers inzake verkeersveiligheid.

De heer Ludwig Caluwé:- Het is uitermate belangrijk dat de twee bochten van lijn 11 samen worden aangelegd. Voor Nederland is het in de eerste plaats belangrijk dat er een spoorverbinding komt van Vlissingen naar Antwerpen. Voor ons is het belangrijk dat er een verbinding komt van lijn 11 met Rotterdam. Het risico bestaat dat men de ene bocht, richting Vlissingen, eerst aanlegt en de tweede er nooit komt. Daardoor zou het goederenverkeer via lijn 12 moeten blijven gaan. Beide bochten moeten dus tegelijk worden aangelegd.

De IJzeren Rijn blijft een processie van Echternach. De belofte van 2000 dat er vóór het einde van 2001 weer treinen over dat traject zouden rijden, is nog steeds niet ingelost. Dat er vanuit Nederland toch enige beweging komt, vloeit nog steeds voort uit het verdrag van 1996 met betrekking tot de aanleg van de hogesnelheidslijn. Het duurt echter heel lang vooraleer men tot een resultaat komt.