1999 - 2003

Vragen voor vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken, Louis Michel

5 July 2001

Mondelinge Vraag over de ondertekening van de conventie met betrekking tot de minderheden

Vraag

De voorzitter. - De heer Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken antwoordt namens de heer Louis Michel, vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken.

De heer Ludwig Caluwé . - Een van de fundamentele evenwichten van ons institutioneel systeem bestaat erin dat de Brusselse regering bij consensus beslist. Na de wijziging van de dubbele meerderheidsregel te Brussel ten gevolge van het Lambermontakkoord is dit de enige waarborg waarover de taalkundige minderheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nog beschikt.

Deze week ontving de minister van Buitenlandse Zaken een brief van de Brusselse minister Chabert waarin hij meldt dat hij zich bij de bespreking in de Brusselse regering niet akkoord heeft verklaard met het mandaat van de minister van Buitenlandse Zaken om de conventie met betrekking tot de minderheden namens België te tekenen.

Ik neem aan dat de minister van Buitenlandse Zaken rekening zal houden met deze brief en niet zal overgaan tot ondertekening zonder een nieuwe beslissing van de Brusselse regering. Het zou immers toch al te gek zijn dat België om tot de ondertekening van de conventie inzake de minderheden te kunnen overgaan, een procedure volgt waarbij de waarborgen die in het huidige Belgisch recht aan een minderheid werden verleend, worden miskend. De Vlamingen in Brussel zijn weliswaar een andere minderheid dan die bedoeld in de conventie, want volgens de conventie vormen eigenlijk enkel de Duitstaligen in België een minderheid.

Kan de minister mij op dit punt geruststellen?

Antwoord

De heer Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken. -

Op 28 juni 2001 hebben de regeringen van alle gewesten en gemeenschappen aan de eerste minister laten weten dat ze hebben besloten de federale minister van Buitenlandse Zaken te belasten met de ondertekening van de kaderovereenkomst ter bescherming van de minderheden, voor zover de grondwettelijke bepalingen, beginselen en garanties alsook de bestaande wettelijke bepalingen over het taalgebruik daardoor niet worden gewijzigd. De eerste minister heeft dit vorige week in het Parlement meegedeeld.

De federale regering kan zich niet mengen in de besluitvorming van de Brusselse regering noch in die van de deelgebieden. Ik kan dus geen standpunt innemen over de inhoud van de brief van de heer Chabert.

Repliek

De heer Ludwig Caluwé . - Het antwoord van de minister stelt mij niet gerust. De beslissing van de Brusselse regering is beslissing niet genomen in overeenstemming met de procedures die deze regering dient te volgen. Er is dus geen juridische basis om rechtsgeldig tot ondertekening over te gaan. We wachten af welke verdere stappen dienaangaande moeten worden gedaan.