1999 - 2003

Vragen voor Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Magda Aelvoet

13 June 2002

Mondelinge Vraag over de inplanting van windmolens op de Vlakte van de Raan

De heer Ludwig Caluwé (CD&V). - Seanergy, een consortium van elektriciteitsproducent Electrabel en het bagger- en bouwbedrijf De Nul, heeft bij de minister een aanvraag ingediend voor de inplanting van een windmolenpark in de Noordzee op de vlakte van de Raan voor de kust van Knokke-Heist. Seanergy kreeg al een positief advies van de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee (BMM). Dit laatste is verwonderlijk.
Tijdens de hoorzittingen die we in het Vlaams parlement hebben georganiseerd omtrent de langetermijnvisie op het Schelde-estuarium, sprak de gerenommeerde professor Jean-Jacques Peters, riviermorfoloog, immers uitdrukkelijk zijn voorbehoud uit over windmolens op de vlakte van de Raan: "Toen ik over dat windmolenpark las, kreeg ik rillingen: dat is nu wat men niet mag doen. In een dynamisch systeem als het Schelde-estuarium mag men niet zomaar ingrijpen. Ik zeg wel niet dat niets mogelijk is (...). Windenergie is belangrijk voor de toekomst, maar dat geldt ook voor de keuze van de locatie. De vlakte van de Raan is immers een zeer delicaat systeem, dat reeds aan vele invloeden onderhevig is."

De inplanting van windmolens op de vlakte van de Raan lijkt trouwens uitdrukkelijk in strijd met de langetermijnvisie voor het Schelde-estuarium. Zo lezen we als toekomstperspectief voor 2030: "Het beheer van het mondingsgebied is op natuur gericht: open, natuurlijk en veerkrachtig. Het mondingsgebied blijft als eenheid behouden; er vindt geen versnippering van het gebied plaats door nieuwe gebruiksfuncties. De natuurwaarde en dynamiek van de vlakte van de Raan worden beschermd."

Vlaanderen en Nederland hebben in het tweede memorandum van overeenstemming omtrent deze problematiek onder andere bepaald dat Vlaanderen en Nederland, met het Streefbeleid 2030 als gezamenlijk uitgangspunt, een gemengde organisatiestructuur zullen opzetten voor ingrepen in het mondingsgebied. Omwille van de mogelijke inplanting van het windmolenpark op de vlakte van de Raan, lijkt dit op de agenda van deze gezamenlijke organisatiestructuur te moeten komen.

In de samenvatting van het MER over de inplanting van een windmolenpark op de vlakte van de Raan heb ik zeer weinig gelezen over de problematiek van kust en zee. Wel erkent men dat de exploitatie van windmolens zowel de stromingen, de golven als het sedimenttransport verstoort. Vermits hierover evenwel geen wetenschappelijke kennis bestaat, komt men tot de conclusie dat de verstoring alleen lokale gevolgen zal hebben. Professor Peters komt tot andere conclusies.

Zal de minister bij haar beslissing rekening houden met wat hieromtrent is neergeschreven in de langetermijnvisie op het Schelde-estuarium? Zal ze vooraleer te beslissen overleg plegen met Vlaanderen en Nederland?-

Mevrouw Magda Aelvoet, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. - De Langetermijnvisie Schelde-estuarium werd uitgewerkt en goedgekeurd door Nederland en het Vlaams Gewest. Deze visie voorziet specifiek in het volgende: "het mondingsgebied blijft als eenheid behouden; er vindt geen versnippering van het gebied plaats door nieuwe gebruiksfuncties"... "de natuurwaarden en dynamiek van de Vlakte van de Raan worden beschermd". Voor Nederland is het duidelijk dat de Scheldemonding in deze context niet enkel het deel gelegen in de territoriale zee van Nederland omvat, maar eveneens het deel in de Belgische territoriale wateren. Nederland meent dus dat het project Seanergy in tegenstrijd kan zijn met het akkoord tussen de twee overheden.

De bevoegdheden van het Vlaams Gewest in de territoriale zee zijn duidelijk afgelijnd: ze betreffen de waterwegen en hun aanhorigheden, de havens en hun aanhorigheden, de zeewering, de loodsdiensten en de bebakeningsdiensten van en naar de havens evenals de reddings-en sleepdiensten. De akkoorden tussen het Vlaams Gewest en Nederland voor het beheer van de Scheldemonding kunnen dus enkel betrekking hebben op deze bevoegheidsdomeinen. Voor ieder ander domein, zoals de exploitatie van de rijkdommen en de industriële activiteiten, is er een akkoord van de federale overheid vereist. Als gevolg hiervan is het niet gegrond dat Nederland zich op de akkoorden met de Vlaamse overheid zou beroepen om weerstand te bieden tegen het windmolenpark Seanergy.

Met Nederland hebben wij in het raam van de Europese richtlijn en de Espoo-conventie een overleg gehad op 30 oktober 2001, maar over de Langetermijnvisie Schelde werd niet expliciet gesproken. Een tweede overleg tussen Nederland en de federale staat België is gepland op 17 juni 2002.

Wat de contacten tussen het Vlaams Gewest en de federale staat inzake de Langetermijnvisie Schelde betreft, kan ik meedelen dat wij in de ambtelijke werkgroep "Vrijwaring van de Noordzee van nadelige milieu-effecten ingevolge baggerspecie-lossingen" op de hoogte worden gehouden van de bilaterale samenwerking tussen het Vlaams Gewest en Nederland, maar alleen in verband met de baggerspecie-stortingen, diepgang van de Schelde, enzovoort.

Van de besprekingen tussen Nederland en Vlaanderen inzake andere aspecten van samenwerking in het Schelde-estuarium zijn wij formeel niet op de hoogte, laat staan dat wij hierbij betrokken zijn of hieromtrent geconsulteerd worden. Dat verwachten wij ook niet.

Er is een informeel overleg tussen mijn kabinet en het kabinet van Vlaams leefmilieuminister Vera Dua omtrent het windmolenpark op de vlakte van de Raan. Uiteraard hebben wij weet van het bestaan van de Langetermijnvisie Schelde en houden we daar in de mate van het mogelijke en in afweging met andere elementen rekening mee, maar zolang de bevoegdheidsverdeling tussen het Vlaams Gewest en de Belgische Staat is wat ze grondwettelijk is, blijft de federale Staat soeverein voor de beslissing inzake vergunningen voor windmolenparken in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België en is zij in deze materie tot geen enkele vorm van overleg met het Vlaams Gewest verplicht, net zoals het Vlaams Gewest niet verplicht is tot overleg met de federale Staat inzake haar specifieke bevoegdheid.-

De heer Ludwig Caluwé (CD&V). - Ik dank de minister voor haar antwoord, dat me evenwel verontrust aangezien ze sterk de nadruk legt op het onderscheid tussen de bevoegdheden van de federale en van de Vlaamse overheid. Het komt erop neer dat de federale overheid zich niet gebonden voelt door de langetermijnvisie op het Schelde-estuarium. De beslissing tot inplanting van een windmolenpark heeft echter tot gevolg dat deze langetermijnvisie de facto niet uitvoerbaar is, dat versnippering op de vlakte van de Raan plaatsvindt en dat de belangen van het Vlaams Gewest in sterke mate worden geschaad. Het Vlaams Parlement zal zich moeten beraden over de wijze waarop op deze ontwikkelingen moet worden gereageerd.