1995 - 1999

Vragen voor Minister van Financiën en Buitenlandse Handel, Maystadt

13 December 1996

Schriftelijke Vraag over de BTW op intellectueel werk.

Vraag

Artikel 21, § 3, 7º, d), van het BTW-Wetboek bepaalt dat de BTW op intellectueel werk in België moet worden geheven wanneer de ontvanger van de dienst de zetel van zijn economische activiteit of een vaste inrichting in België heeft.

De betekenis van dit onderdeel van de BTW-reglementering lijkt duidelijk te zijn.

Toch doen er zich problemen voor, wanneer beslist moet worden waar de BTW aangerekend moet worden die geheven wordt op de facturen die een Belgisch accountantskantoor aanrekent voor het administratief, sociaal en fiscaal beheer van de Belgische activiteit van een Franse firma die voor de directe belastingen een « vaste inrichting » in België heeft, maar wiens zetel van economische activiteit zich in Frankrijk bevindt.

Moet in dit geval de BTW in België of in Frankrijk worden aangerekend ?

Antwoord

Wanneer een dienst, die bestaat in het verrichten van intellectueel werk door een in België gevestigde accountant wordt verleend aan een ontvanger die buiten de Europese Gemeenschap is gevestigd of aan een ontvanger die in de Gemeenschap doch buiten het land van de dienstverrichter is gevestigd en handelt voor de doeleinden van zijn economische activiteit, vindt die dienst bij toepassing van artikel 21, § 3, 7º, d) , van het BTW-Wetboek niet in België plaats.

Wanneer daarentegen bedoelde intellectuele prestaties worden verricht door een in België gevestigde accountant voor rekening van een ontvanger wiens voornaamste inrichting in het buitenland is gevestigd maar die ook in België beschikt over een vaste inrichting, vindt voornoemde dienst bij toepassing van artikel 21, § 2, van het BTW-Wetboek, in de regel in België plaats en is bijgevolg de BTW in België verschuldigd.

In dit laatste geval vindt die dienst echter bij toepassing van artikel 21, § 3, 7º, d) , van bovengenoemd wetboek niet in België plaats en is derhalve de BTW in België niet verschuldigd, wanneer de drie volgende voorwaarden zijn vervuld :

a) De opdracht moet uitgaan van de inrichting in het buitenland en blijken uit een schriftelijke bestelbon;

b) De prijs van de intellectuele prestaties moet worden gefactureerd aan de inrichting in het buitenland;

c) De prijs moet worden betaald door de buitenlandse inrichting.